Skip to main content

36e jaargang nr. 6 (juli 2022)
thema: Zomernummer

Jeroen Hagendijk
Redactief

Toen dit blad in 1986 voor het eerst verscheen, introduceerde ons nog altijd betrokken redactielid dominee Piet de Jong de naam: Kontekstueel. Hij verklaarde in oude spellingswijze de gedachte achter deze naam: ‘Daarin brengen wij tot uitdrukking, dat ons streven is, de tekst van de Schrift en de geestelijke energie van ons belijden in de kontekst van onze tijd te laten spreken.’ In de jaren ’80 leefde sterk het gevoel dat nieuwe vragen zich aandienden en dat de gereformeerde theologie voor nieuwe uitdagingen stond: ‘Velen vluchten uit reaktie in het isolement. Anderen konformeren zich aan nieuwe stromingen. Wij willen graag met allen, die in de brede zin van het woord ‘gereformeerd’ willen heten, nadenken over een weg, die vruchtbaarder is.’

Die vruchtbaardere weg is de weg van tolerantie. In ons vorige nummer schreef Ronelle Sonnenberg over tolerantie als een middenweg tussen fanatisme en vrijblijvendheid. Aan zo’n middenweg is behoefte, zei ook Maarten Wisse. Hij sprak bij zijn aanstelling als rector van de PThU vorig jaar de hoop uit dat er meer samenhang komt in de theologie. Een middenweg tussen ‘een vrijblijvende kijk-eens-wat-er-allemaal-kan-theologie en een dit-is-de-enige-eeuwige-waarheid-theologie’.

Het blad Kontekstueel is een zoektocht naar die middenweg bewegend tussen traditie en heden, Bijbel en cultuur. De naam van ons blad past dan nog steeds. Het is een samengaan van een zelfbewuste verworteling in de gereformeerde traditie en een open houding naar wat er in de brede kerk en in de wereld gefilmd, geschreven en betoogd wordt. We zijn als redactie daarom trots dat op 16 juni 2022 ons redactielid Gerrit van Meijeren promoveerde op de cultuurtheologie van F.O. van Gennep. Het proefschrift Slenteren in de stad van de mens kan begrepen worden als een pleidooi voor een gesprek tussen theologie en literatuur: ‘een gesprek waarin luisteren voorafgaat aan spreken en waarin ruimte is voor instemming en tegenspraak. Dat impliceert voor de theologie een houding van openheid en kwetsbaarheid en tevens een besef van haar eigen stem en zelfverstaan.’ (268) Met een term van Liesbeth Eugelink schrijft Gerrit dat Van Genneps omgang met de literatuur bijdraagt aan een niet-zelfgenoegzame leeshouding tussen literatuur en theologie. ‘Van Gennep waarschuwt voor het gevaar dat theologie zich in zichzelf opsluit wanneer ze geen verbinding houdt met de culturele context waar ze zelf deel van uitmaakt.’ (269)

Vanaf deze plaats feliciteren we Gerrit van harte met zijn promotie. En voor dit nummer schreef hij al meteen een bijdrage in — het kan niet anders — de boekenrubriek. Zo ligt er voor deze zomer weer een mooi nummer. Minder fraai zijn de zaken waar Gerard den Hertog over schrijft. In zijn Kroniek legt hij uit waar volgens hem de kern van het probleem ligt in de huidige verwikkelingen in de Christelijk Gereformeerde Kerken. Dat probleem ligt dieper dan de kwestie ‘vrouw en ambt’. Den Hertog keert zich tegen een kerk die zichzelf verschanst in haar eigen veilige traditie en in alle gescheidenheid verbondenheid wil ervaren. Het lijkt erop dat sommigen de kerk zijn gaan beschouwen als een vereniging met een eigen profiel. Dat is een zeer ongeestelijke visie op de kerk. De kerk heeft geen identiteit, behalve die van Jezus Christus, stelt Den Hertog.

Ik kom weer terug bij de naam van ons blad: Kontekstueel. Die naam staat voor een niet-zelfgenoegzame houding ten aanzien van cultuur en kerk. Want wij zijn dan wel gereformeerd, maar God is dat niet. Dat vereist van ons te allen tijde een open mindset: een vruchtbare weg tussen fanatisme en vrijblijvendheid.

J.J. Hagendijk is predikant van de Hervormde Gemeente Willige Langerak en eindredacteur van Kontekstueel. Mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

 

  • Raadplegingen: 2599