28e jaargang nr. 4 (maart 2014)
thema: Hoe (on)gelovig is de kerkganger?
P.L. de Jong
Kroniek
Sotsji
Tot voor kort wist ik niet dat Sotsji een stad is aan de Zwarte Zee. Bij aardrijkskunde – zo heette dat vak in mijn tijd – kwam de plaatsnaam nooit langs. Dat is inmiddels anders, het ‘sotsjiet’ op het moment dat ik me aan deze Kroniek zet heel de dag om me heen. Ik weet nu waar de stad ligt en ook begreep ik dat meteen achter Sotsji het gebied ligt waar de Scythen wonen.
Dat is al een heel oud volk, wellicht net zo oud als de Olympische spelen. Paulus noemt ze in zijn brief aan Kolosse in één adem met barbaren (Kol. 3:11) Hij geeft de indruk dat Scythen nog erger waren dan barbaren, met de laatsten bedoelt hij meestal gewoon Grieken. Scythen waren in die tijd gevreesde krijgers. Paulus stelt bij deze uitschieter overigens nadrukkelijk als zijn overtuiging dat het voor God niet uitmaakt of je een barbaar of Scyth bent, Griek of Jood: elk mens wil en kan God tot een nieuw mens maken. Ook Scythen dus en dat lijkt me ook na eeuwen het enige hoopvolle perspectief voor de mensen die in Sotsji de grootse ambiance voor de Olympische Winterspelen gereed maakten, en ook voor alle winnaars en verliezers.
Vrijdag 7 februari vond de opening plaats. Ik kan me niet herinneren eerder zo’n uitvoerige openingsceremonie – nota bene bij Winterspelen - helemaal te hebben gevolgd. Een beetje over de top? Dat kun je wel zeggen. Van meet af aan wisten we natuurlijk wel dat Poetin en de Russen wilden schitteren. Het was dan ook een indrukwekkend gebeuren met veel religieuze trekken. Kijkend naar de openingsceremonie, de toespraken en eedafleggingen met de hand op de vlag, dat men zich clean en eerlijk en respectvol zich zou inzetten, namens de sporters, namens de scheidsrechters, namens de officials, niemand ontkwam eraan. Verder de intocht met zwaaiende vlaggen (achtentachtig volken als ik het goed heb gehoord) en de intocht van de Olympische vlam - dan voel je je onwillekeurig meegenomen in een grote wereldomvattende religieuze manifestatie. Een soort wereldfamiliedag voor en van allemaal goeie mensen, vervuld van de Olympisch gedachte. Dat is zeker geen slecht ideaal. Tegenwoordig met zoveel seculiere mensen sluit het naadloos aan bij het geloof ‘in de kracht van mensen.’ Ging het tot niet zo lang terug om topsport los van religie en politiek, - nu lijkt sport zelf de religie voor allen te zijn geworden. Met op de tribunes de groten der aarde, onze premier, onze koning en de koningin, Ban Ki-moon, Janoekovitsj uit Kiev (naast wie niemand wou zitten zo te zien, duidelijk nog niet de echte hemel), allemaal juichend. En Poetin – in de visie van velen toch eigenlijk een soort anti-christ - in een priesterlijke hoofdrol. Er moet gezegd: hij speelt zijn rol al maanden heel knap. Zo knap dat Nederland meende met een hele zware delegatie te moeten gaan, mensenrechten ja of nee. Maar daar is Poetin natuurlijk ook heel erg voor. Na de gouden medaille van Ireen Wüst verscheen de president zelfs als surprise persoonlijk in het Holland Heineken Huis (wat bier nu te maken heeft met jonge sportende mensen, blijft een raadsel. Het is wel allemaal lichaam.) Na een felicitatie en een warme knuffel voor onze winnende bi-lesbo, dronk hij nog even een Hollands biertje in een kring met onze koning en koningin. Of er nog problemen waren? Maar de koning zou gezegd hebben: ‘No problems!’ Want bij zoveel verzustering en verbroedering lijkt het Koninkrijk van de kracht van mensen een kwestie van slechts nog even volhouden. Het is jammer dat Poetin nog niet over het weer gaat, want er waren wel sneeuwproblemen. Maar wellicht is dat de volgende keer ook opgelost. Ik kan me voorstellen dat veel seculier denkende mensen aan het Olympisch ideaal genoeg zin en geloof weten te ontlenen om twee jaar op te teren. Helaas is het met dit geloof buiten Sotsji op veel plekken in onze wereld nog wel wat jammerlijk gesteld. Zo blijven in Syrië de verschrikkingen elkaar op volgen, dankzij de inbreng van Poetin. Ook onder de Scythen en in heel veel andere regio’s in Rusland is het leven bepaald niet zonder ‘problems’. Van ons mogen Sven en Ireen natuurlijk winnen – al blijft het boeiend te zien wie er dit keer onderuit gaan of de foute afslag nemen. En of men daar iets van leert. ‘Zij die vertrouwen op hun benen / wil God geen gunst of hulp verlenen,’ zong Psalm 147 al. Maar het kan ook anders: dat de teller onverwachts zichzelf corrigeert en dat je in plaats van zilver goud krijgt. Zo verging het de gelovige tweeling Mulder uit Zwolle. Als Simson laten ze hun haar groeien, las ik in de Volkskrant. De grens tussen geloof en religie is in de topsport flinterdun.
Mandela
Op Sinterklaasavond december 2013 kwam ineens het bericht binnen dat oud-president Nelson Mandela van Zuid-Afrika was overleden. Op zo’n moment zie je iedereen in ons land en overal in de wereld rechtop gaan zitten. Al maanden was Mandela’s zwakke gezondheid wereldnieuws, maar de dood komt toch vaak anders dan je verwacht en heeft zijn eigen dynamiek. Vrijwel meteen ging iedereen over op uitvoerige lofzangen op de persoon, inzet en betekenis van Mandela. Nog niet eerder heb ik zoveel loftrompet meegemaakt bij de dood van een sterveling. Wat Zuid-Afrika betreft laat zich dat wel verstaan natuurlijk: zijn inzet en betekenis bij de overgang van het apartheidsregime naar een democratisch bestel zijn moeilijk te overdrijven. Ook hier proefde je in alles de religieuze drive om van hem een groot heilige te maken, een messias, een Godmens. Aan de uitvaartplechtigheden kwam geen einde. Met veel wereldleiders en een wijze toespraak van Obama. Ook in ons land was zo ongeveer iedereen ‘in Mandela’. Natuurlijk de mensen die hem vanaf 1961 blijvend hebben gesteund. Onder hen veel linkse politici. Dat zij in dezelfde tijd in veel gevallen ook grote sympathisanten waren van bijvoorbeeld Robert Mugabe, Fidel Castro en de regeringsleiders in de DDR (vier weken voor de val van de muur vierden linkse politici nog feest in Berlijn met Honecker!), laat ik nu maar liggen.
Nieuwsgierig was ik vooral hoe we als kerken in Nederland, met name op de rechterflank, zouden terugkijken en Mandela eren. Dat werd gelukkig ook gedaan met veel respect en dankbaarheid. Zelfs in het hoofdcommentaar van het Reformatorisch Dagblad. De oude dossiers met eindeloze synodale discussies hield iedereen nog even dicht. Ik moest zelf ook nadenken. Waarom ik het apartheidsdenken als student al hartgrondig verwierp, ondanks dat ik belijdenis deed bij ds. G.A. Zijderveld, waarom ik er stukjes over schreef die niet iedereen waardeerde, waarom ik voor Mandela ook toenemend respect kreeg, maar niet voor het ANC met zijn gewelddadige aanslagen.
Dr. ir. Jan van der Graaf zat er kennelijk ook mee. Begin februari schreef hij een persoonlijk verantwoordingsverhaal van zijn weg met Zuid-Afrika. (Reformatorisch Dagblad 8 febr.) ‘De dood van Mandela dwingt ons orthodox-christelijk volksdeel tot zelfonderzoek,’ zo was zijn insteek. Beginnend bij de basisschool en de boeken over Paul Krüger, de Boerenoorlog en de religieuze aspecten waarvan deze geschiedenis overloopt. En dan naar de spannende jaren zestig en zeventig waarin het klimaat in de kerken zo gepolitiseerd raakte, dat Van der Graaf c.s. in de Gereformeerde Bond, maar ook bijna alle confessionelen in de kerken van de Gereformeerde Gezindte, min of meer intuïtief het apartheidsdenken accepteerden. In elk geval niet ernstig genoeg vonden om alle banden met de kerken daar te verbreken in tegenstelling tot de hoofdstroom in de Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken. Terwijl de synode opriep tot een boycot van Zuid-Afrika, omdat o.a. scriba dr. Albert van den Heuvel en spraakmakend kerkelijk hoogleraar dr. Henk Berkhof geen visum kregen, was dat voor het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond (dr. ir. J. van der Graaf) en de Confessionelen in de Gereformeerde Kerken juist een reden er wel heen te gaan. Zo werkt ook kerkpolitiek. Maar ze werden natuurlijk ingepakt, zo ongeveer als onze mensen in Sotsji door Poetin in een rondje bier. In dezelfde jaren – tegen het verzoek van de synode in – bleven ook hoogleraren Zuid-Afrika wel bezoeken en gastcolleges geven. Hun namen zullen we hier maar niet noemen. Van der Graaf doet een dappere poging het verleden eerlijk te wegen. ‘Ik stond niet in de voorste linies’, schrijft hij vanuit een zekere schaamte en schroom. Er waren ook positieve momenten zoals het oprechte contact met het Christelijk Instituut van dr. C.F. Beyers Naudé. Ook herinnert Van der Graaf aan het Memorandum van de Gereformeerde Bond, opgesteld na hun frustrerende bezoek. In dat Memorandum wordt gesteld: ‘Gescheiden ontwikkeling, die wortelt in een ideologisch denken, uitgaande van menselijke ongelijkwaardigheid, acht de Gereformeerde Bond uiteraard verwerpelijk.’ De bijbeltekst over Noach en Cham had men dus begrepen. Het Memorandum ging echter verder met: ‘Gescheiden ontwikkeling, die een harmonieus samenleven van volkeren mogelijk maakt, kan moeilijk strijdig met de bijbelse gerechtigheid worden geacht.’ Dit was een hele rare zin als je bedenkt dat het om een door een minderheid van boven af met geweld opgelegde en doorgezette gedwongen ontwikkeling ging waarbij je geen sterke bril nodig had om de harde ongerechtigheid overal waar te nemen. Die was gewoon niet te filmen, zo groot. Achter het legitimeren van deze gescheiden ontwikkeling zat – terugkijkend - het accepteren van een ontwikkeling, uitgaande van de theologische gedachte dat God ‘voor elk volk de toegemeten grenzen en woonplaatsen heeft bepaald (Hand. 17)’. De kwestie Cham had men dus wel door, maar zich los maken van een fout denken over door God in de schepping gelegde uitgangspunten, kostte Van de Graaf meer tijd en moeite. Hij kwam er uiteindelijk wel, gezien het onrecht en de verzoenende inzet van Mandela. Het punt van de in de schepping door God gelegde uitgangspunten zouden we nog eens grondig met elkaar door moeten nemen. Het is theologie die conservatisme legitimeert.
De paus in Dordt?
Komt paus Franciscus naar Nederland? Als het aan kardinaal dr. Wim Eijk ligt niet. De kardinaal lijkt bang voor een nieuwe afgang van rooms-katholiek Nederland bij een eventueel bezoek. Maar misschien is Eijk vooral bang voor het succes dat een bezoek van deze paus kan hebben in ‘zijn’ kerk in Nederland en ook richting de protestantse kerken. Hoewel niemand mag twijfelen aan zijn oecumenische gezindheid, wist Eijk begin dit jaar de protestanten wel heel heftig in de gordijnen te krijgen. Het begon met een interview naar aanleiding van 450 jaar Concilie van Trente (1545-1563). Hoe keek de kardinaal daar nu op terug? Een aantal kerkelijke uitspraken in Trente betroffen de leer van de protestanten. Over de inhoud van hun geloof en de aanhangers ervan werd toen een vervloeking uitgesproken. Golden die nog steeds? De kardinaal hoefde hier niet lang over na te denken: de leer van de kerk verandert nooit. En de vloeken blijven onverkort geldig. Later kwam er nog een kleine nuancering: de vervloekingen golden niet de personen maar hun opvattingen. Maar het kwaad was al geschied. Onderscheid maken tussen persoon en zijn/haar geloof was al nooit een oplossing in kerkelijke twisten – betreffende persoon werd toch altijd buiten gezet. De uitspraken werden door vele protestanten als buitengewoon kwetsend ervaren. Onnodig kwetsend ook. Had de kardinaal niet wat afstand kunnen nemen door te zeggen dat in 1563 de fronten wel heel scherp lagen en in die context gezien moesten worden? En dat we in onze tijd echt wel iets geleerd hebben van elkaar via het oecumenisch gesprek, in elk geval genoeg om niet meer met vervloekingen te strooien? Oud-scriba van de Protestantse Kerk in Nederland dr. Bas Plaisier noemde de uitspraken ‘formeel’ en ‘hard’. Bijzonder geraakt reageerde ds. Gerrit de Fijter, oud-preses van de Protestantse Kerk in Nederland en voorman van de naar meer kerkelijke eenheid strevende beweging Nationale Synode. Hij noemde de uitspraken van Eijk ‘betonrot in de oecumene’ en: ‘Eijk bezorgt het gewone kerkvolk nog eens een burn-out.’ Vervolgens richtte dr. Arjan Plaisier, huidige scriba van de Protestantse Kerk in Nederland in een open brief zich tot kardinaal Eijk met de vraag om met elkaar over de kwestie in gesprek te gaan. Maar dit verzoek wees Eijk meteen af en verwees naar zijn woordvoerders. Bepaalde dingen had hij niet gezegd, maar hij wilde er ook niet over praten. Allemaal onhandigheid?
Met de oecumene oude stijl lijkt het in ons land voorbij. De Raad van Kerken bestaat nog (net), maar speelt nauwelijks nog een rol. In het midden van de Protestantse Kerk is men ook moe van alle roomse puntjes-op-de-i-zetten en het de-klok-terugdraaien. Aan de kant van de orthodoxe kerken en de evangelische gemeenten nam de beweging van ds. De Fijter het verlangen en streven naar eenheid over. Al is de Rooms-Katholieke Kerk daar niet officieel vertegenwoordigd, - de openheid over en weer tussen protestante en rooms-katholieke christenen is er zeker, ook in Dordt. Wilde de kardinaal daar een stokje voor steken?
Opvallend was dat in een bijlage van het Reformatorisch Dagblad scheidend hoogleraar dr. A. Baars van de Universiteit in Apeldoorn stelde dat hij van alle ophef niets begreep. ‘Dat Rome niet verandert, dat is toch wel geen nieuws’, zo Baars ongeveer. Voor de boosheid van De Fijter had hij geen goed woord over. Betonrot? Laat De Fijter daarover zijn excuus aanbieden. Van oecumenische toenadering verwacht Baars sowieso weinig, verwijzend naar de kerkelijke gesprekken tussen zijn Christelijke Gereformeerde Kerk en de Nederlandse Gereformeerde Kerk en de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt). Wat had dat nu opgeleverd? ‘Laten we ons vooral verootmoedigen’. Inderdaad hebben die contacten nog heel weinig opgeleverd. De verootmoedigingen gedurende bijna vijftig jaar Overleg Gereformeerde Gezindte trouwens ook niet. Maar wil prof. Baars wel dat het iets gaat opleveren? Of heeft men liever dat de Rooms-Katholieke Kerk niet verandert, zodat zij ook nooit hoeven te veranderen of enig move maken naar kerkelijke eenheid?
Kort na deze ophef ging het bericht rond dat paus Franciscus naar Nederland wilde komen. Vooral bisschop Punt met Amsterdam onder zijn hoede zag daar een mooi moment. De Arena zou vol stromen. Was de paus niet uitgeroepen tot ‘man of the year’? Een hoopvol en inspirerend mens voor iedereen, een soort opvolger van Mandela? Maar dr. Wim Eijk als voorzitter van de bisschoppenconferentie deelde mee, dat de paus en hij anders hadden beslist. Zeer tot verdriet van bisschop Punt, zijn medewerkers en vele ander sympathisanten van paus Franciscus. Onder hen ook protestanten. Misschien moet de Protestantse Kerk in Nederland de paus maar uitnodigen. Of ds. De Fijter? De paus in Dordt? Waarom niet? Alles kan tegenwoordig. Voor God is niet ‘Griek en Jood van belang, besnedene en onbesnedene, barbaar en Skyth, slaaf en vrije, maar Christus is alles en in allen. ‘
Ds. Piet de Jong is predikant (PKN) te Wijk bij Duurstede en redacteur van Kontekstueel. Mailadres:
Voor losse nummers, klik hier