Skip to main content

november 2008 (23e jaargang nr.1)

De duivel weerstaan
1 Petrus 5:8-9

ds G. van Meijeren

Vandaag de dag zijn er heel wat thema’s waarover je als dominee een mening moet hebben of een visie ontwikkelen. Sinds kort is daar de duivel bijgekomen. Net als bij de zonde hebben we zo onze bedenkingen tegen de satan. Maar hoever strekt dat. Kun je hem helemaal weg krijgen?

Eerst maar de vraag of die nieuwe aandacht voor de boze uit de lucht komt vallen. In zeker zin wel (Openbaring 12:9), maar ook weer niet helemaal. De laatste jaren is er sprake van verandering. Het gesloten wereldbeeld van het moderne denken maakt plaats voor een ander paradigma waarin meer openheid is. Het postmoderne weten schept ruimte voor de directe ervaring van het bovennatuurlijke. Geen wonder dat het gedachtegoed van veel christelijke groepen naadloos aansluit bij wat godsdienstwetenschappers aanduiden als nieuwe religieuze bewegingen. Zonder flauw te willen doen, kan de vraag gesteld worden hoe cultuurvolgend wij eigenlijk zijn.
Aan de andere kant is de figuur van de duivel nooit helemaal weggeweest. Zowel in het Oude als het Nieuwe Testament wordt over hem gesproken en gefluisterd als het gepersonifieerde kwaad. Een tegenstrevende macht die het Koninkrijk onmogelijk wil maken.

Bezeten wereld
Zo spreekt Petrus van hem. Het vijfde hoofdstuk van zijn eerste brief heeft een pastorale toon maar is geen bucolische idylle. De presbyters worden herders genoemd aan wie de zorg voor Gods kudde is toevertrouwd. Maar er is ook een vijand. Een gevaar dat de gemeente bedreigt: de duivel. Hij gaat rond als een brullende leeuw op zoek naar prooi. ˋWij leven in een bezeten wereld en wij weten het’, schreef Huizinga aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. Dat was in de eeuw van de grote ideologieën die miljoenen betoverden. Aan het begin van de nieuwe eeuw is dat er niet op vooruitgegaan. Ik schrijf dit een dag nadat een jonge Fin zijn pistool leegschoot op zijn klasgenoten. De krant vermeldt dat hij dol was op horrorfilms en obscure gothic muziek. Ook in de cultuur is het kwaad prominent aanwezig. In de blockbuster The Dark Knight voert de Batman een moeizame strijd tegen een ongrijpbare en angstaanjagende tegenstander die terreur zaait. Gotham city als beeld van de wereld gevangen in angst.
En dan nog veel dichter bij huis: zij die bekneld zijn geraakt door allerlei machten: seksueel misbruik dat het leven heeft beschadigd; een verslaving die je gevangen houdt. Soms zijn mensen bezet gebied geworden van de boze door duistere praktijken.

Verzet tegen de boze
Maar proclameert het evangelie niet de overwinning op de satan? Heeft Jezus hem niet de kop vermorzeld? Zijn de machten niet onttroond en aan zijn zegekar gebonden (Kolossenzen 2)? Zeker, dat is de hoge toon van Pasen. ˋTheologisch gesproken is de enige macht die we echt met respect zullen kunnen bejegenen die van Christus’ (C. van der Kooi). Maar dat wil niet zeggen dat de strijd verdwenen is. Onze belijdenis (zondag 52 catechismus van Heidelberg) spreekt van onze doodsvijand, de duivel, de wereld en ons eigen vlees. En het is de Geest zelf die ons in deze geestelijke strijd staande moet houden. Anders kom je nog onder te liggen. Daarover heeft Petrus het ook. Er is een apocalyptisch gevecht gaande tussen God en de duivel. Het rijk van de duisternis tracht het geloof van de kinderen van het licht te breken. Achter de ervaringen van vijandschap die de gemeente opdoet, ziet Petrus de tegenstander, de duivel, actief. Wees daarom waakzaam en op je hoede!
Maar er is meer. Je kunt hem ook partij geven, zegt Petrus. Weersta hem. Ga de confrontatie niet uit de weg. Dat is een gedurfde oproep met het oog op een leeuw. ˋZo koninklijk is een mens door Christus, dat dit tegen hem gezegd kan worden’ (H. de Jong). Jakobus (4:7-10) beschrijft wat het effect van het weerstand bieden aan de duivel is. Hij slaat op de vlucht. Vanuit de overwinning van Jezus Christus mag je je tegenover de boze teweerstellen en daarin volharden. Let wel: het gaat om verzet tegen de boze, (nog) niet om zijn vernietiging. Dat Petrus het heeft over strijd en confrontatie helpt mij verder in het nadenken over de duivel.
In het fascinerende boek Black Mass laat de politiek filosoof John Gray zien waar het in de Amerikaanse aanval op Irak na 9/11 om te doen is: to rid the world of evil (George W. Bush, september 2002). Het kwaad moet er helemaal aan. Die utopische overtuiging betekent een breuk met de grote christelijke traditie die altijd heeft geweten dat je het kwaad niet kunt uitroeien. Zelfs het manicheïsme dacht subtieler over het boze dan het christelijke post-millennialisme van de Bush-regering, aldus Gray.

Uithouden

Die observatie vind ik verhelderend. In de bezinning op de positie van de boze en de wenselijkheid van de dienst der bevrijding klinken vandaag allerlei geluiden. Oók geluiden die sterk verwant zijn aan dit post-millennianisme. Ze worden gekenmerkt door een sterk dualistische tendens, alsof God en duivel elkaars gelijke zijn. En daarin is ook een belangrijke rol voor de kerk weggelegd. Zij moet de machten van het kwaad actief bestrijden. En die machten kunnen zelfs overwonnen worden als de uitverkorenen uitgekiende strategieën hanteren en niet aarzelen om demonen te verdrijven. Bijvoorbeeld uit individuen of uit bepaalde gebieden (dominions). Het is een spirituele heilige oorlog die zich uitstrekt over de zonden van een land en de doorwerking van voorouderlijke zonden.
De bijbel kent geen uitgewerkte demonologie. Het Nieuwe Testament heeft ook niet tot doel gedetailleerde informatie te verschaffen over demonen en machten. Ons wordt verzekerd dat Jezus is gekomen om ons van de angsten voor de demonische werkelijkheid te bevrijden. Hij is en blijft Victor. Die zekerheid moedigt ons aan om de boze te weerstaan. Met verdedigingswapens (Efeze 6), dat wel. Op een of andere manier zullen we onder ogen moeten zien dat we nog niet in de gloria leven. We moeten het zien uit te houden met het kwaad, in ons en buiten ons. En vaak is dat adembenemend. ˋElke ochtend zou je in je bed wakker moeten worden en jezelf afvragen: Kan ik het vandaag allemaal weer geloven? Nee, wat nog beter is, wacht met die vraag tot je The New York Times hebt gelezen, totdat je je dagelijkse portie van de gebrokenheid en corruptie van deze wereld, die altijd vlak naast je bijbel hoort te liggen, hebt bestudeerd. Vraag jezelf daarna af of je die bewuste dag nog weer in het evangelie van Jezus Christus kunt geloven.’ (Frederick Buechner)

Weerstaan
Hoe weersta je de duivel? Petrus heeft het over vast zijn in het geloof en dan verwijst hij ook naar de broederschap in de wereld. In oost en west en noord en zuid strijden we tegen dezelfde machten. En in de voorbede dragen we elkaar op om dicht bij Christus te blijven en te zien waar het op aankomt. Een solide geloof is vooral: je aan Christus houden die zelf verzocht is geweest en die ons leerde bidden: Verlos ons van de boze. Elke keer als je dat bidt, adem je de overwinning van het kruis in en ontvang je de kracht om stand te houden. Totdat God de satan onder onze (!) voeten, zal verpletteren (Rom.16). Gezang 172 verwoordt het zo:

Een mens te zijn op aarde
in deze wereldtijd,
dat is de Geest aanvaarden
die naar het leven leidt;
de mensen niet verlaten,
Gods woord zijn toegedaan,
dat is op deze aarde
de duivel wederstaan.

Ds. G. van Meijeren is predikant van de Hervormde gemeente te Dirksland