januari 2013 (jaargang 27 nr. 3)
Liturgie op weg naar Pasen
Redactief
M.E.Brak
Er is de laatste jaren veel meer aandacht gekomen voor het besef dat aan de heilsfeiten van kruis en opstanding een tijd van voorbereiding, van inkeer en omkeer vooraf dient te gaan. Veel kerkbladen laten zien dat er ook in gemeenten van gereformeerde signatuur in de Stille Week elke avond bijeenkomsten zijn. Een illustratie van dit ontluikend liturgisch besef is het feit dat er dezer dagen een studiedag wordt georganiseerd over het liturgisch jaar door het Steunpunt Liturgie van de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt. Directe aanleiding daarvoor is de verschijning van ‘Tijd voor het geheim van Christus. Het liturgisch jaar in de gereformeerde kerkdienst (uitg. Boekencentrum) van ds. Harrie de Hullu. Voordat onze redactie dat wist, kwam er bij ons een hartenkreet op tafel van Tia Deij, organiste, over de soms achteloze manier waarop met liturgie en liturgische vormgeving, met name op weg naar Pasen, wordt omgegaan. We vroegen haar om haar visie als introductie voor dit themanummer op te schrijven. Haar conclusie: allemaal terug naar Rome daagt uit, maar wie doorleest in dit nummer ontdekt dat er ook andere wegen zijn dan die naar Rome leiden…
Al meer dan 20 jaar geleden begon ds. D.J.K.G. Ruiter, christelijk gereformeerd predikant, in zijn kerk met een Paaswake. Hij beschrijft de bijbels-joodse wortels ervan, hoe de christelijke gemeente eigen conclusies heeft getrokken, en hoe in zijn praktijk de viering van de Paasnacht gestalte kreeg. In het daarop volgende artikel houdt ds. A.J. Zoutendijk een pleidooi voor preken in de lijdenstijd. Er is iets wat we alleen bij het kruis te horen krijgen: het laatste en verlossende oordeel. Golgotha is niet de plek van de sprakeloosheid, integendeel, er is daar een maximum aan God-taal.
Dr. G.C. van de Kamp keert daarna terug naar de liturgie en laat de verschuivingen zien die de laatste vijftig jaar plaatsvonden met betrekking tot de viering van de Stille Week en die hij ook weerspiegeld ziet in zijn eigen ervaring. Hij brengt ze in kaart tegen een bredere oecumenische achtergrond, duidt ze theologisch. Daarmee zitten we in de leidende vraag van dit nummer. Kunnen we in het ‘winkelwagentje’ van onze eredienst allerlei elementen probleemloos inpassen, of veronderstelt aandacht in en voor de momenten op de lijdensweg in de Stille Week ook een andere benadering van de Witte Donderdag, de Goede Vrijdag en de Paasnacht- en Paasmorgendienst?
Ds. H.M. Schormans-Marchand hoorde ver weg de stem van Noordmans, opgepikt in haar studententijd: ‘Vormen, vormen, vormen! De Geest doorbreekt ze!’ Ze haalt Noordmans geschrift Liturgie tevoorschijn. Hij zocht naar de geestelijke bewegingen die in met name de Anglicana (voor de liturgische beweging een voorbeeld, vanwege de mix van protestants en katholiek) aanwezig zijn, naar de onderliggende gedachte van het liturgisch leven daar en de plaats die de liturgie inneemt in kerk en theologie. Hij is van mening dat uit dat grotere geheel niet zomaar liturgische stukjes losgeweekt kunnen worden en in de reformatorische orde geplaatst, zonder de prediking van het Woord daarmee in gevaar te brengen of te ontkrachten. Ds. Schormans komt tot een mooie afronding met een paar vragen en adviezen, want met al haar waardering voor de soberheid van Noordmans, heeft zij als dominee in de gereformeerde traditie hang naar schoonheid en deelname (liturgie). Er komt nog een ds. Schormans aan het woord (schoonvader van de eerder genoemde): als voormalig rooms-katholiek vertelt hij in een interview hoe liturgie en prediking elkaar kunnen versterken. Maar hij zegt het veel mooier dan ik het hier samenvat!
Nu heb ik het nog niet gehad over de bij het thema passende bijbelstudie, de rubriek Laatst Geboekt over twee interessante boeken en de Kroniek naar aanleiding van het door de synode van de Protestantse Kerk in Nederland besproken gravamen (bezwaarschrift) over de hel. Er is ook een toegift. Het voorlaatste nummer van Kontekstueel, met als thema ‘Vrouw en ambt’ leverde een aantal reacties op. De correspondentie tussen een van onze lezers en een predikant die in dat nummer schreef, was aanleiding voor ons daarop terug te grijpen. Redactielid dr. W. Dekker nam dat op zich.
U hebt weer genoeg te lezen. We gaan op weg naar Pasen, met gezang 173 (Liedboek voor de kerken):
Gij onderhoudt de vlam van ons bestaan,
Aan U, o Heer, ontleent het brood zijn leven.
Ons is een lofzang in de mond gegeven,
Sinds Gij de weg van ’t offer zijt gegaan.
Marja Brak is eindredacteur van Kontekstueel.
Voor een nieuw abonnement, klik hier
Voor losse nummers, klik hier