31e jaargang nr. 2 (nov. 2016)
thema: Heiligen. Woorden wekken, voorbeelden trekken
reactie van Nico Koolsbergen
Heiligen fascineren me al bijna een leven lang. Dus las ik de hieraan gewijde Kontekstueel in één ruk uit. Meestal met instemming, soms ook was ik het met een auteur oneens. In elk geval sta ik positief tegenover het idee van heiligenverering. Niet aanbidden, niet aanroepen (hoewel ik dat niet zonder meer wil uitsluiten) maar vereren, me geïnspireerd weten door hun voorbeeld. Diverse bijdragen in Kontekstueel gaan in diezelfde richting. Ik mis echter één element dat ik juist in een gereformeerd - althans gereformeerd getint - tijdschrift zou verwachten: de Heidelbergse Catechismus zegt er ook iets over, zij het zonder het woord heiligen te gebruiken.
Ik ben vrijgemaakt gereformeerd opgevoed, in de wereld van de enige ware kerk. Dat 'enige ware' wordt nu ontkend maar mijn geheugen bedriegt me niet, het dagelijks leven was doordrenkt van wij/zij-denken. Bijna een halve eeuw geleden ben ik een andere weg gegaan maar mijn opvoeding heb toch altijd als een schat met me meegedragen. Van de psalmverzen in de berijming van 1773 - iedere week een ander - tot de Heidelbergse Catechismus die we eveneens geacht werden van buiten te leren. Nog steeds koester ik die.
Mijn interesse en later ook mijn hart trokken me echter vooral naar het rooms-katholicisme dat bij nadere bestudering een stuk solider in elkaar bleek te zitten dan ik als kind geleerd had. Zo bezocht ik samen met een katholieke vriend - en ook wel alleen - enkele malen de voormalige trappistenabdij Sion in Diepenveen. Om mezelf te hervinden, om tot rust te komen, en in de hoop om als geboren twijfelaar toch dichter bij God te kunnen komen. Diepenveen is om verschillende redenen mede bepalend geweest voor mijn geloofsontwikkeling in alle jaren nadien. Ik heb het geloof behouden!
Het jaar weet ik niet zeker meer, maar het zal 1974 of 1975 zijn geweest dat ik in de abdij verbleef tijdens Allerheiligen, 1 november dus. Ik placht alle missen en koorgebeden bij te wonen. Van de mis van die Allerheiligendag herinner ik me de preek. De dienstdoende pater legde daarin uit hoe het met verering van de heiligen zat. Het was een simpel verhaal, maar zo had ik er nooit eerder tegenaan gekeken. Heiligen zijn gewoon leden van de kerk, ook in de hemel. Je kunt ze gewoon iets vragen, net zoals je buurman of buurvrouw in de kerkbank. Waarom ook niet, dacht ik, en vanaf dat moment heb ik geen probleem meer gehad met heiligenverering.
Maar nooit heb ik een heilige aangeroepen. Ik weet namelijk niet of mensen in de hemel enig idee hebben van wat er op aarde gebeurt (de hemelbewoners in Job wel, maar dat zijn naar ik aanneem engelen). Elia en Mozes wisten hoe het er met Jezus voor stond maar zij zijn geen 'gewone' heiligen. Wel heilig, ook in Joodse ogen. Denk aan de stoel die bij het Joodse paasmaal wordt klaargezet voor Elia, voor het geval hij dan zou komen, een verwijzing naar de laatste verzen van Maleachi. Omdat Elia altijd het verbond met Israël met God benadrukte, geloven Joden ook dat hij 'aanwezig' is bij iedere besnijdenis. Het verbond, dat is heel gereformeerd!
Heiligenverering? Prima? Ook om wat de Heidelbergse Catechismus zegt, woorden die aansluiten bij die preek van die pater toen. Ik ken de tekst al mijn hele leven van buiten.
Wat gelooft gij van de heilige algemene christelijke kerk?
Dat de Zoon van God, uit het ganse menselijke geslacht, zich een gemeente, tot het eeuwige leven uitverkoren, door zijn Geest en Woord, in enigheid van het ware geloof, van het begin der wereld tot aan het einde, vergadert, beschermt en onderhoudt. En dat ik daarvan een levend lidmaat ben en eeuwig zal blijven.
Zo, in die antieke woorden, heb ik het als kind geleerd. Heiligen? Dat zijn gewoon 'levende lidmaten'!
The past is history, tomorrow is a mystery and today is a gift, which is why it is called the present.
Website: www.koolsbergen.net