Skip to main content

29e jaargang nr. 4 (mrt. 2015)
thema: Brandpunten van de verkondiging

Je bént verkondiging
Ds. H.A. Smits

De Generale Synode vergadert in een zaal zonder ramen. De buitenwereld is niet te zien noch te horen. De kerk doet de deur dicht om te praten over 'de wereld' en wat er verkondigd moet worden.

Natuurlijk is dit een gechargeerd beeld maar dat gevoel bekruipt mij een beetje bij de notitie 'Brandpunten in de verkondiging'. Van der Kooi en Van den Brink zeggen (in mijn woorden): Het geloof is betekenisgever in deze wereld en mag de strijd aangaan tegen de verplatting. Ik zou geloof en wereld niet uit elkaar halen. Beide zielen (zo je wilt), de gelovige en de wereldse, huizen in ons. Soms zijn ze één, soms spreken ze elkaar tegen, soms zoekt de een de ander op. In die dynamiek probeert de kerk tot een spreken te komen.
Wil de Protestantse Kerk recht doen aan geloof, God, de Schrift, traditie én de wereld dan zou zij kunnen kiezen voor een notitie waarin verschillen mogen blijven bestaan, als blauwdruk voor hoe verschillend God met mensen omgaat en 'gehoord' wordt en vice versa. Dat gezegd hebbende leg ik graag nog een paar begrippen naast de notitie 'Brandpunten', vanuit de praktijk als gemeentepredikant in Noord-Holland.

1. Gods liefde - trouw
'Mijn dochter heeft niks laten horen op mijn verjaardag.
Niet eens een berichtje op Facebook.
Ik snap het niet.
Het maakt mij eenzaam. Steeds weer.'
In mijn gemeente luister ik veel naar verhalen over kinderen die niet meer bij ouders komen, broers die elkaar niet kunnen luchten of zien, over scheidingen die op ruzie uitlopen. Verhalen over mensen die niet om kunnen gaan met een verschil van inzicht. In onze 'o zo communicatieve wereld' van Facebook, Twitter en E-mail blijkt verbondenheid problematisch te zijn.
Natuurlijk probeer ik als predikant, en ook andere gemeenteleden doen dat, weleens mediator te zijn, maar de belangrijkste meerwaarde is dat ik de tijd neem om te luisteren. Steeds maar weer. Dat is de trouw van een gemeente. Noem het een voorbeeld van Gods liefde. Het bij elkaar uithouden in tijden van vreugde, maar ook in tijden van verdriet. Dat geeft troost. Mede daarom wordt verkondiging in mijn gemeente gedragen door begrippen als liefde en trouw. Sterker nog: je bént verkondiging.
Vanuit deze ervaring zou ik een notitie over verkondiging beginnen bij Exodus en niet bij de schepping. In Exodus lezen we hoe God meegaat op de woestijntocht, hoe God leidt naar een land waar het goed is, hoe God bevrijding zoekt voor zijn volk. Met vallen en opstaan gaan God en zijn volk op zoek naar recht en vrede. In verbondenheid. In mijn gemeente is dat steeds een onderwerp: met wie ben je verbonden en wanneer? En hoe ga je om met een verschil van inzicht? Of het nu geloof, familie of politiek betreft. God gaat mee, zoals wij proberen met elkaar te leven in verbondenheid. Het is een waagstuk van vallen, opstaan en opnieuw beginnen.

2. Vertrouwen - twijfel
'Stop maar met het lezen van Psalm 139.
Ik ben het kwijt. Boos, ben ik.
Zo ziek, na zoveel jaar braaf in de kerk te hebben gezeten.
Ziet God mij wel?'
In onze protestantse, veelkleurige gemeente worden vragen hardop gesteld. En er wordt openlijk getwijfeld. Dat wordt niet gezien als een teken van onmacht, maar als de andere kant van de medaille die geloof heet. Ik vind het een groot goed, omdat ik merk dat het mensen oplucht. Ze hebben niet het gevoel dat zij hun geloof aan het verliezen zijn, maar accepteren de twijfel als deel van hun geloofsweg. En natuurlijk gaat dat soms gepaard met tranen en met gevloek. Maar dat geeft meteen aan dat het een levende relatie met God betreft.
Als gelovige ben je zelf in het geding. En bij alles wat je meemaakt, beweegt je vertrouwen in God mee. Dat heeft niks te maken met een 'twijfelcultuur, die we achter ons moeten laten' (uitspraak Van den Brink in de synode). Het heeft alles te maken met dat geloven een dynamische en contextuele relatie is met God en de mensen om je heen. Ook al ben je er van overtuigd dat God de dragende grond onder je voeten is, dan nog moet je weleens een dalletje door. Ook al weet je dat God jou beschermt, dan nog sta je weleens in je hemd. Ook al ben je nog zo ontroerd door de bijbelverhalen, dan nog ken je weleens een tijd dat ze je weinig doen.
Prediker schrijft dat de mens het werk van God niet kan doorgronden. En misschien is dat wel de samenvatting van ons geloof. Ons kennen is maar ten dele, zoals in de Korintebrief is opgetekend. Laten we daarom proberen vraag en antwoord dicht bij elkaar te houden. Al onze antwoorden zijn tijdelijke antwoorden. En dat is genoeg. Laat de voorlopigheid en de menselijke beperktheid daar dan steeds weer in meeklinken. Ik voel veel voor de oproep van Van der Kooi en Van den Brink om niet óver God maar ván God te spreken. Alleen jij zelf kunt van God spreken, met je eigen woorden. Wil de Protestantse Kerk dus brandpunten in de verkondiging opstellen, dan wordt er terughoudendheid verwacht. Een bijna mystieke manier om met God om te gaan. Met eerbied voor wat groter is dan ons hart. Want al ons kennen is stukwerk.

3. Bijbel - genade, barmhartigheid en vergeving
Ik heb zo iets stoms gedaan
Ik heb iets gestolen
Zo ontzettend dom gedaan
Iets van iemand meegenomen
Dat truitje met die glitters
Van het knapste meisje uit de klas
Ik heb het gewoon weggepakt
Terwijl ik wist dat het van haar was
('Zoals zij', Kinderen voor kinderen)
Dit grappige kinderliedje raakt aan onze samenleving. Soms willen we iemand anders zijn: het knapste meisje van de klas of de meest succesvolle in het bedrijf. Hoewel onze samenleving veel kansen biedt, zien we ook excessen als hebzucht, jaloezie of dictatuur.
Voor mij biedt de Bijbel een menswaardige kijk op de wereld. Als ik zou turven welke woorden in de verkondiging in mijn gemeente relevant zijn, dan zijn het: genade, barmhartigheid en vergeving. Vooral deze drie zijn van toepassing in een wereld waarin maakbaarheid, mondigheid en 'onze rechten' de dienst uitmaken. Het is het goud van onze traditie. Maar blijf deze woorden wel verbinden met het dagelijkse leven. Juist door de bijbelse begrippen te plaatsen in de context waarin mensen leven en werken, worden het begrippen die nuttig zijn. Maar kauw het ook niet allemaal teveel uit, zou ik zeggen.

Geef mensen de ruimte om zichzelf in het geloof te 'lezen'. Of zoals ik laatst hoorde van de Engelse pastor Lucy Winkett: 'God is voorbij onze taal. Wij hebben de bijbelse verhalen. Ik lees ze voor, we praten en dan ga ik, als pastor, aan de kant.' Mensen krijgen dan de tijd en de kans om zichzelf in het bijbelverhaal te lezen. En dan kan het zijn dat ze worden aangeraakt door het bijbelverhaal. Dus geef niet meteen een vaste leeswijzer maar breng ze de liefde bij voor de Schrift, zodat ze zelf nieuwsgierig worden naar God en naar leven in het licht van Gods genade.
We hoeven als verkondigers geen wereldproblematiek op te lossen noch ronkende antwoorden te geven over ethische kwesties. We stellen de vragen, en scheppen vergezichten; geïnspireerd op de bijbelse verhalen en doorspekt van die prachtige begrippen als genade, barmhartigheid en vergeving.

Ds. Hester Smits is predikant van de Protestantse Gemeente Wognum, Benningbroek, Sijbekarspel en Nibbixwoud. Zij is lid van de generale synode van de Protestantse Kerk.
Mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

 

Om dit nummer te bestellen, klik hier

 

  • Raadplegingen: 8546