Skip to main content

29e jaargang nr. 3 (nov. 2015)
thema: Wetenschap en een schuivend geloof

Verandering Godsbeeld roept geen emotie op
Column Bartian en Joanne

Heeft de kennismaking met de evolutietheorie je godsbeeld veranderd? En zo ja: hoe? Deze vragen legden we voor aan Bartian (20), student biologie aan Wageningen University en zijn zus Joanne (22), student filosofie en communicatiewetenschap aan de VU Amsterdam.

Bartian: “Wat bedoel je met evolutietheorie? Bedoel je daarmee aanpassing van soorten aan de omstandigheden of bedoel je de idee dat al het leven een gemeenschappelijke voorouder heeft? Het eerste is een feit en lijkt mij geen probleem voor een gelovige. De gemeenschappelijke voorouder is lastiger, omdat dat niet klopt met het scheppingsverhaal uit Genesis. Maar voor mij hebben godsbeeld en evolutietheorie weinig met elkaar te maken.”

Joanne: “Het maakt nogal uit voor de discussie of je ‘het veranderen van soorten’ een feit vindt. Over God hebben we geen feiten (als je een feit ziet als iets waar niet (meer) aan getwijfeld wordt (Latour). Ik denk dat je Godsbeeld erg beïnvloed wordt door je mening over wat feiten zijn. Als je niet (meer) goed weet in hoeverre de Bijbel helemaal letterlijk te nemen is, is het Godsbeeld meer een kwestie van interpretatie dan wanneer je de Bijbel super letterlijk leest.”

Je bent opgevoed met de gedachte dat wat de Bijbel zegt, waar is, dat God de aarde schiep in zeven dagen, dat de schepping volmaakt was. Daar had je een beeld bij.

Bartian: “Toen ik klein was, had ik inderdaad het beeld van God als almachtig Iemand, die van boven alles op aarde bestuurde. Nu heb ik eigenlijk geen beeld van God meer. Maar die verandering roept geen emotie op.”

Joanne: “Ik weet nog dat ik voor het eerst hoorde van de Big-Bang-theorie en dat ik tegen mijn vader zei dat het helemaal niet hoeft te botsen met de Bijbel, maar dat zo'n knal prima het begin van de schepping kan zijn. Mijn eerste kennismaking met iets van wat we onder het containerbegrip 'evolutietheorie' zouden kunnen gooien, maakte dus niet echt uit voor mijn Godsbeeld. Ook veranderende soorten vind ik niet echt problematisch. Dat we allemaal van één soort afstammen, is misschien een beetje ingewikkeld. Dat dit verenigbaar is met dat de mens geschapen is naar Gods beeld zou je misschien kunnen verdedigen (ik ga het nu niet proberen, maar ik denk dat het kan), maar survival of the fittest is wel raar als je gelooft dat we moeten dienen, dat de eersten de laatsten zullen zijn en dat je je op je andere wang moet laten slaan. Deze principes lijken me nogal onhandig als je graag (als soort) wilt overleven, terwijl ze mijns inziens het belangrijkste punt zijn van het christendom.”

Joke Bosch-Klapwijk is journalist te Amersfoort.
Mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.