Skip to main content

30e jaargang nr. 4 (maart 2016)
thema: Kerstening, ontkerstening, herkerstening van Europa

H.C. Marchand
Dankbaarheid voor het werk van Bonifatius

In het kader van honderd jaar Toradjakerk op Sulawesi had de GZB een ontmoeting georganiseerd tussen predikanten, kerkelijk werkers en jongeren uit deze kerk en predikanten uit Nederland. Na een presentatie zong de groep een paar liederen. Toen ze gezongen hadden, draaiden de jongeren zich om. Achterop hun T-shirt stond het profiel van Ds. A.A. van de Loosdrecht, de eerste zendeling van de GZB.
Hij werd in Torajaland omgebracht. Sindsdien is hij voor de Torajakerk martelaar en apostel. Hadden wij de kans, zouden wij Bonifatius op ons T-shirt dragen? Martelaar en apostel naast Willibrord. Maar willen we dat? Zijn erfenis is nogal omstreden. De erfenis van Reformatoren en Oudvaders is ons veel vertrouwder. Willibrord en Bonifatius, Lebuinus en Liudger, Willehad en Bernlef zijn het kind dat met het badwater van roomse misstanden overboord ging.

Kerstening
Wie naar Fulda in Duitsland reist vindt daar zijn graf. Het deksel van de sarcofaag staat half open. De heilige heeft al een been over de rand geslagen en staat op het punt naar buiten te klauteren. Van Bonifatius ben je zo maar niet af. Dat ondervonden zijn tijdgenoten tijdens zijn leven en na zijn dood. Zijn dood wordt algemeen erkend als omslagpunt in het lange en complexe kersteningsproces van de Nederlanden. “Hic Bonifatio Lumen Vitae Extortum, Hic Frisiae Evangelii Lumen Extortum” Vertaald: hier werd Bonifatius het levenslicht ontnomen, hier ging voor Friesland het licht van het evangelie op. Aldus het opschrift op het 18de eeuwse Bonifatiusreliëf in de parochiekerk van Dokkum.
Dankbaarheid begint bij gedenken. Dankbaarheid voor het spoor dat de Heilige Geest dankzij de Iro-Angelsaksische monniken in Noordwest Europa heeft getrokken. En zo het christendom in deze landen bracht. Ook een lastige vader blijft je vader en staat bij de bron van je leven. Spuug niet in de bron waar je uit gedronken hebt.
Rond het jaar 600 had Gregorius de Grote vanuit Rome Augustinus met twaalf monniken naar Engeland gestuurd. Germaanse stammen uit Noord-Europa hadden de oversteek gewaagd naar Brittannië, dat door de Romeinen was verlaten en het christendom verdrongen naar de rand: Wales, Schotland en Ierland. De kerstening van deze heidense Germaanse stammen voltrok zich in een halve eeuw. Het Engelse christendom kiest voor eenheid met Rome (inclusief het Keltische christendom van de rand). Zij steken de Noordzee over en kerstenen hun broedervolkeren.

Motieven
Welke motieven speelden bij Bonifatius om op zendingsreis te gaan? Die motieven kennen we uit twee bronnen: de verzameling van zijn brieven die kort na zijn dood werden uitgegeven door Lull, zijn medewerker en opvolger als bisschop van Mainz. En uit de Vita Bonifatii geschreven door Willibald, opgetekend aan de hand van het getuigenis van vrienden. Daarin vallen twee motieven op.
Bonifatius ontvlucht Engeland om aan de eer en de roem als geleerde, prediker en diplomaat te ontkomen. Populariteit is een gevaar voor de ziel. In het klooster geniet hij een uitstekende opleiding. Kloosters zijn na het vertrek van de Romeinen de bronnen van beschaving en scholing. Als een Samuël gaat hij op zevenjarige leeftijd in het klooster. Een ander leven als monnik heeft hij nooit gekend. Hij steekt al snel met kop en schouders boven zijn medebroeders uit. De veertig gepasseerd, kiest hij voor de peregrinatio, de pelgrimage. Hij gaat naar Willibrord, ook een Angelsaksische priester-monnik, bisschop van de Friezen in Utrecht. Monnik zal Bonifatius blijven. Orde, regelmaat, de getijden stempelen zijn werk. Door de jaren heen heeft hij een grote aantrekkingskracht op zijn medekloosterlingen. Ze sluiten zich bij hem aan. Zijn leven is doortrokken van gebed en schriftlezing, getuige zijn talrijke (gebeds)brieven. Levenslang werkt hij ten noorden en ten oosten van de Rijn, waar de Romeinse beschaving nooit was doorgedrongen. De monniken waren het beste toegerust om daar naast het evangelie ook beschaving te brengen. Het gesprek met een bestaande cultuur bevindt zich daar op een totaal ander niveau dan bij Paulus in Athene of Korinthe of Rome.
Kenmerkte de eerste veertig jaar van zijn leven zich door de benedictijnse stabilitas loci, de tweede veertig jaar is hij een zwerver en legt enorme afstanden af. Deze pelgrim heeft een missionaire drive. Zijn favoriete Bijbeltekst is 1 Timotheüs 2:3 en 4, vaak geciteerd in zijn brieven: “Dat is goed in de ogen van God, onze Zaligmaker die wil dat alle mensen behouden worden en tot erkenning van de waarheid komen. Het evangelie brengt behoud.” De hoorders zijn zijn bloedverwanten. De taal en cultuur vormen geen probleem. En de tijd dringt. Het einde van de wereldgeschiedenis staat voor de deur. Het moet nu gebeuren. Een diep gevoel van urgentie heeft Bonifatius gemeen met alle grote missionarissen.

Rome
Hoe gaat Bonifatius te werk en wat is zijn methode van kerstening? Opvallend is zijn innige relatie met Rome. In 718 gaat hij naar Rome. Van de paus krijgt hij na grondig onderzoek van zijn motieven, de algemene opdracht Missionaris te worden onder de heidenen. In 722 wordt hij door de paus gewijd tot missiebisschop (zonder bisdom!) en ontvangt een nieuwe naam: Winfrid wordt Bonifatius. Tekenend is dat we alleen zijn nieuwe naam kennen.
Waarom deze band met Rome? In zijn brieven spreekt Bonifatius over Rome als de plaats waar het graf van Petrus is. Op dat graf legt hij zijn aanstellingsbrief en zijn opdracht neer. De bisschop van Rome is voor hem de plaatsvervanger en drager van het gezag van de apostelen. Nooit noemt Bonifatius hem de plaatsvervanger van Christus! Hij gedraagt zich niet dociel tegenover de paus. Schroomt niet om hem te berispen. De band met Rome is voor Bonifatius de garantie voor de ene algemene kerk en de geloofstraditie. Dat geeft hem ook een eigen zelfstandige positie. De Frankische Hofmeiers hielden het liefst de benoeming van de bisschop in eigen hand. Verdienstelijke hofleden of generaals werden zo beloond. Gevolg: een nationalistische kerk die een losse band heeft met de wereldkerk. En bisschoppen, die meer van jagen en vrouwen, dan van theologie en geestelijk leven hielden. Het was Bonifatius een gruwel in het oog. Hij ijvert voor het verbod op jacht en wapens voor de geestelijken.
De binding aan Rome stempelt zijn visie op kerk en verkondiging. In Duitsland wordt de evangelist een kerkhervormer en organisator. Waar hij werkt is het evangelie meestal al gebracht. Maar het is ongeregeld, syncretistisch en vaak zonder kerkverband. Het hogere kader voor kerkbestuurders ontbreekt. Engelse kloosters leveren de talenten, die dat gat opvullen: Lullus, Denehard, Burchard, Wigbert, Willibald en de vrome vrouwen, Chunihild, Chunitrude, Berthgit, Walburga en Thecla. Hij zet ze in als bisschop, abt of abdis. Het gevaar van zo’n Angelsaksische elite laat zich raden en is hem aan het eind van zijn leven ook opgebroken.
Bonifatius bepaalt: elke parochie een priester, elke priester een bisschop, elke bisschop naar de synode en de synode naar de paus. Kerkverband en kerkorde. Vanaf 742 vinden er vier achtereenvolgende synodes plaats in Duitsland en Frankrijk die belangrijke besluiten nemen. Het arianisme onder de Germanen wordt onderdrukt. Losse groepen, gesticht door Ierse monniken zonder binding aan de moederkerk brengt hij in het kerkverband. En vooral: hij bestrijdt syncretisme. En hier laat zich de vraag stellen: kan kerstening zonder het kerkelijk instituut en de kerkorde? Volgens Bonifatius is kerstening meer dan een vurige opwekkingspreek en een charismatische geloofsgemeenschap! Belijdenis en liturgie, scholing en wetten, beschaving en cultuur zijn nodig om een kerk te bouwen die duurt! Dat wat later is uitgegroeid tot het Corpus Christianum. Wat we op dit moment verliezen. Wat is nodig voor de duurzaamheid van de kerk?

De eik als ijkpunt
Beroemd/berucht is de Aktie van Bonifatius bij Fritzlar in Hessen in 723. Bonifatius hakt de Wodanseik om. Van het hout bouwt hij een kerk. Wodan neemt geen wraak op Bonifatius en dat overtuigt de aanwezige heidenen. Zij laten zich dopen. Aldus zijn biograaf Willibald. Dit hardhandige staaltje evangelisatiewerk ging in de ogen van zijn vrienden te ver. Waarom dit optreden? Willibald schrijft: vele christenen bleven in het geheim offers brengen aan Bomen en Bronnen, bezochten waarzeggers, lieten zich in met tovenaars, droegen amuletten. Hij wilde een daad stellen om duidelijk te maken dat de macht van de goden was gebroken. Wie is er God: Wodan of Jezus Christus (zie 1 Kon. 18). Hij richt zich niet tegen de heidenen. Maar hij wil hiermee syncretistische christenen overtuigen om de vrees voor de goden los te laten. Heidenen overhalen christen te worden, is blijkbaar nog iets anders dan christenen bekeren van hun syncretisme.

Martyrium
Aan het eind van zijn leven gaat Bonifatius voor de derde maal naar Friesland. In 716 landde hij bij Wijk bij Duurstede en keerde na een winter terug naar Engeland omdat hij volgens Willibald moest wachten op betere tijden. In 719 keert hij er terug, na zijn bezoek aan Rome waar hij opdracht tot het missiewerk kreeg. Velen bekeerden zich. Maar nadat Willibrord hem gevraagd had bisschop te worden en zijn opvolger, was hij opnieuw vertrokken naar Rome waar de paus hem tot bisschop wijdde. Vanaf die tijd werkt hij dertig jaar als kerkhervormer en kerkorganisator in Duitsland.
In 753 gaat hij voor de derde maal. Uit brieven in die tijd blijkt dat Bonifatius diep teleurgesteld is. Hij typeert zichzelf als een blaffende hond die het opneemt voor zijn baas, maar niet gehoord wordt. De Frankische bisschoppen moeten Bonifatius niet meer. Pippijn, de vorst koos hun kant. Dan wordt de hervormer nog een keer evangelist. Goed georganiseerd gaat hij op evangelisatiecampagne met een groep van tweeënvijftig man: soldaten en monniken. De huidige provincie Friesland is zijn arbeidsterrein. De macht van de Franken en het gezag van de bisschop uit Utrecht is er wel, maar gering.
Bonifatius slaat zijn tentenkamp op bij de rivier de Boorne en informeert de gedoopte christenen om op 5 juni te komen. Die dag zal de bisschop hen de handen opleggen en zullen zij het vormsel ontvangen. Maar in plaats van vrienden kwamen er vijanden, in plaats van bekeerlingen beulen. Bonifatius wilde niet dat zijn manschappen naar het zwaard grepen. Na een toespraak over het martelaarschap scheidden zij van deze wereld, aldus Willibald. En ook als de laatste toespraak in de mond gelegd is, is de geest van de tweeëntachtigjarige er toch mee geschetst. Na zijn dood hebben Liudger, Lebuinis en Willehad zijn werk voortgezet. Op een andere manier, maar op zijn fundament.
Van Ruler vertelt dat hij, als hij op het Janskerkhof het beeld van Willibrord passeert, de man op het paard met de kerk in zijn hand, even zijn hoed licht en zegt: “Bedankt.” Een kleine bedevaart naar Dokkum of gemeentereisje naar Fulda mag dezelfde intentie van dankbaarheid hebben.

Ds. Huib Marchand is predikant (PKN) te Nieuwerkerk aan den IJssel. Mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

  • Raadplegingen: 5356