Skip to main content

30e jaargang nr. 6 (juli 2016)
thema: Vluchtelingen

J. van Noppen
Zegeningen dankzij spanningen
De snelgroeiende Arabischtalige gemeente Oase (Amersfoort)

Vier en een half jaar geleden werd in Amersfoort de Arabischtalige gemeente Oase gesticht, vanuit de christelijk-gereformeerde en de vrijgemaakte kerk. Samer Younan (1978), Syriër van geboorte en rooms-katholiek van huis uit, is er vanaf het begin aan verbonden, als evangelist/pastoraal werker en ouderling.
‘Aan de start van Oase ging een paar jaar pionieren vooraf, waarin een aantal Arabischtalige mensen tot geloof waren gekomen. Die ontwikkeling heeft het verlangen naar een eigen gemeente aangewakkerd. De initiatiefgroep was om zo te zeggen ‘zwanger’. We zijn niet halsoverkop begonnen, maar we hebben ons verlangen open voor God neergelegd. De eerste dienst waren er vijfentwintig à dertig mensen uit de doelgroep. Nu komen er wekelijks drie keer zoveel. Daar zijn we erg dankbaar voor. Maar ik herinner me wel dat ik me tijdens de eerste dienst nog wel zorgen maakte.’

Waarover?
‘Net zoals bij een echte zwangerschap was het ook nu spannend of alles rond de geboorte goed zou gaan, of de boreling gezond zou zijn en zou gaan groeien. Het klinkt zo idyllisch, een Arabischtalige gemeente. Maar de leden en bezoekers komen uit heel verschillende culturen: Syrië, Egypte, Irak, Marokko, Soedan. Zo’n smeltkroes kan een bron zijn van spanningen en kleine ruzietjes. Dan bedoel ik nog niet eens dat je moet oppassen met wat je in een preek zegt, maar gewoon in de dagelijkse omgang, in de small talk tijdens het koffiedrinken.
Idealiseer ons niet, we zijn gebrekkig, we hebben onze zonden en stommiteiten. Ondanks dat worden we gezegend. Ik aarzel niet om te constateren dat we vaak dánkzij spanningen zegen hebben ontvangen. Want doordat we met onderlinge moeilijkheden werden geconfronteerd, waren we genoodzaakt die te bespreken en zo kwamen we dichterbij de kern: waar gaat het nu om in het christelijk geloof en in de gemeente van Christus? Die gesprekken hebben ons geloof verdiept en de onderlinge liefde dieper doen wortelen.’

Hoeveel leden telt Oase?
‘Op dit moment bijna negentig. De helft kun je omschrijven als muslim background believers, afgekort mbb’ers. Die term gebruiken we liever dan ex-moslims, omdat niet elke ex-moslims per definitie een gelovige is. Vrijwel alle Arabische leden van Oase zijn ooit als vluchteling naar Nederland gekomen en hebben inmiddels een status. Een aantal heeft de Nederlandse nationaliteit. Er is veel werkloosheid; als de leden al een baan hebben, is die niet hooggekwalificeerd. Velen leven van een uitkering.’

Betekent dat dat de diaconie overuren draait?
‘Nee. Natuurlijk zijn we ervan doordrongen dat missionair werk niet zonder diaconale hulp kan. En diaconaat zonder verkondiging is evenmin de bedoeling. Christus zelf was daar in heel zijn optreden duidelijk in. De boodschap van het Koninkrijk ging gepaard met genezing en daadwerkelijke liefde, aandacht en zorg. Maar omdat vrijwel alle leden van een uitkering leven, zeggen we: dankzij de steun die de overheid biedt, kun je in Nederland een bestaan hebben. Alleen in noodgevallen is de diaconie bereid om een renteloze lening te verschaffen van, zeg: een paar honderd euro, die je dan binnen een termijn van vier maanden terugbetaalt. We laten ons niet verlokken om met geld te gaan strooien en zo ‘zielen te winnen’. Zoveel valt er bij ons trouwens niet te halen, want we hebben zelf steun van moedergemeenten nodig om te overleven. Wij concentreren ons op het doel: het kostbare evangelie van Christus te verkondigen, die arm is worden om ons rijk te maken.
Diaconaat betekent meer dan alleen financiële hulp bieden. Als iemand naar de dokter moet, regelen we onderling vervoer, of we bemiddelen als iemand een Nederlandse tolk nodig heeft. Verder zeggen we soms tegen mensen: als geld jouw probleem is, heb jíj een probleem. Laten we daar aan werken. Want je zou moeten kunnen rondkomen van een uitkering.’

Toch: bij een snelgroeiende gemeente als Oase kan de verdenking snel wortel schieten dat er een verband is met financiële steun.
‘Moslims verwijten ons nogal eens dat we hun geloofsgenoten zouden hebben verleid door geld, ‘anders zouden ze nooit afscheid hebben genomen van de islam’. Het zijn loze beschuldigingen. Elke zondag zijn er wel een paar moslims bij ons in de gemeente. Als ze na een paar uur weer naar huis gaan, hebben ze minstens drie getuigenissen gehoord van ex-moslims die hebben verteld wat het evangelie van Jezus Christus in hun leven betekent. Als ze Irakese ex-hadjis aan het woord horen, die doorkneed zijn in de Koran, die foto’s laten zien waarop ze in witte kleren de bedevaart naar Mekka ondernemen, en die nu vol vuur en enthousiasme vertellen over Christus, zet dat hen aan het denken.’

We kennen de verhalen van vluchtelingen die zich lieten dopen met het oog op het verkrijgen van een verblijfsvergunning.
‘Helaas heb ik daar in mijn omgeving in het verleden ook voorbeelden van gezien. Ik heb leergeld betaald, niet bij Oase Amersfoort, maar al eerder. De voorstanders van zo’n snelle doopbediening wijzen graag naar de situaties in Handelingen: de kamerling uit Candacé, Lydia de purperverkoopster, de gevangenbewaarder in Filippi. Het verschil is wel dat zij door hun doop hun status verloren. In Nederland kan het bedoeld zijn om status te verkrijgen.
We moeten alert blijven op misbruik rond de doop. Het is niet te voorkomen dat vluchtelingen, als ze geweigerd worden, doorreizen naar een andere gemeente, bijvoorbeeld een rooms-katholieke parochie in het zuiden, waar de drempel tot de doop veel lager ligt. Als de voorganger geen Arabisch spreekt, en de vluchteling amper Engels, hoe kan de dopeling dan begrijpen waar het om gaat?
Bij Oase stellen we heldere regels. Er is een doopcatechese, die minstens een paar maanden duurt.
De doop staat niet los van de gemeenschap, dus we verwachten dat de aspirant-leden geregeld naar de kerk komen, ’s zondags voor de dienst, doordeweeks voor de bijbelstudie. Na vier maanden vindt er een gesprek plaats met een dopeling, om te beoordelen of hij/zij klaar is om het sacrament te ontvangen of nog moet wachten. Die voorbereiding is nodig, om mensen goed te laten beseffen welk gewicht er aan hun beslissing hangt. Wat houdt het in om Jezus te volgen? Bereken de kosten!’

In het missionaire werk van Oase richt u zich onverbloemd tot moslims. Levert dat geen problemen op?
‘Tot nu toe niet. En als dat zo zou zijn, moeten we bereid zijn die prijs ervoor te betalen. Jaarlijks organiseren twee mbb’ers uit onze gemeente een zogeheten ‘Arabische geestelijke dag’. Dan mogen we gebruik maken van we een kerkgebouw – ons eigen gebouw is te klein – en komen er zo’n driehonderd bezoekers. De helft van de aanwezigen is moslim en ze horen daar het zuivere evangelie. We hebben dit voorjaar voor de vierde keer zo’n bijeenkomst meegemaakt. Het onvoorstelbare doet zich voor dat moslims zelfs aan ons komen vragen wanneer de volgende keer is.
Naast deze jaarlijkse bijeenkomst hebben we onze reguliere activiteiten. We huren eens per maand een kraampje op de snuffelmarkt in de binnenstad. Maar de beste evangelisten zijn onze gemeenteleden. Zij zijn in het dagelijks leven echte ambassadeurs van het Koninkrijk.’

U bent zelf een tijdlang lid geweest van een Nederlandstalige gemeente. Eerst in Stadskanaal, later in Kampen. Heeft een Arabischtalige gemeenschap veel meerwaarde?
‘Het is belangrijk dat je God kunt aanbidden in je moedertaal, de taal van je hart. In de Arabischtalige gemeente zie je veel expressie. Mensen gaan staan, klappen, juichen of huilen. Als we dat in een gewone Nederlandse kerkdienst zouden doen, zitten we elkaar alleen maar in de weg. We zijn ontstaan vanuit de GKv en CGK; met hen onderhouden we een moeder-dochterrelatie. Zoals een dochter na haar trouwen haar eigen leven leidt en tegelijk veel van haar moeder houdt, zo geldt dat voor ons ook. We zegenen elkaar.
Uit verhalen van gemeenteleden kan ik opmaken hoeveel Oase voor hen betekent. Zelf ervaar ik Oase als een plek waar ik tot rust kom en nieuwe krachten opdoe, aan de voeten van Jezus. Vaak ga ik leeg en afgemat naar de kerk en kom ik er vervuld en vrolijk van thuis.
In de preek die ik zit voor te bereiden - hij scrollt door een document op het computerscherm - vertel ik over een telefoontje dat ik kreeg van iemand die helemaal in tranen was, uit dankbaarheid dat God deze gemeenschap op zijn pad heeft gebracht. Zovelen hebben hier een nieuwe start gemaakt. Ze kwamen hier wanhopig en ten einde raad, kapotgemaakt door de islam. Maar ze ontvingen hier de genade van God en bloeiden helemaal op. Dat geldt niet voor een enkeling, maar voor velen. Soms denk ik: laat daar maar eens een onafhankelijk onderzoek naar doen. Kijk eens hoeveel er wordt geïnvesteerd in psychologen en maatschappelijk werkers ten dienste van allochtonen en asielzoekers. Sla de medische dossiers er eens op na. Wat heeft nu echt geholpen? Van het COA mogen we niet evangeliseren in de asielzoekerscentra. Maar ik ben er van overtuigd dat het evangelie van Jezus Christus het beste medicijn is voor de problemen waar vluchtelingen mee rondlopen.’

Met ingang van 1 oktober a.s. legt Samer Younan zijn werk als evangelist bij Oase neer. ‘De gemeente is groot genoeg en kan volgens mij ook zonder mij verder. Het liefst begin ik opnieuw in een pionierssituatie, in een plaats waar veel migranten wonen en nog nauwelijks missionair werk gebeurt. Als het kan niet al te ver van Amersfoort. Ik ben benieuwd waarheen God me leidt.’

Koos van Noppen is hoofd communicatie bij de IZB. Mailadres: kDit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

 


 

  • Raadplegingen: 3581