30e jaargang nr. 4 (maart 2016)
thema: Kerstening, ontkerstening, herkerstening van Europa
E. van de Poll
Europa en het evangelie: een paradoxale verhouding
In geen ander werelddeel heeft de bijbelse boodschap zo lang en zo consistent geklonken als in Europa. Ze heeft diepe sporen getrokken in onze cultuur en een onvoorstelbare rijke schat aan christelijk erfgoed nagelaten. Tegelijkertijd kenmerkt Europa zich, meer dan waar ook ter wereld, door de teruggang van het christendom. Wat betekent dit voor de communicatie van het evangelie?
Met de paradox van het gekerstende en ontkerstende Europa kies ik een andere invalshoek dan gebruikelijk bij het onderzoek naar evangelisatie in ons continent. In de zendingswereld en in de missiologie analyseert men de Europese context vanuit óf de invalshoek van de secularisatie, óf die van het postmodernisme, óf die van het postchristendom. Hoewel elk hiervan relevant is, geef ik de voorkeur aan een benadering die deze invalshoeken integreert.
Om overlap met andere bijdragen in deze uitgave van Kontekstueel te voorkomen, ga ik hier niet uitvoerig in op elke invalshoek, maar volsta ik met een verwijzing naar de tekst van mijn inaugurele rede, via http://evertvandepoll.com/.
Secularisatie
Wanneer secularisatie wordt gezien als het belangrijkste kenmerk van onze Europese samenleving, dan is de belangrijkste barrière voor evangelisatie het niet geloven in God: mensen leven hun leven ‘alsof er geen God is’. Ze redden zich zonder religieuze praxis in relatie tot een transcedent Wezen. Om de uitnodiging van het Evangelie zelfs maar te kunnen overwegen, moet hun seculiere wereldvisie radicaal plaatsmaken voor een religieuze. De vraag is daarbij niet: Welke God, welke religie? Maar: Waarom God, waarom religie in de eerste plaats? Bestaat God? Wat betekent het woord ‘God’, en naar wie of wat verwijst het? Kunnen we deze God ervaren? En waar zou ik een religie voor nodig hebben als ik niet arm, depressief, eenzaam, ziek of werkloos ben?
Onder invloed van de seculiere opinion leaders beschouwt de gemiddelde Europeaan religie als een gepasseerd station in de ontwikkeling van de mensheid. Het christendom was het voorlaatste stadium, secularisatie het eindstation. In zo’n klimaat vergt het christen-worden een regelrechte en totale ommekeer, die ingaat tegen de strekking van de geschiedenis en tegen de hele culturele en intellectuele ontwikkeling van onze wereld! Veel omstanders beschouwen het als een stap achteruit.
Het gebruikelijke antwoord van christenen op secularisatie is het geloof in God te bewijzen en de geloofwaardigheid van het christelijk geloof aan te tonen. Apologetiek is echter niet voldoende. We moeten contactpunten en gemeenschappelijke grond vinden waarop we bruggen van begrip kunnen bouwen. Charles Taylor geeft daar in zijn boek Een seculiere tijd aanzetten toe. In de ‘seculiere woestijn’ van de hopeloosheid van een leven-na-God zullen jonge mensen de grenzen opnieuw beginnen te onderzoeken, constateert hij. De talloze vormen van spiritualiteit die daar het gevolg van zijn, zijn evenzovele aanknopingspunten voor het bouwen van bruggen.
Postmoderniteit
De tweede invalshoek van waaruit we Europa kunnen bezien als context voor evangelisatie is postmoderniteit. Postmodern betekent dat je kritisch bent ten opzichte van de pretentie van de rationele wetenschap dat zij de waarheid over de werkelijkheid zelf kent. Deze waarheid is verborgen voor ons, we kunnen er slechts gedeelten van waarnemen. Postmodernisten wantrouwen elke religie of politieke ideologie die zoiets als een uiteindelijke waarheid voor iedereen presenteert. Mensen met een postmoderne instelling of zienswijze zijn ‘sceptisch over technologie, objectiviteit, absolute waarheden en totale verklaringen’. Tegelijkertijd hebben ze ‘imago en uitstraling, persoonlijke interpretatie, plezier en de verkenning van elk spiritueel en materieel perspectief’ hoog in het vaandel staan.
Als je het postmodernisme beschouwt als het belangrijkste culturele kenmerk van de Europese samenlevingen, dan is het belangrijkste obstakel voor evangelisatie het niet-geloven in een absolute waarheid, inclusief de claim dat Jezus ‘de waarheid’ is.
In reactie op deze levensopvatting is bij veel kerken, zendingstheologen en missionaire organisaties een nieuw soort evangelisatie in zwang gekomen, met een accent op de dialoog, respect voor de opvattingen en de levensstijl van de ander. Absolute waarheid is een harde noot, die niet gekraakt kan worden. Maar we moeten die waarheid zo bekendmaken dat de ander de vrijheid houdt om erop in te gaan. Liefdadigheid, als concrete vertolking van de liefde van God, is een belangrijk onderdeel van ons getuigenis. Doordat het postmodernisme de tolerantie hoog in het vaandel heeft, biedt ook de welwillende houding ten opzichte van de christelijke geloofservaring een aanknopingspunt voor de communicatie van het evangelie.
Postchristendom
De derde invalshoek van waaruit (zendings)theologen naar de Europese context kijken is die van het post-christendom; het post-Constantijnse tijdperk. Die term markeert het einde van de gechristianiseerde maatschappij met gevestigde kerken die nauw verbonden waren met de politieke macht. Het christendom is niet langer de dominante religie, praktiserende christenen zijn een minderheid geworden. De christelijke gemeente is een gemeenschap naast zovele andere in een pluralistische maatschappij.
Vanuit deze invalshoek is de kerk het belangrijkste probleem of de belangrijkste barrière, als het gaat om evangelisatie in de Europese context. Want ‘de kerk’ wordt geassocieerd met macht, met een verleden waarin het christendom de lakens uitdeelde. In reactie op deze historische ontwikkeling zou de nadruk moeten komen liggen op het missionaire, in plaats van op het in stand houden, het ‘houden wat je hebt’. De logge institutionele kerk kan zich beter transformeren tot een levendige beweging van volgelingen van Christus. Daar past ook een nieuwe wijze van evangeliseren bij. Niet door controle, zoals in oude dagen, maar door de levensstijl en het persoonlijke getuigenis van christenen. En door het gemeenschappelijke getuigenis van kerken die tekenen zijn van de nieuwe samenleving zoals alleen God die kan bouwen.
Paradoxaal
De drie invalshoeken die we langs liepen (secularisatie, postmodernisme, post-christendom) overlappen elkaar hier en daar, ze vullen elkaar ook aan. Ik breng ze samen in een breder verband, dat ik ‘de paradox van Europa en het christendom’ noem. Daarmee zijn we terug bij het begin: Europa is het meest gekerstende en tegelijk het meest geseculariseerde werelddeel. Het heeft een paradoxale verhouding met het christendom. Nergens hebben de inwoners de Bijbelse boodschap zo langdurig en zo massaal achter zich gelaten of bewust afgewezen als hier. Als we deze paradox uit het oog verliezen, leidt dat gemakkelijk tot een vertekende voorstelling van zaken. Of we schetsen een beeld dat te optimistisch is als het gaat om de invloed van de kerk, óf we maken het te veel het tegenovergestelde hiervan.
Vanuit het perspectief van de paradox zien we alle andere invalshoeken op hun plaats vallen. Deze benadering verfijnt onze waarneming doordat hij altijd de keerzijde van de medaille laat zien. We zien de tegenstrijdige aspecten van eenzelfde realiteit. Het gezichtspunt van de paradox opent een breed onderzoeksterrein: Hoe verhouden de christelijke wortels zich tot andere wortels van de Europese culturen en samenlevingen? In welke opzichten is Europa post-christelijk, preciezer gezegd, post-gechristianiseerd? In welke opzichten is Europa nog altijd ‘christelijk’? Wat zijn typische Europese obstakels en aanknopingspunten voor de communicatie van het evangelie? Ik richt me nu vooral op de laatste vraag naar de barrières en aanknopingspunten voor de communicatie van het Evangelie, in het licht van de ‘paradox van Europa’. Ik beperk me tot twee observaties.
Secularisatie van het christendom
Secularisatie is in de plaats gekomen van de religieuze praktijk van het christendom, maar het kenmerkt zich tegelijkertijd door christelijke ideeën en waarden. Zo bezien is het dus lang niet louter een barrière voor het evangelie. Secularisatie is om precies te zijn de secularisatie van het christendom. Dit impliceert dat sommige christelijke elementen behouden worden, zoals het idee van de intrinsieke waarde van de mens, ideeën over individuele verantwoordelijkheid, vrijheid en sociale en culturele waarden. Secularisatie is maar voor een deel ‘post-christelijk’. Mensen nemen de humanistische waarden van het christendom over, maar halen ze uit hun oorspronkelijke religieuze ‘enveloppe’.
Het seculiere humanisme biedt interessante aanknopingspunten voor het introduceren van de Bijbelse boodschap. Neem de actuele vraag welke waarden er nodig zijn voor de cohesie van onze multiculturele samenleving. Hierover is heel wat discussie gaande, en het interessante is dat de waarden die men onderstreept, grotendeels geseculariseerde Bijbelse en christelijke waarden zijn. Wat zal er op de lange duur mee gebeuren als ze afgesneden worden van hun oorspronkelijke godsdienstige fundament? Op dit punt hebben christenen iets te zeggen en in het debat kunnen ze de link met het evangelie leggen.
Een goed voorbeeld is Jean-Claude Guillebaud, een toonaangevende linkse intellectueel in Frankrijk. Hij besloot uit te zoeken welke waarden er nodig zijn om de samenleving voor uiteenvallen te behoeden. Tot zijn verrassing hadden vijf van de zes fundamentele waarden die hij na grondig onderzoek formuleerde (in: La refondation du monde) Bijbelse, christelijke wortels. Die ontdekking was het begin van een intellectuele pelgrimstocht die hem ertoe bracht publiekelijk tot het christelijk geloof over te gaan.
Een ander voorbeeld zijn de mensenrechten. Het is niet zonder toeval dat deze sleutelwaarden zijn ontstaan in de geschiedenis van het Europese christendom. Hoeveel ongelovigen (en christenen) realiseren zich dat baptisten en andere non-conformisten de eersten waren die het universele recht van godsdienstvrijheid en gewetensvrijheid definieerden? Het was het beginpunt van een proces dat leidde tot de universele verklaring van de rechten van de mens. Sommige atheïstische filosofen erkennen dit.
Een rijke erfenis
Een tweede punt dat onze paradox aan het licht brengt, is dat de historische vormen van Europees christendom niet alleen een barrière, maar ook een brug zijn voor het bekendmaken van het Evangelie. De kerken van het christelijke tijdperk hebben een bijzonder rijke erfenis nagelaten: kunst, muziek, schilderkunst, kathedralen, kloosters, universiteiten, sociale gewoonten, festivals, namen en symbolen. De bijbelse boodschap is doorgedrongen in elk onderdeel van onze samenleving.
Elk Europees land heeft een rijke christelijke erfenis. Iedereen kan het zien en horen, erover lezen, het aanraken en het bezoeken. Veel mensen bezoeken kathedralen zonder de symboliek ervan te begrijpen. Ze genieten van gewijde muziek en bewonderen beroemde schilderijen van bijbelse figuren zonder de werkelijke betekenis ervan te begrijpen. Ze geven hun kinderen de namen van christelijke heiligen, zonder iets te weten over hun geschiedenis.
We zien een toenemende belangstelling voor de wortels van onze cultuur. Als christenen vertegenwoordigen we de belangrijkste religieuze wortel van Europa en dat biedt talloze kansen om bruggen te bouwen voor de boodschap van het Evangelie. We hoeven de dingen maar simpelweg uit te leggen. Omdat we bekend zijn met de Bijbel bezitten we de sleutel om de betekenis van deze rijke culturele erfenis aan onze tijdgenoten te onthullen. Als christenen zijn we op ideale wijze uitgerust om de Europese cultuur uit te leggen aan onze tijdgenoten die onwetend zijn over de achtergrond ervan.
Op verschillende plaatsen zijn centra voor christelijk erfgoed in het leven geroepen, en ze organiseren lezingen en rondleidingen rondom dit thema. Dit is geen moeilijke opgave, en elke kerk kan proberen na te gaan welke christelijke erfenis er aanwezig is in hun stad en regio, en hier onderzoek naar doen. In Europa zijn mensen over het algemeen enthousiast over het ontdekken van cultuur: van plaatselijke muziek tot de plaatselijke keuken en plaatselijke gewoonten, maar ook natuurgebieden met geschiedenis, architectuur, enzovoort. In de meeste gevallen bestaat er een link met de geschiedenis van de kerk. Kom het te weten en geef het door aan anderen. Je hoeft alleen maar de betekenis van een schilderij, een gebouw of een volksgebruik uit te leggen of het verhaal te vertellen van een persoon die in het verleden beroemd was, en je hebt een natuurlijke gelegenheid om de Bijbel uit te leggen.
Twee zijden van de medaille
Is de toon van deze laatste passage niet al te optimistisch? Dat zou het geval zijn als we de paradox uit het oog verliezen. De ambivalente houding van Europa ten aanzien van het christelijk geloof kan worden samengevat in drie woorden: verbondenheid, onverschilligheid en onbekendheid. Veel Europeanen zeggen schatplichtig te zijn aan de (joods-)christelijke cultuur, terwijl ze nauwelijks weten wat het betekent om christen te zijn. Je ziet het vandaag bijvoorbeeld in het onderzoek naar de nationalistische politieke partijen. Uit onderzoek onder de aanhang van bijvoorbeeld het Front National, blijkt dat die partij meer niet-religieuze kiezers trekt dan praktiserende katholieken. Soortgelijke cijfers zijn ook bekend van geestverwante partijen elders in Europa.
De ambivalente houding ten aanzien van het christelijk geloof blijkt ook breder in de samenleving. Er is in ons land een enorme schroom om in het publieke domein over het geloof te spreken, zegt een Duitse voorganger. Maar die gêne leidt er niet toe dat allerlei tekens van christelijke presentie (kruisen op bergtoppen, kerken in stadscentra), etc. worden verwijderd. Integendeel, mensen zijn eraan gehecht. In het debat over asielzoekers benadrukken ze juist dat Duitsland ‘een christelijk land’ is. Maar wie graag wil doorpraten over de betekenis van die uitspraak, oogst ongemak.
Verbondenheid en onverschilligheid; het zijn twee kanten van dezelfde medaille. Het maakt de communicatie van het evangelie er niet eenvoudiger op. Kerken zijn al eeuwen in Europa met hun boodschap aanwezig; hoe kan die nog verrassend klinken, als goed nieuws? Hoe oppervlakkig de kennis van het evangelie ook is, de reactie is al gauw: ‘dat weten we wel’. Vooringenomenheid belemmert de communicatie van het evangelie veel meer dan onbekendheid. De onbekendheid is wijdverbreid. Uitgerekend in Europa, met zijn rijke erfenis aan christelijk leven klinkt het evangelie velen als abracadabra in de oren. Vanuit dit perspectief bezien is een pessimistisch beeld te schetsen van de geestelijke situatie van Europeanen. Maar de keerzijde is even reëel: dezelfde boodschap had en heeft nog steeds een ver-reikende en verrijkende invloed in de Europese samenleving. Hoe paradoxaal…
Door de eeuwen heen heeft het evangelie diepe sporen getrokken in Europa. De invloed ervan is overal merkbaar. Mogen de kerken vandaag manieren vinden om nieuwe hoofdstukken toe te voegen aan dit voortgaande verhaal.
Prof. dr. Evert van de Poll is hoogleraar godsdienstwetenschappen en missiologie aan de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven. Dit is een geautoriseerde samenvatting door Koos van Noppen van de inaugurele rede die hij op 21 september 2015 hield. Mailadres:
- Raadplegingen: 6375