Skip to main content

30e jaargang nr. 4 (maart 2016)
thema: Kerstening, ontkerstening, herkerstening van Europa

J. Wienen
Waarden in het ontkerstende Europa

Eeuwenlang was Europa het kerngebied van het christendom. Heel de Europese cultuur en het Europese denken is doordesemd van het christelijk geloof. Tegelijk is het ook het werelddeel waar het christelijk geloof snel terugloopt. Na Renaissance en Reformatie verloor de kerk terrein, na de Verlichting het christelijke denken. In de twintigste eeuw bereikte de secularisatiegolf ook de massa van de mensen.
In Oost-Europa ging dat vaak geforceerd onder invloed van het atheïstische communisme, in West-Europa zette het na twee wereldoorlogen snel door. Over de oorzaken is veel gespeculeerd: de wetenschappelijke ontwikkeling die het geloof steeds verder terugdrong, de welvaart die voor velen een religie op zich werd en het afhankelijkheidsgevoel van veel mensen wezenlijk veranderde, de individualisering waardoor de kerk verder terrein verloor, de verstrooiing die mensen massaal alternatieven bood voor kerk en geloof.

Secularisering in Europa
De snelheid en massaliteit van het proces van kerkverlating roepen het gevoel op dat kerk en geloof in Europa op hun laatste benen lopen. In 2005 gaf 52% van de Europese bevolking aan in God te geloven, 27% in een geest of levenskracht en 18% gaf aan niet in het bestaan van een hogere macht te geloven. Wie preciezer kijkt, merkt dat de verschillen per land groot zijn. Het percentage van de bevolking dat aangeeft in God te geloven is het laagst in Estland (16%), Tsjechië (19%), Zweden (23%), Denemarken (31%), Noorwegen (32%) en Nederland en Frankrijk (34%). Maar er zijn ook landen als Malta (95%), Cyprus (90%), Roemenië (90%), Griekenland en Portugal (81%) en Polen (80%). Het proces van secularisering verloopt bepaald niet gelijktijdig in Europa. Maar de trend is duidelijk en alarmerend. Op tal van plekken zie je de symbolen van het christelijk geloof wijken. Steeds minder mensen gaan regelmatig naar de kerk. Veel kerken worden gesloten en gesloopt. De zondag heeft veel van haar positie als gemeenschappelijke rust- en vierdag prijs moeten geven. Van een gemeenschappelijke christelijke moraal is niet echt meer sprake.
Er zijn veel klachten over afnemend normbesef. Er is zorg over materialisme, gemakzucht, individualisme en egoïsme in de Europese samenleving. Op de sociale media is vaak een zekere normloosheid te constateren. Het aantal echtscheidingen en gebroken gezinnen neemt al heel lang toe. Mensen willen vermaakt worden, maar zijn vaak verveeld. Totdat de veiligheid en welvaart bedreigd wordt; dan slaat de paniek toe, uitvergroot door mediahypes. In de kerk wordt soms een relatie gelegd met kerkverlating. Waar het visioen ontbreekt, verwildert het volk, zegt de spreukendichter. Er zijn geen grote gedeelde idealen meer in de samenleving. Geen gemeenschappelijk normenkader, dat de samenleving bijeenhoudt. Wat voor veel christenen een bijna vanzelfsprekend verband is, is dat voor niet-christenen vaak niet. Meer ruimte voor scheiden, abortus en euthanasie zijn dan positieve gevolgen van meer vrijheid voor de autonome mens, die zich van kerkelijke en traditionele banden heeft bevrijd. De toegenomen acceptatie van homoseksualiteit wordt breed ervaren als een bevrijding. Wel is er in de samenleving de vraag of de spirituele en levensbeschouwelijke leegte in Europa niet bedreigend is.

Gedeelde waarden
Toch is er wel een soort Europese waardengemeenschap. De mensenrechten, rechtstaat en democratie hebben in ieder geval theoretisch een onschendbare status. In de politiek wordt er telkens aan gerefereerd. Naast deze expliciet geformuleerde waarden zie je ook dat andere waarden breed gedeeld worden: gelijkheid, het recht op welvaart en het niet accepteren van onveiligheid en slachtofferschap.
Toen rond 2005 gediscussieerd werd over een Europese grondwet, werd er gesproken over de wens in een preambule iets te zeggen over de achtergronden van de Europese samenwerking. Er werd onder andere gesproken over de erfenis van Grieken en Romeinen en over humanisme en verlichting. Vanuit verschillende Europese landen kwam daar protest tegen. Landen als Polen en Italië wilden dat ook het christelijk geloof expliciet genoemd zou worden als bron van de Europese beschaving. Ook de Duitse bondskanselier Merkel en de Nederlandse premier Balkenende spraken zich uit over een evenwichtiger aanduiding van de wortels van de Europese democratie. De formule werd uiteindelijk: Geïnspireerd door de culturele, religieuze en humanistische tradities van Europa, die ten grondslag liggen aan de ontwikkeling van de universele waarden van de onschendbare en onvervreemdbare rechten van de mens en van vrijheid, democratie, gelijkheid en de rechtsstaat etc. Het christelijk geloof noemen ging velen te ver, dus werd het religieuze traditie. De grondwet werd in Nederlandse en Franse referenda ten grave gedragen.
Historisch gezien is er tegen de vermelding van de christelijke traditie weinig in te brengen. Het is evident dat de christelijke traditie het Europa van nu diepgaand heeft gevormd, zeker ook als het gaat om mensenrechten en rechtsstaat. Toch is er weerstand. In diverse landen is er tegenzin om het christelijk geloof positief te noemen. Er leeft bij veel mensen kennelijk nog steeds het gevoel dat ze zich willen ontworstelen aan de invloed van kerk, geloof en christelijke moraal. De christelijke traditie wordt dan niet positief geduid, maar wordt gezien als achterhaald, benepen en negatief. Humanisme en verlichting hebben ons in die idee juist verlost van obscurantisme en bijgeloof. Merkwaardig overigens, omdat het humanisme zelf een loot van christelijke stam is.
Een tweede reden voor verzet tegen expliciete vermelding van het christelijk geloof is het gevoel dat alle overtuigingen en godsdiensten evenwaardig zijn. Vermelding van alleen het christendom zou daarom niet kunnen. Deze benadering gaat voorbij aan de historische rol van het christelijk geloof in Europa. Het roept ook de vraag op of de principiële vrijheid van alle godsdiensten voor de staat betekent dat de waarde niet benoemd mag worden. Je kunt je ook afvragen of het om het even is om christelijke en islamitische bronnen te benoemen. De islam heeft als een van de bemiddelaars van de klassieke oudheid zeker betekenis gehad voor de Europese geschiedenis. Maar de eigen directe invloed was gering. Nog los van de vraag of het dus historisch juist is om andere religieuze wortels aan te wijzen, is het een uitdaging om erover na te denken of het inhoudelijk verschil maakt. Wie in de wereld rondkijkt kan zich nauwelijks aan de indruk onttrekken dat de islam niet eenzelfde betekenis kan worden toegekend als het gaat om mensenrechten, vrijheid, gelijkheid en democratie. Maar is dat terecht? Wie de Europese geschiedenis bekijkt kan zich afvragen of het christelijk geloof een wezenlijk verschil gemaakt heeft. Critici verwijzen naar godsdienstoorlogen, kettervervolgingen, onverdraagzaamheid, kruistochten, slavernij, kolonialisme om de zegeningen van het christendom te betwijfelen. En het is pijnlijk om te zien dat een nog tamelijk massief christelijk Europa niet bij machte was om een halt toe te roepen aan de twee grootste barbarijen van de moderne geschiedenis: het nazisme en het communisme. Tegelijk laten juist deze mensen verslindende ideologieën zien dat het wel uitmaakt welke geest er waait. Beide bewegingen ontstonden als seculiere bewegingen in het vacuüm dat ontstond waar het christelijk geloof werd afgezworen.

Andere kijk
Het is ook mogelijk heel anders naar de invloed van het christendom te kijken in de Europese geschiedenis. Dan zie ik kerken en kloosters als hoeders van cultuur en beschaving in barbaarse tijden, christelijke universiteiten als broedplaatsen van wetenschap, talloze bewegingen van barmhartigheid voor zieken en armen, het ontstaan van onderwijs, het ontstaan van verdraagzaamheid, dromen van Utopia, bewegingen voor sociale verheffing, afschaffing van slavernij, vredesinitiatieven. Vooral zie ik de nauwelijks te bevatten betekenis van het kruis dat op de kruispunten van Europese wegen en op de spitsen van de Europese kathedralen ons spreekt van de wonderlijke boodschap van liefde en lijden. Het maakt waarachtig wel verschil uit welke bron wij gevoed worden. Het evangelie is tot op de dag van vandaag een uitzonderlijke boodschap van vreugde en verlossing. Ook seculiere mensen kunnen zich afvragen waar we in deze tijd nog wezenlijk moraal vandaan halen. Zo komt Joris Luyendijk als hij de bankencisis probeert te begrijpen uit bij de Bergrede van Jezus. Ook seculiere mensen zoeken soms naar troost als de schijnbare absurditeit van het leven ook onze technologische samenleving teveel wordt.

Moslims in Europa
Ondertussen dient zich nog een andere werkelijkheid aan, die het patroon van de schijnbaar onontkoombare secularisering van een christelijk werelddeel doorbreekt. Mensen zijn veel mobieler geworden. Er komen miljoenen mensen met een andere godsdienst in Europa terecht, met name moslims. Dat roept de vraag op welke invloed dat op den duur zal hebben op de waarden van Europa en omgekeerd hoe Europese waarden geïntegreerd worden in hun godsdienstige traditie. Beiden zaken zijn onvermijdelijk aan de orde. Velen zien het als een bedreiging. Maar tegelijk is het ook een uitdaging. Godsdiensten zijn meestal niet per definitie tolerant of niet. Het is de moeite waard te zien wat een religieus pluriformer Europa betekent voor de toekomst van het christelijk geloof.
Christenen kunnen geen aanspraak meer maken op een vanzelfsprekende plek voor het christelijk geloof in onze samenleving. Maar tegelijk is niet alleen onze geschiedenis, maar de boodschap van Jezus Christus zelf reden om ons niet terug te trekken in zelfgekozen isolement. Het is opvallend dat de komst van vele moslims naar Europa behalve angst ook iets oproept van verlangen naar onze eigen wortels. Het was opmerkelijk dat de Duitse bondskanselier Merkel de mensen oproept om vaker naar de kerk te gaan, dat in Nederland een PvdA-burgemeester bij zijn nieuwjaarsreceptie datzelfde vraagt aan de christelijke inwoners. Het is opmerkelijk dat de paus erin geslaagd is vlak na de diepe deceptie van de seksuele misbruikzaken, de ogen van Europa en de wereld op zich te vestigen door op een net iets andere manier te spreken over het evangelie. Een evangelie van compassie, van liefde, van zorg voor armen en vluchtelingen, van verantwoordelijkheid voor de aarde. Het is niets anders dan wat de kerk al lang predikt en wat in honderdduizenden kerken in Europa zondag aan zondag wordt verkondigd. Maar met een net iets andere toon blijkt het nog steeds en opnieuw te inspireren.

Waarde van het geloof
Een preambule in een grondwet, een ambtsgebed en een bede in de troonrede, het koningschap en de heerschappij bij de gratie Gods in officiële documenten, christelijke symbolen en rituelen bij collectieve rouw en verdriet, een vrijheid en rust van hogere orde op de zondag; het zijn herinneringen en verwijzingen naar de geschiedenis en naar hoger werkelijkheid. Het gaat niet om die tekens, al verarmt de samenleving wel als ze er niet meer zijn. Het gaat om de werkelijkheid waarnaar ze verwijzen. Die is onveranderd van belang.
We weten niet wat de toekomst brengt voor Europa. Niet een nostalgisch verlangen naar oude tijden, noch het pleiten op een historisch recht van de kerk en het geloof in Europa helpen ons verder. Wel het besef dat ook in onze haastige, materialistische, individualistische, technologische, hedonistische samenleving mensen een geweldige baat hebben bij de boodschap van Jezus. Het brengt ons bevrijding, verlossing, ontspanning, hoop, geloof en liefde. Het brengt ons bij het hart achter of in onze waarden.

Drs. Jos Wienen is theoloog, burgemeester van Katwijk en redacteur van Kontekstueel. Mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

 

  • Raadplegingen: 5841