Het november-nummer (Kontekstueel 39-6) heeft als thema: Neocalvinisme. Een (her)levende traditie.
Uit het redactief:
Op de vraag wat het neocalvinisme precies is, denk ik zomaar aan kerkgenootschappen of christenen met een calvinistisch gereformeerde achtergrond, die zich soms al te snel beroepen op Johannes Calvijn. Maar het neocalvinisme uit het einde van de negentiende en begin van de twintigste eeuw had juist voor ogen om de gereformeerde theologie weer bij de tijd te brengen.
Inhoudelijk is het gedachtegoed van het neocalvinisme diep doordrongen van het besef dat Gods heil te maken heeft met het leven van alledag. Zoals Abraham Kuyper, een van de voormannen van het neocalvinisme, het verwoordde: ‘Geen duimbreed is er op heel ‘t erf van ons menschelijk leven, waarvan de Christus, die áller Souverein is, niet roept: “Mijn!”’
Het blijft lastig om het neocalvinisme direct in een paar woorden te vatten. Johan Snel duidt in het eerste artikel aan wat het neocalvinisme voor Kuyper zelf was.
Opvallend genoeg is het neocalvinisme voor veel christenen in het buitenland een groeiende inspiratiebron. Internationale studenten in Nederland schrijven de laatste jaren geregeld een masterthesis gelinkt aan het neocalvinisme. In het tweede artikel geeft Matthew Kaemingk zes redenen voor de groeiende populariteit van het neocalvinisme over onze landsgrenzen heen. Maar dat het neocalvinisme ook zeggingskracht heeft in Nederland vandaag de dag, betoogt Marinus de Jong in het derde artikel. Hij stipt de terreinen van onderwijs en politiek, apologetiek en wetenschap en kerk en wereld aan, waarop het neocalvinisme Gods heil wil concretiseren. En wat betreft het terrein van de wetenschap wijdt Koert van Bekkum in het vijfde en laatste artikel verder uit over de neocalvinistische omgang met de Bijbel.
Ten slotte gaan zowel Wim Dekker in de Laatst geboekt als Gerard den Hertog in de Kroniek in op de actualiteit rondom Gaza en Israël. Boeiend én genuanceerd.
Voor het volledige redactief, klik hier
Voor de inhoudsopgave, klik hier
Voor een los nummer (gedrukt of in PDF), klik hier.
--------------------------------
Het september-nummer (Kontekstueel 39-5) schenkt bijzondere aandacht aan de Geloofsbelijdenis van Nicea,
bij het 1700-jarig bestaan van deze belijdenis.
Uit het redactief:
‘Wij geloven in één God, de almachtige Vader.’ Zo begint de Geloofsbelijdenis van Nicea in Belijdenisgeschriften van de Protestantse Kerk in Nederland. Waar de Apostolische Geloofsbelijdenis in diezelfde uitgave met ‘ik’ begint, begint die van Nicea in het Grieks heel nadrukkelijk met een meervoud. Wij geloven.
Nu is het de vraag hoe veel je achter dat meervoud moet zoeken. In de Latijnse vertaling valt het al weg: daar is het geen credimus, maar credo. En ondanks de eensgezindheid die uit de Griekse tekst spreekt, blijkt uit de geschiedenis dat de interpretatie van die tekst toch heel wat verdeeldheid heeft kunnen veroorzaken. Verdeeldheid die bij het opstellen van de belijdenis ook al een gegeven was, overigens: tegenover het ‘wij’ staat ook dan al een ‘zij’, namelijk de volgelingen van Arius.
Toch is de Geloofsbelijdenis van Nicea uniek in haar vermogen om tegenstellingen tussen kerken te overbruggen. Dat blijkt uit tal van activiteiten die dit jaar worden georganiseerd ter ere van het 1700-jarig bestaan van de belijdenis, van de Week van Gebed in januari tot de Nacht van de Theologie in november. Het is niet alleen een belijdenis die de kerk van het Westen en van het Oosten aan elkaar verbindt (enkele details daargelaten), ze blijkt ook binnen versplinterd protestants en evangelisch Nederland heel wat handen op elkaar te krijgen.
Als redactie van Kontekstueel geven we dan ook graag aandacht aan het jubileum van ‘Nicea’. We doen dat met een nummer waarin de breedte van het ‘wij’ weerspiegeld wordt. Eginhard Meijering gaat in op de achtergronden van de belijdenis en stelt dat de belijdenis ons stilzet bij wie God in wezen is. Herwi Rikhof neemt ons mee in haar christologie. Coen Wessel bespreekt de betekenis van Nicea voor de oecumene, waarbij hij letterlijk een kijkje in de keuken neemt bij oosters-orthodoxe priesters. Blijkens de bijdrage van Teun van der Leer bereikt die oecumene ook evangelischen en baptisten. Of de hoge opvatting van Christus in de belijdenis er ook in slaagt ons met joden te verbinden, is inzet van de bijdrage van Liuwe Westra. En dat een belijdenis niet alleen bestudeerd, maar vooral ook beleden moet worden, bepleit Arjan Plaisier tot slot als hij haar verbindt aan de liturgie.
Voor de inhoudsopgave van dit nummer, klik hier
Voor het volledige redactief, klik hier
Voor een los nummer (gedrukt of in PDF), klik hier.
------------------------------------------
De artikelen van het mei-nummer over Herbetovering. Om al uw tekens te verstaan zijn nu voor iedereen toegankelijk op de website.
Voor de inhoudsopgave van dit nummer, klik hier