Skip to main content

mei 2008 (22e jaargang nr.4)

En waarom duidt gij deze tijd niet?
Drs. C. Blenk

Durven wij in het wereldgebeuren nog wel 'Gods hand' te zien? Toen Rotterdam werd gebombardeerd boog ds. Kersten onder Gods oordeel, maar ds. Buskes hoorde iemand in het puin roepen: ‘Ik néém het niet!’ en preekte daarover 'van Godswege'. Is oorlog oordeel of onrecht? Barth schreef aan de Franse kerk: deemoed voor God is iets anders dan deemoed voor de feiten! 'Duiden' gaat een his-toricus te boven. Laat dan een theoloog ons geloofsoog scherpen.

Dr. O. Noordmans schreef in 1940: De Heere spreekt. Hij greep terug naar Nederlandse Confessie die Gods Voorzienigheid 'dicht bij de geschiedenis houdt'. In 'dodelijke tijdsgewrichten' moet dat méér, zegt hij, dan in rustige tijden. In 1933 had hij Augustinus' De Civitate geactualiseerd; maar zonder voorzienigheid. In Herschepping (1935) had hij 'het geloof van de herenboer' ingeruild voor Genesis' 'oergeschiedenis'. Na de oorlog zou hij zondag 10 herzien vanuit het Koninkrijk. Maar in de crisis van 1940 viel hij er dus juist op terug!

'De eeuwige stad'
Waar komt die voorzienigheidsleer vandaan? Nog geen eeuw nadat Eusebius de 'Wende' van Constantijn Messiaans geduid had, viel de stad Rome. Toen de christenen de schuld kregen, ontvlamde Augustinus en preekte: anders dan in Sodom waren er vele rechtvaardigen die leden als Job. En Constantinopel is gespaard! In Rome bood de kerk asiel; dat is de eeuwige stad! Maar niet als escape! In De stad Gods haalde Augustinus de hele geschiedenis op. Rome is niet ontstaan door de voorzienigheid van Jupiter maar van God. God regeert - ook vóór Christus en buiten Israël. Zo kerstende Augustinus de 'providentie' van de Stoa. Hij had er al wel in geloofd, maar nu trok hij de geschiedenis erin; ook het kwaad (tegen Mani). Die Augustus de macht gaf, gaf ze ook Nero. Het tweede deel van De Civitate gaat over Jeruzalem en Babylon in hun gang door de tijd. Zie hier een theoloog die kerk- en wereldgeschiedenis synchroniseerde! Maar corrigeert de 'antithese' niet de massieve 'voorzienigheid'? Een collega op de Balkan vroeg: Komt nu het einde? Nee, zei Augustinus, ik zie hier in Afrika dagelijks nog onbereikte volken langskomen! 'Eerst moeten alle...' zegt Mattheüs 24. Maar dat staat niet in DC!
Er was ook een andere duiding mogelijk: volgens Salvianus (440), wiens stad Trier werd verwoest, bezweek de Rijngrens als Gods straf over de zedeloosheid der christenen! Oordeel dus! Maar wat gebeurde? Wat noch Augustinus, op zijn sterfbed omringd door Vandalen, nóch Salvianus in het klooster voorzag: de kerk redde de cultuur! (Dat ontbreekt in de 'canon van Nederland'.) Het kwaad werd ten beste gekeerd. Europa werd gekerstend, vóór de Islam het in de tang nam. Dát is providentie! Zelfs de jaartelling werd gekerstend (ontbreekt ook in de canon): een monnik telde niet meer ab urbe condita maar vanaf Christus. Gold de tijd na Christus in DC als de laatste periode, nu kwam Hij in het centrum. Want de nieuwe telling herschikte ook de tijd vóór Christus. Sindsdien leven wij Anno Domini!
Is DC nu achterhaald? De reformatie was een Augustinusreveil (aangejaagd door de boekdrukkunst - providentie!) maar zonder DC. Luther verwachtte wél het Einde, want de antichrist was gekomen. Maar die duiding bleek verkeerd: er kwam nog een 'Nieuwe Tijd'! De moderne geschiedwetenschap kon niets met DC, maar het boek
herleefde in de 20e eeuw: tegenover het Germaanse heidendom. Noordmans herkende een verschuiving van God-en-de-ziel naar de Drie-eenheid en het Rijk. Volgens Sizoo (in een oorlogsbundel over de zin der geschiedenis!) gaf DC de stoot tot de zinvraag.
Wél bood DC (volgens Hans van Oort) meer vreemdelingschap dan theocratie, maar wereldvreemd was onze kerkvader niet. Zelfs een eeuwigheidsprediker kan niet tijdloos theologiseren.  

Islamdreiging en Lutherlied   
De reformatie zelf was als open deur (Hand. 11) Gods hand in de geschiedenis. Maar juist toen stonden de Turken voor de poort (1529)! Rome wilde een kruistocht, maar Zwingli was liever Turks dan paaps. Luther wees op de overheidstaak van de keizer en zong Een vaste burcht. Weer een psalm! Nu over de bedreigde Stad. Het Lutherlied gaat dus niet over zonde en genade maar over leed en lot; niet over protestantse sola's maar de hele christenheid. 'Ons staat een sterke Held terzij!' - hoe actueel! Na de aanval op de Twin Towers, toen Bush weer een 'crusade for democracy' wilde, citeerde iemand in de Senaat trefzeker Een vaste burcht. Wij hier vrezen eerder 'het euvel der vereenzelviging' (zoals de NHK na 1945 tegen de christelijke partijen zei).

Calvijn op de Areopagus
Zo verdedigen we onze westerse cultuur, maar is zij christelijk? Calvijn, zelf een bekeerde humanist, zag in de klassieke cultuur Gods ‘algemene genade' en duidde daarmee ook de Renaissance in zijn eigen tijd, de Nieuwe tijd. Want ook Paulus citeerde op de Areopagus met instemming een heidense dichter! Maar werkte dat door in de leer? Calvijn bracht de algemene genade ter sprake bij de zondeleer; niet bij de voorzienigheid. Net als Calvijn ziet Zondag 10 providentie alom, maar zonder wereldgebeuren. En bij Christus' wederkomst geeft zij geen tekenen des tijds. Zo viel dan in ons troostboek het hele wereldgebeuren uit...  

Eye-openers
Helaas had de Reformatie ook al blinde vlekken voor zending en Israël, maar de Nadere Reformatie zag scherper: het zendingsbevel was niet tijdgebonden en God had het Joodse volk niet verstoten! Waarom had juist zo'n vroomheidsbeweging daar oog voor? Door zeevaart naar Indië en door Portugees-Joodse asielzoekers. Zo kan de tijd ook de Schrift belichten! En dat gebeurt vaker: in 1940 noemde Kraemer het Joodse voortbestaan het wondere 'raadsel der geschiedenis'. Velen ontdekten Romeinen 11 pas door de oorlog!

De tirannie verdrijven
Wat toont ons het Reformatiemonument in Genève? Geen theologen maar opstanden! Van Hongarije via Nederland naar Engeland en Amerika! Oranje zong: 'Als David moeste vluchten voor Saul den tyran'. Volgens Valerius' Gedenkclanc (herdrukt in 1941!) klonk bij de Opstand van 1572: Com nu met sang. In Israel was dat een wijze, maar bij tegenslag: Heere, keere van ons af Uw vertoornd Aangezicht. Bij hulp klonk: O, Heer die daar des hemels tente spreyt, 1585, en bij bevrijding: Gelukkig is het land, dat God de Heer beschermt, 1590. Het nageslacht dat deze duiding niet meer kent, moet weten, hoe men dat toen beleefde (niet: leerde)!
'Duiden' mag, maar niet nationalistisch. Elke rechtmatige opstand wil 'de tyrannie verdrijven, die mij het hart doorwondt'. Zoek Gods hand niet bij incidenten of mirakels, maar (naast oordelen) vooral bij bevrijdingen. 'God-Nederland-en-Oranje' dan? Oranje dacht Europees; hij wilde met Duitse of Franse, maar zeker met Gods hulp de 'christenen en andere verdrukten' beschermen. Na de ondergang van de Armada in 1588 duidde een gedenkpenning: 'Gods adem heeft ze verstrooid'. Ik geloof dat! Niet omdat wij, maar omdat de Europese Reformatie (het Woord!) werd gered. Zo'n 'Wende' was er weer in 1688 bij de 'Glorious revolution' van Willem III: 'Pro libertate et religione'. In genoemde 'canon' ontbreken zowel 1588 als 1688. Waarom? Wie gelooft let meer op zulke Wendingen. Maar waarom lukte de Verlichting vooral in protestantse landen?

Kloof en brug
Het Réveil benadrukte: 'Tegen de revolutie het Evangelie!'  Die antithese werkte door in de schoolstrijd (die men voor een 'canon' niet stichtelijk vond!). Maar over die kloof bouwde Kuyper de brug van de gemene gratie: vooralsnog bij de Voorzienigheid! Kuyper kerstende de 'Idea of Progress' en begroette de democratie als vrucht van het calvinisme. Hij opende een nieuw 'panorama van de wereldgeschiedenis'. Hij duidde het hele Romeinse rijk vanuit de 'volheid des tijds'! In het westen zag hij algemene en bijzondere genade samenvloeien in 'de schoonste vrucht'. Maar hij lette meer op cultuur dan op geweld. Spoedig werd zijn 19e eeuwse betoog ingehaald door afval en oorlog. Daarom brak Klaas Schilder ermee, afkerig van het christendommelijk 'nog'. Schilder greep voor de 'cultuuropdracht' terug op het christenambt van de Heidelberger. Maar zo vielen buitenchristelijke culturen wél uit! Intussen bleef 'common grace' geliefd bij neo-calvinisten elders. Hoe verklaar je ook anders het goede in een zondige cultuur?!

Apocalyps, Getsémané en Umlenkung
Maar waar bleef bij dat voorzienigheidsgeloof nu de Apocalyps? Dat was een vergeten thema, tot de wereldoorlogen uitbraken. Niemöller las eruit in zijn U-boot (1917). In 1933 voorzag Buskes in De laatste strijd bij het 7e zegel een nog vreselijker oorlog. In de hongerwinter noemde Miskotte de Apocalyps Hoofdsom der... historie en herkende de bewegingsoorlog van Openbaring 9. Zo kwam bij geschiedduiding nu ook de eschatologie in geding.
Barth wees de Franse kerk voor de 'wonderen van de antichrist'. Na de Duitse aanval brak in Bonhoeffers ethiek de geschiedenis door: hoe kon zo'n (Germaans-Romaanse) tweespalt ontstaan?! Europa was toch gevormd door Christus' opstanding? Maar in de cel ontdekte Bonhoeffer dat secularisatie al in de Middeleeuwen was begonnen. Wij moeten leven 'ook als God niet bestaat', zei hij, maar hij verwachtte wél Gods ingrijpen. Na de mislukte aanslag op Hitler moesten we lijden met Jezus lijden in Getsémané. In 1941 herlas E. Stauffer het NT vanuit Joodse apocalyptiek. Deze mennonist was beïnvloed door Spenglers Untergang. 'Het hele NT blijkt één grote worsteling met de geschiedenis', concludeerde Van Ruler verrast. In de Voorzienigheid zag Stauffer een wet: de 'Gesetz der Umlenkung': God keert bij Jozef én Jezus 'het kwade ten beste'. Deze oude regel lijkt ook collectief toepasbaar: na de oorlog herrees Europa en na de holocaust herrees Israel! Berkouwer nam Stauffers Gesetz over in zijn Voorzienigheidsleer.

Eine Schweitzer Stimme
Bij de bevrijding preekte Miskotte over: Gods (niet onze!) vijanden zullen vergaan. Weer een psalm bij een mijlpaal! Zelfs Barthianen durfden weer te duiden! Barth zelf, Zwitsers-gereformeerd, was al in 1914 geschrokken van het Duitse 'Gott mit uns' en ontdekte in de Römerbrief de gans Andere. Alles werd bij hem toen eschatologie. Bij de Deutsche Christen schrok Barth weer. Volgens de Barmer Thesen kennen wij God niet uit de krant, maar in de Zoon. Barth miste bij de wereldkerk het 'wachterambt' van Ezechiëel, bestreed Hitlers agressie met een christologische overheidsleer en duidde antisemitisme als antichristelijk. Maar was Hitler dé Antichrist? Dat zou defensie en gebed zinloos maken. Bij 650 jaar Zwitserland (1941) sprak Barth over tekenen van Gods providentie: het eedgenootschap (verbond!) met een grondwet 'im Namen Gottes'. Hij combineerde een Zwitserse spreuk met de Zwitserse vlag: 'providentia Dei' doorkruist 'confusio hominum'. Maar in diezelfde Godsnaam striemde hij de landspoli-tiek. Toen Amerika in de oorlog ging deelnemen, zag Barth Gods hand in de wereldgeschiedenis! In 1944 zei hij in Kirche und Weltgeschehen: wij zien door een spiegel in raadsels (1 Cor. 13), maar wij ontcijferen wél Gods schrift: de ondergang der Joden als 'Golgotha der Gegenwart', de lijdende knecht als 'Godsbewijs'! Intussen verwerkte Barth het Jodendom dogmatisch in een 'Doppelgestalt' van Israel en de kerk - en hielp ook gevluchte Joden! Werkten genoemde oorlogsduidingen dóor in de KD? Ja, drie maal: bij de voorzienigheid, de ethiek (profetie!) en de kerk. Bij de Voorzienigheid (KD III, 1950) noemde Barth drie 'indicaties': de geschiedenis van bijbel en kerk, maar vooral van de joden!
Hoort de eigen tijd al bij 'geschiedenis'? Volgens Huizinga was geschiedwetenschap 'rekenschap geven van het verleden', maar Huizinga's leerling Romein wierp zich juist op de contemporaine geschiedenis. Hij las in de oorlog Study of History van Toynbee, die na Spenglers Untergang culturen onderzocht op opgaan, blinken en verzinken. Ondergang leek toch geen noodlot!

Mans disorder and Gods design  
Zo verschoof in de oorlog de betekenis van het woord 'geschiedenis'. In de theologie werd dat ook weer een thema. Cullman zag in Christus und die Zeit, 1946, de eeuwigheid gewoon als het verlengde van de tijd. Christus' komst was als D-day: voorbode van Victory-day. Van Ruler inaugureerde over Het Koninkrijk Gods en de geschiedenis (1947). In de hervormde proeve Fundamenten en Perspectieven ging men niet meer uit van de voorzienigheid maar van het Koninkrijk Gods, met tekenen: eerst troostrijke als wereldzending (Matth. 24), dan waarschuwende. Anders dan de Confessie noemde Proeve ook Israël; en ook als teken.
Maar hoofdschrijver Berkhof voelde zich met Christus de zin der geschiedenis (1958) nog een pionier. In de koude oorlog zag het marxisme meer dan het westen zin en doel in de geschiedenis! Maar wij? De aanzet van de Wereldraad (1948), Mans disorder and Gods design, door Barth moedig omgekeerd, werkte Berkhof als volgt uit: Christus is de 'endzeitliche Mensensohn' (Stauffer), 'einde en nieuw begin' (Daniélou); het wereldgebeuren is een planetarische herhaling van kruis (Pascal) en opstanding. De zending is een geschied vormende macht; secularisatie een kind van de zending, dat zich tegen de moeder keert (Löwith). De antichrist wordt nog weerhouden door de 'weerhouder' (2 Thess. 2!). 'Europa' is christelijk-antichristelijk. In afval en islam wordt Christus weer gekruisigd; maar in de kerstening en Israëls herrijzenis staat Christus weer op. Het einde is niet abrupt, maar voleinding (Kuyper). De schepping lijkt in doodsnood maar is in barensnood. Wie waakt duidt, - net als in eigen leven (Groen). Berkhof eindigde met het genoemde Barthcitaat over 'duiden'!
Toen een Groeniaan als Berkouwer niet meer durfde te duiden bij de providentie, maar alleen in de eschatologie, durfde een Barthiaan als Berkhof dat weer wel. Bevrijding is een Exodus. Daarom leek Gorbatsjov op Cyrus! God bevrijdde ook andere volken. Maar wat dóen we met vrijheid?! 'Zijn niet de tien gereinigd?'
Soms moet je een duiding terugnemen, zei Berkhof. Zal het communisme 'ontdemoniseren'? vroeg hij in 1958. Berkhof heeft (vóór zijn ketterijen) christenhistorici gered, maar wat moeten nieuwe generaties? Berkhofs opvolger maakte rechtsomkeert.

Achter de schermen
Ouweneel, de evangelische pionier in metahistorie, wil achter de schermen kijken. F. de Graaff leerde hem uit Daniël 10, dat elk rijk zijn engel-vorst heeft. Ouweneel begint bij de apocalyps: wereldrijken zijn dieren wier macht eens wordt overgenomen door de Mensenzoon (Daniël 7). Maar ìs Rome dan al 'overgenomen'? Echt niet bij Constantijn met zijn keizerverering en Jodenvervolging. Rome herleefde in 'opvolgerrijken': van Karel de Grote tot de EU. Dat is historisch wel juist, maar zijn al die rijken uit den boze? vragen christenhistorici. Handelingen is positiever over het Romeinse Rijk dan je denkt: om het recht! Pas onder Domitianus sloeg dat om in de apocalyps. 't Kan verkeren! Na 'drie oorlogen' (Maarten van Rossem) herrees Europa uit haar as en greep terug op Athene en Rome. Dan gaat Romeinen 13 nu weer vóór Openbaring 13.
Ieder heeft 'de wereld in huis'; je ziet alles maar waar is de ziener? Huntington ziet de koude oorlog als een intermezzo; na de Wende zitten wij weer op de hoofdlijn: clash of civilisations; de islam met zijn 'bebloede grenzen' contra het westen! Europa zit klem tussen afval en islam! Wat nu? Moslims moet je liefhebben maar de islam moet je dóórhebben. 'Anti' betekent ook 'in plaats van'. Zo ziet de koran zichzelf: als rectificatie van de bijbel! Daarnaar handelt de islam ook: zij nestelt zich op Joodse en christelijke plaatsen en wil verloren gebied terug. Wij moeten Wilders liefhebben, maar verwildering vrezen. Zelfs in de New World vraagt men na Irak en de 'inconvenient truth': 'are we Rome'?! Dat roept om een nieuwe Augustinus.  
Wat zei Jezus op de Olijfberg? Het weer duidt u, maar waarom niet de tijd? Wat het beslissende teken van de voleinding is? Niet het rampenscenario, maar de wereldzending! Let op dat positieve teken! Hoe ver zijn we al op de wereldkaart? Zwart Afrika bezwijkt onder racisme en aids, maar de kerk groeit. Straks steekt China ons naar de kroon, maar de kerk groeit. Doorslaggevender dan het voorpaginanieuws zijn de werkers van het elfde uur: de Wycliffe bijbelvertalers, die de laatste talen zoeken en Trans World Radio, die 85% van de wereld kan bereiken. En vergeet Jeruzalem niet, waar de meeste journalisten zitten te wachten op wat komen gaat.

Drs. C. Blenk is emeritus predikant (PKN)