Skip to main content

30e jaargang nr. 6 (juli 2016)
thema: Vluchtelingen

W. Dekker
Nederlander met de Nederlanders

‘Tijdschrift voor gereformeerd belijden nù’. Daarmee is de missie van dit blad Kontekstueel uitgedrukt. Robert Plomp is iemand die deze missie volledig onderschrijft. Dat blijkt uit zijn onlangs verschenen publicatie Nederlander met de Nederlanders.[1]
Plomp is orthodox, behoort con amore tot een wijkgemeente die zich rekent tot de Gereformeerde Bond, maar maakt zich grote zorgen over de kloof die er is tussen orthodoxe christenen en de meeste andere Nederlanders. Op een aantal terreinen is die kloof niet nodig meent hij. Orthodox gelovig zijn is iets anders dan verouderde opvattingen koesteren over bijvoorbeeld homoseksualiteit, wetenschap en vrouwelijke leiders.

Persoonlijke insteek
Plomp begint zijn boek met te vertellen, dat hij een vrouwelijke collega heeft die getrouwd is met een vrouw. Ze hebben drie kinderen van zeven, vijf en drie jaar. Zelf is ze de natuurlijke moeder van twee van de kinderen, haar vrouw is de natuurlijke moeder van het derde kind. De natuurlijke vaders zijn onbekende donoren. Ze zijn gelukkig met elkaar, zorgen voor elkaar en hebben de werktijden afgestemd op de schooltijden van de kinderen. Plomp heeft regelmatig gesprekken met haar over thuis en werk, over politiek en geloof. Maar hoe mooi dat ook is, daarin voelt hij zich meer en meer in een spagaat. Wanneer hij haar wil vertellen wie Jezus Christus voor haar wil zijn en zij toont belangstelling, kan hij haar dan ook meenemen naar zijn kerk? Stel je voor dat ze praktiserend christen zou willen worden, moet ze dan heel haar huidige levenswijze loslaten? Dat is toch intussen onmogelijk. En zou het feitelijk nodig zijn? Of houden orthodoxe christenen ten onrechte vast aan maatschappelijke verhoudingen en morele inzichten, die intussen niet meer passen bij de Nederlandse cultuur in de eenentwintigste eeuw? Heeft het evangelie niet altijd bewezen in te kunnen gaan in heel verschillende culturen? Sterker: Heeft God zich de eeuwen door zelf niet steeds aangepast aan wisselende culturen?

Verbinding
Uit deze insteek is duidelijk dat Plomp een mensen-mens is, die relaties en verbinding zoekt en die er niet mee uit de voeten kan wanneer hij zichzelf op moet splitsen tussen een orthodoxe kerkganger op zondag en iemand die ‘s maandags op zijn werk slechts een algemeen praatje houdt met zijn lesbische collega, omdat hij zijn geloof er niet mee in verband kan brengen. Vanuit deze innerlijke onvrede ontstond bij hem een zoektocht. Zou het mogelijk zijn, dat je het orthodoxe geloof van kruis en opstanding van Christus, van zonde en genade, vasthoudt en toch tegelijk ook heel dichtbij de mensen van vandaag staat, dat je min of meer hun cultuur deelt? Deze insteek heeft iets heel sympathieks. Mensen zijn meer dan hun standpunten of hun leefwijze. En wanneer het ons niet lukt op een dieper niveau met hen te communiceren over de vreugden en zorgen van het leven, hoe zouden we dan het evangelie met hen kunnen delen?

Voorbij de stelligheden
Plomp liep vast, omdat hij het voorheen allemaal heel stellig leek te weten. Hij verdedigde bijvoorbeeld het creationisme tegenover het evolutie denken, veroordeelde sterk het homohuwelijk en schreef een brief naar de gemeente Leeuwarden toen die de eerste weigerambtenaar ontsloeg. Met andere woorden, hij maakt de indruk in het verleden sterk zwart-wit gedacht te hebben, waardoor zijn stellige overtuigingen wel heel hard moesten botsen met zijn verlangen juist dichtbij mensen te zijn, solidair te zijn en anderen te laten delen in de vreugde van het evangelie. Het zou kunnen zijn, dat hij daardoor het probleem van de kloof nog steeds sterker voelt dan veel andere orthodoxe christenen. Mij valt in ieder geval de laatste jaren op, dat veel orthodoxe christenen het zelf minder goed weten dan voorheen. Ze zijn niet meer op dezelfde manier tegen de vrouw in het ambt en homofiele relaties dan twintig jaar geleden. Ze zijn ook geneigd in tegenstelling tot twintig jaar geleden schepping en evolutieleer met elkaar te verbinden zonder precies te weten hoe dat moet. Die verschuivingen hebben mijns inziens met hetzelfde fenomeen te maken als waarop Plomp wijst: wij moeten in een bepaalde cultuur wel integer met onszelf en anderen om kunnen blijven gaan. ‘Het minder goed weten dan voorheen’ is echter nog iets anders dan ‘nu wel precies weten hoe het zit’.

Complexe vragen
Zover zijn veel orthodoxe christenen nog niet, omdat de vragen daarvoor in hun ogen te complex zijn. Ten aanzien van de positie van de vrouw valt dat wel mee. Daar zie ik eigenlijk alleen nog verzet tegen de vrouw in bepaalde ambten in de kerk en dat heeft dan te maken met een heel specifieke ambtsvisie. Het accepteren van vrouwelijke leiders in de samenleving lijkt nauwelijks meer een probleem. Ten aanzien van de evolutieleer zijn er meer vragen en is er meer verzet. Hetzelfde geldt ten aanzien van het volledig accepteren van homoseksuele relaties als een alternatief voor het huwelijk. Dat zal ermee te maken hebben, dat hier voor hun gevoel meer op het spel staat dan het loslaten van traditionele bijbeluitleg. Het volledig aanvaarden van het evolutiedenken leidt tot grote vragen ten aanzien van het wezen van God bijvoorbeeld. Hoe is de liefdevolle Vader van Jezus te rijmen met de God van het uiterst gewelddadige evolutieproces? En het volledig aanvaarden van homohuwelijken inclusief het verwekken en opvoeden van kinderen in deze relaties leidt tot grote vragen ten aanzien van de schepselmatige infrastructuur van het menszijn, het man en vrouw zijn, het vader en moeder zijn. Daarom zoeken vandaag veel orthodoxe christenen naar een weg om middenin de wereld van vandaag te staan, goede relaties te onderhouden met de mensen om hen heen zonder direct laatste woorden te willen spreken over de genoemde kwesties. Ze hebben de indruk dat het daar nog te vroeg voor is. Je zou immers ook zomaar een knieval kunnen doen voor de tijdgeest op punten waar dat nu juist niet moet. Mijn vraag aan Plomp zou zijn of het opschorten van stellige meningen en overtuigingen in deze ook niet de weg voldoende vrij kan maken om het evangelie te delen met onze tijdgenoten? Heel concreet die lesbische collega van hem: we gaan het gesprek met haar niet uit de weg, we honoreren liefde, trouw, toewijding als evangelische waarden, we zien haar als een persoon voor wie Christus naar de wereld gekomen is, staan op geen enkele manier boven haar en schorten voorlopig ons oordeel over de keuzes die ze gemaakt heeft op. Daar zijn we nog niet uit. We hebben misschien zelfs sterke twijfels. Wanneer ze tot geloof komt en bijvoorbeeld haar kinderen zou willen laten dopen, zouden we deze twijfels ook kunnen delen. De vraag of de kinderen gedoopt kunnen worden binnen de geloofsgemeenschap die orthodox gelovig is, is nog niet zo eenvoudig. Is het erg om daar eerlijk in te zijn?

Overtuigend?
Plomp kiest echter een andere weg. Ik wil niet zeggen: hij gaat van het ene soort stelligheden over in het andere. Dan zou ik hem onrecht doen. Hij probeert in zijn boek juist te laten zien, dat hij opnieuw zeer zorgvuldig de bijbel is gaan lezen en dat hij daarom merkte dat zijn vroegere stelligheden niet zo vast stonden als een huis. Integendeel. Daarin kan ik hem ook volgen. Er was onder orthodoxe christenen sprake van een oppervlakkig en slecht lezen van Genesis 1-3 bijvoorbeeld. Er is ook vaak veel te gemakkelijk gedacht zaken als de vrouw in het ambt en homofilie te kunnen beslechten met het citeren van slechts enkele Bijbelteksten. Maar die fase zijn we intussen toch ook wel gepasseerd. Hoe meer studies er over de genoemde onderwerpen verschenen, hoe meer werd de complexiteit duidelijk van de vragen, die er op deze terreinen te stellen zijn. Is het dan verstandig in een boek van honderdnegentig bladzijden te willen laten zien, dat op de drie genoemde terreinen de Bijbel zo gelezen kan worden, dat er geen enkele belemmering is om anno 2016 Nederlander met de Nederlanders te zijn? Moet dat niet automatisch te kort door de bocht gaan en overtuig je zo degenen, die je graag wilt bereiken? Vragen stellen leidt vaak tot meer bezinning dan duidelijke oplossingen bieden. En die bezinning is broodnodig. Daar heeft Plomp gelijk in en daar heeft hij zeker ook op zijn wijze een bijdrage aan geleverd. Hieronder nog iets meer over hoe hij dat gedaan heeft.

Inhoud
Nadat de schrijver in een inleiding en in zijn eerste hoofdstuk heeft uiteengezet waar het hem om gaat en waarom de thema’s voor hem zo urgent zijn, bespreekt hij in hoofdstuk 2 de positie van de vrouw, in hoofdstuk 3 christenen en wetenschap en in hoofdstuk 4 homoseksualiteit. Bij dit laatste onderwerp is hij naar mijn idee het meest op dreef. Het blijkt uit de talrijke verwijzingen en ook uit de tekst zelf dat hij goed weet waar hij over schrijft en dat hij ook echt nagedacht heeft over de tegenwerpingen. Hoofdstuk 5 is geheel gewijd aan tegenwerpingen, niet alleen tegen zijn standpunt inzake homoseksualiteit, maar ook tegen zijn opvattingen over de positie van de vrouw en de evolutietheorie. Het hoofdstuk bestaat uit elf tegenwerpingen en elf antwoorden, kort maar meestal ter zake en scherp geformuleerd.
Tenslotte volgt nog een hoofdstuk met conclusies. In dat hoofdstuk blijkt dat de schrijver er vooral van af wil, dat orthodoxe christenen alles zo zeker menen te weten en dat ze daardoor barricades opwerpen in de omgang met de doorsnee Nederlander vandaag. Christenen moeten veel minder oordelend en veel meer dienend en bescheiden in de samenleving staan.

Twee lijnen
Ik heb de indruk, dat deze grondhouding de ene belangrijke lijn is, die door het hele boek heenloopt. De andere lijn is, dat veel van onze orthodoxe opvattingen cultuurbepaald zijn en dat daarom die opvattingen nodig aan herziening toe zijn. De schrijver koppelt deze twee lijnen heel direct aan elkaar. Hierboven heb ik echter al uiteengezet, dat dit volgens mij iets genuanceerder ligt. Je kunt bovendien heel bescheiden, dienend aanwezig zijn in de samenleving en toch de overtuiging hebben, dat allerlei gebruiken en opvattingen in onze cultuur niet met het christelijk geloof te verenigen zijn. Het grote voorbeeld hiervan is vandaag wel paus Franciscus. Hij huldigt alle klassieke opvattingen van de Rooms-Katholieke Kerk, maar wordt door vriend en vijand geprezen vanwege zijn verbindende woorden, optredens en daden. Minder bekende reformatorische christenen doen het soms niet zoveel anders. Ze bezoeken gevangenen, geven al hun tijd en aandacht aan drugsverslaafden (bijvoorbeeld Stichting De Ontmoeting in Rotterdam), zetten zich in voor vluchtelingen en leven zo dienend in de navolging van Christus. Tegelijk houden ze echter vast aan oeroude christelijke opvattingen ten aanzien van schepping, huwelijk en de vrouw in het ambt. Dat kan echt wel samengaan. Toch heeft Plomp gelijk, dat wanneer je zo dienend in de samenleving staat er levensgrote vragen op je afkomen. Mensen die er heel andere leefwijzen op nahouden dan je zelf gewend bent, confronteren je met de vraag wat je daar eigenlijk van vindt. Zolang je deze mensen niet ontmoette dacht je wellicht snel met een antwoord klaar te zijn. In de ontmoeting wordt het vaak anders. Dan wordt je uitgedaagd jezelf opnieuw rekenschap te geven van de houdbaarheid van je opvattingen. In het geval van (homo)seksuele relaties komt dat heel dichtbij. En bijna iedere orthodoxe christen gaat dan in de praktijk veel milder om met de betreffende personen dan misschien volgens zijn theorie mogelijk is. Daarom is de bezinning waar Plomp voor pleit wel heel hard nodig. Anders belanden we op den duur toch in een spagaat.

De weg waarlangs
Hoe moet die bezinning zich nu echter voltrekken? Gereformeerde christenen zijn dan geneigd te zeggen, dat er opnieuw stevig aan bijbelstudie moet worden gedaan. In dat spoor gaat ook Plomp. Daarin is zijn gereformeerde orthodoxe achtergrond goed merkbaar. Toch heeft deze aanpak zijn eenzijdigheid. Er wordt dan namelijk gesuggereerd, niet alleen door Plomp, maar nog veel meer door alle rapporten die in de loop van de tijd binnen gereformeerde kerken over de genoemde onderwerpen zijn verschenen, dat pure bijbelstudie de oplossing kan en moet bieden. Het licht gaat op groen wanneer de bijbel andere dingen blijkt te zeggen dan vroeger ten onrechte werd gedacht. Het licht blijft op rood wanneer helaas niet anders geconcludeerd kan worden dan dat de Bijbel nog steeds hetzelfde zegt. Jammer voor de praktijk, voor de betreffende mensen, de wetenschap, maar het is niet anders. Plomp blijkt zich in zijn verantwoording op blz. 27, 28 goed van deze valkuil bewust te zijn. Toch is hij er volgens mij niet helemaal aan ontkomen.
Het is namelijk een meer dan interessant gegeven dat niet alleen Plomp, maar ook de meeste andere christenen op de genoemde terreinen niet op deze manier tot andere inzichten gekomen zijn, maar in eerste instantie door tijdgenoot te zijn, betrokken levend met de mensen van nabij, die nieuwe wegen gingen. Een dochter werd predikant, terwijl je toch altijd tegen de vrouw in het ambt was. Een goede vriend ging een homoseksuele relatie aan en terwijl je altijd dacht dat dat zondig was, liet je je raken door de integriteit van deze twee mensen, hun zorg voor elkaar en daarbij ook nog hun trouwe kerkgang. Een predikant die je ten volle vertrouwde vanwege zijn christocentrische en bevindelijke verkondiging zegt dat hij Genesis 1 niet letterlijk leest en dat hij geen moeite heeft met de gedachte dat de mens uit het dierenrijk afkomstig is.
Het wordt tijd, dat we deze feitelijke gang van zaken gaan verwerken in onze theologische bezinning. Deze feitelijke gang van zaken is naar mijn overtuiging in ieder geval niet alleen maar een te subjectieve en daarom verkeerde route, terwijl nieuwe bijbelstudie objectief zou zijn en ons zo bij de waarheid zou bewaren. Dat is een valse tegenstelling. Christenen ontvangen de Geest van Christus waardoor ze leren in helder inzicht en alle fijngevoeligheid te onderscheiden waar het op aankomt (Filipp. 1:9,10). Zolang wij in Christus blijven en Hij in ons, hetgeen zich openbaart in de vruchten, hoeven wij niet al te zenuwachtig te zijn wanneer we bij onszelf constateren, dat we anders tegen bepaalde zaken aankijken dan vroeger. Er komt ruimte voor groei, het loslaten van stelligheden zonder dat er altijd direct een nieuwe stelligheid voor terugkomt. Bijbeluitleg en levenspraktijk blijken beide lastiger dan ons lief is. Maar de weg achter Christus is begaanbaar en op verrassende wijze wordt van tijd tot tijd nieuw licht geschonken.

Dr. Wim Dekker is emeritus predikant (PKN) te Oosterwolde (Gld.) en redacteur van Kontekstueel. Mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

 


[1] Dit artikel is geschreven naar aanleiding van het boek van Robert Plomp, Nederlander met de Nederlanders. Een positieve orthodoxe visie op homoseksualiteit, wetenschap en vrouwelijke leiders, Buijten en Schipperheijn, Amsterdam 2016, 190 blz. € 16,50.

 


 

  • Raadplegingen: 4442