31e jaargang nr. 5 (mei 2017)
thema: Sola scriptura, maar welke scriptura?
Redactief
T.W.D. Prins-van den Bosch
We gedenken dit jaar de Reformatie. Sola Scriptura klonk het, helder en recht door zee: alleen de Schrift is onze bron voor het belijden van de kerk, voor de prediking, voor ons geloof. Maar is het wel zo eenvoudig? Wat kunnen we nog met deze leus, wanneer het maar de vraag is van welke scriptura je uitgaat? En dan denken we nu niet zozeer aan de interpretatie van de Bijbel, maar aan het ontstaan ervan. Zo heeft Erasmus ons een Griekse tekst van het Nieuwe Testament gegeven op basis waarvan verschillende Nederlandse vertalingen zijn gemaakt. Sinds die tijd is er echter heel wat gebeurd op wetenschappelijk vlak. Zo kan het zijn dat u in uw Nederlandse bijbels onderlinge verschillen ontdekt die hiermee te maken hebben. Bijvoorbeeld toevoegingen die in de vertaling van 1951 tussen haken worden afgedrukt, zoals het slot van het Marcusevangelie. Sola Scriptura veronderstelt een eenduidig woord van God, maar bestaat dat eigenlijk wel?
Het Nederlands Bijbelgenootschap wilde in het tijdschrift Met Andere Woorden de lezer informeren over de laatste wetenschappelijke inzichten op het gebied van bronteksten van de Bijbel. Het eerste artikel is daarom van de hand van dr. Matthijs de Jong van het Nederlands Bijbelgenootschap. Hij legt uit wat voor verschillen er zijn tussen de Herziene Statenvertaling (HSV) en de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) en hoe die zijn ontstaan. Wellicht is het handig een bijbel bij de hand te houden. Omdat bijbel vertalen ook altijd te maken heeft met (principiële) keuzes, hebben we dr. Jaap van Bruggen gevraagd of hij op het artikel van De Jong wil reageren.
Waar De Jong zich richt op het Nieuwe Testament gaat dr. Eep Talstra meer in op de bronteksten van het Oude Testament. Het is goed om te beseffen dat er een behoorlijk verschil is tussen het onderzoek van Oude en Nieuwe Testament. En wat betekent dat allemaal voor het geloof? Dr. Sam Janse brengt dit onderzoek wat meer naar de praktijk. U zou ook heel goed kunnen beginnen met lezen bij dit artikel. We hebben een aantal vragen toegevoegd, die u kunt gebruiken als u het gesprek over bijbel vertalen ook in uw eigen gemeente of kring wilt voeren. Misschien aardig om dit artikel eens te bespreken in uw kerkenraad of op een kring.
Aan het eind van het nummer hebben we nog een paar korte verhalen opgenomen over het vertalen van de Bijbel. Gert de Wit en Ilse Visser schrijven vanuit hun ervaringen met het vertalen van de Bijbel in een andere taal en Roelien Smit en Arien Treuren vanuit de vertaling naar het Nederlands.
Dit themanummer is tot stand gekomen n.a.v. het vertaaltijdschrift Met Andere Woorden (NBG, november 2016). Voor wie meer wil lezen kan bijvoorbeeld terecht bij:
Ernst Boogert, ‘De handschriften van het Nieuwe Testament’, geeft een overzicht van alle Griekse handschriften die momenteel bekend zijn.
Henk Jan de Jonge schetst in ‘De oogst van vijf eeuwen tekstonderzoek’ de geschiedenis van de tekstkritiek van het Nieuwe Testament van Erasmus tot vandaag.
Cor Hoogerwerf, ‘Welk Nieuwe Testament’, bespreekt voorbeelden van verschillen tussen de NBV en de HSV die het gevolg zijn van de verschillende Griekse tekstedities.
Deze artikelen zijn beschikbaar op www.bijbelgenootschap.nl/metanderewoorden/
Dan nog iets anders. Als redactie van Kontekstueel hebben we met ontroering kennis genomen van het overlijden van ds. Hette Abma. Hij was betrokken bij dit blad en vulde vele Kronieken. In het volgende nummer een In Memoriam.
Desiree Prins-van den Bosch MA is proponent (PKN) te Daarle en eindredacteur van dit blad. Mailadres:
- Raadplegingen: 5695