Skip to main content

30e jaargang nr. 3 (januari 2016)
thema: Creatief rondom het avondmaal

ds. W.P. Vermeulen
Bijlage 1: 'Enquete avondmaal in de gemeente

Brainstorm Kerkenraad

Aanleiding:
Directe aanleiding: de vraag van een gemeentelid om als dooplid toegang te krijgen tot het Heilig Avondmaal. Indirecte aanleiding: bezinning op een kernpunt van onze geloofspraktijk is altijd goed; latent leven er bredere vragen rondom het Heilig Avondmaal.

Doel:
Vanavond komen tot een eerste verkenning binnen de kerkenraad. Van daaruit komen tot de formulering van doel en werkwijze voor de bezinning in de gemeente

Werkwijze:
Enquête – gesprek over de uitkomsten – vervolgstappen formuleren

Enquête ‘Avondmaal in de gemeente

1. Ik vind avondmaal vieren belangrijk

a. Ja, aan het avondmaal ervaar ik de gemeenschap met Christus: Hij schenkt zichzelf in de tekens van brood en wijn.
b. Ja, aan het avondmaal ervaar ik de gemeenschap met elkaar.
c. Ja, ik ben dankbaar voor het fysieke, tastbare teken.
d. Nee, voor mij is de dienst van het Woord voldoende.
e. Nee, vanuit mijn verleden heb ik negatieve ervaringen met het avondmaal
f. Anders, nl. …

2. Kinderen die gedoopt kun je niet aan het avondmaal weigeren

a. Niet mee eens, want het komt aan op een persoonlijke geloofsbeslissing. De gebruikelijke volgorde doop-belijdenis-avondmaal is het vasthouden waard.
b. Niet mee eens, ze begrijpen nog niet wat er in de viering gebeurt. (Kinderen toelaten leidt tot vervlakking)
c. Niet mee eens, wel moeten kinderen op een andere manier betrokken worden bij de viering.
d. Mee eens, alle gedoopten moeten zonder meer toegang krijgen tot het avondmaal.
e. Mee eens, maar ik hecht wel aan goede catechese een gemarkeerd moment van persoonlijke toewijding in de vorm van belijdenis.
f. Anders, nl.

3. Van mij mag het aantal avondmaalsvieringen omhoog.

a. Nee, anders ben ik bang dat het een sleur wordt.
b. Nee, ik ervaar avondmaal vieren als een belasting.
c. Ja, omdat wij met vier keer avondmaal per jaar binnen de wereldkerk een uitzondering vormen.
d. Ja, ik ervaar dat ik het avondmaal in mijn geloofsleven hard nodig heb.
e. Ja, met de huidige frequentie blijft het avondmaal te uitzonderlijk en leren we het niet tot vast onderdeel van ons geloofsleven te maken.
f. Ja, omdat Christus gezegd heeft: doe dit zo dikwijls… tot mijn gedachtenis
g. Anders, nl.

4. Ik ben gehecht aan de huidige vorm van avondmaal vieren

a. Ja, deze vorm straalt rust en waardigheid uit en mag van mij zo blijven.
b. Ja, dat deze vorm automatisch een lange dienst met zich mee brengt neem ik graag voor lief.
c. Nee, het mag van mij ook in een kring.
d. Nee, het mag van mij ook doorgegeven worden door de banken.
e. Nee, het mag van mij ook lopend.
f. Anders, nl.

5. Van een gemeentelijke bezinning op het avondmaal verwacht ik…

a. Niets, we moeten er daarom niet aan beginnen.
b. Een heleboel onrust, we moeten daarom heel goed weten wat we doen.
c. Groeiend besef van wat God ons in het avondmaal gegeven heeft, daarom is het de moeite waard.
d. Een verandering van de huidige praktijk op het punt van frequentie.
e. Een verandering van de huidige praktijk op het punt van toelating.
f. Een verandering van de huidige praktijk op het gebied van de vorm.
g. Anders, nl. …