30e jaargang nr. 4 (maart 2016)
thema: Noordmans - kerk en toekomst
A.J. Zoutendijk
Wat de kerk te doen heeft: de tijd uitkopen
Efeziërs 5:16
In de brief aan de Efeziërs wordt de kerk op een hoge plaats gezet. Zij is de tempel, woonplaats van God in de Geest (2:21). In het heden wordt door de kerk de veelkleurige wijsheid van God bekend gemaakt aan alle vorsten en heersers in de hemelsferen (3:10).
Deze veelkleurigheid weerspiegelt de kerk in haar existentie: zij is wonderlijk samengesteld uit contrasterende groepen (joden en heidenen) en zij is gezegend met allerlei gaven die haar maken tot een lichaam dat groeit en zichzelf opbouwt (4:16).
De toekomst van de kerk is tegelijk haar fundament: Christus die het hoofd is. Hij bracht zijn gemeente bijeen door de tussenmuur af te breken en naar hem groeit zij toe. De toekomst is ‘dat wij allen samen door ons geloof en door onze kennis van de Zoon van God een eenheid vormen, de eenheid van de volmaakte mens, van de tot volle wasdom gekomen volheid van Christus’.
Deze eenheid omvat alle heiligen; alleen samen met alle heiligen is het voor ons mogelijk de dimensies van het heil te kennen. Met alle gelovigen weten we dat er een kracht van God in de kerk werkzaam is die bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij vragen of denken (3:20).
De oorlogsjaren
Naar deze basics - of deze hoogte - zal de kerk steeds weer terugkeren als het uur daarvoor slaat. Het uur sloeg in de dagen van de oorlog. De kerk sprak in een kanselboodschap en deed wat er te doen was. Tegenover overheden en machten gaf zij blijk van haar onopgeefbare verbondenheid met Israël en ook van een eeuwigheidsbesef dat haar houding in het heden bepaalt: dienen, zich verblijden, volharden en wachten op het Koninkrijk. Dr. Noordmans reageerde erop in een artikel onder de titel: Kerk en toekomst, elders in dit nummer afgedrukt. In zijn reactie noemt hij de historische omstandigheden niet, maar hij benadert de kerk vanuit het eeuwigheidsperspectief, de werkzame eeuwigheid die zich manifesteert in het heden.
Dit is het Koninkrijk van God en de ware kerk ontstaat dagelijks door de inwerking van dit Koninkrijk. De urgentie van haar gebed ligt voor de kerk niet in de omstandigheden maar komt van voren, de naderende komst van het Koninkrijk. Dan zijn verrassende dingen mogelijk. De kansen voor de kerk liggen in het heden, de dagelijkse dingen waardoor er aanrakingen kunnen komen met het Koninkrijk van God. Riskant genoeg, want er ligt een kruis gereed, waardoor ook de nabije toekomst van de kerk in gevaar kan komen. De kerk moet dan zichzelf verloochenen en Jezus volgen. Dacht Noordmans hier misschien aan opvang van Joodse onderduikers en het ontstaan van een bekennende Kirche in Nederland?
De kerk in het heden
Momenteel buigt de kerk zich over de nota Kerk 2025. Welk uur heeft geslagen? Er klinkt een besef van urgentie door de regels heen. We moeten terug naar de kern en die ligt in het horen van het evangelie, het aanvaarden van elkaar en het aanleren van ‘goed leven’. Terugkeren tot deze kern vraagt dat de kerk een agenda formuleert en die agenda vraagt om commitment. Er is een positieve inzet: er In de brief aan de Efeziërs wordt de kerk op een hoge plaats gezet. Zij is de tempel, woonplaats van God in de Geest (2:21). In het heden wordt door de kerk de veelkleurige wijsheid van God bekend gemaakt aan alle vorsten en heersers in de hemelsferen (3:10). Bijbelstudie 5 is genoeg (geld) beschikbaar en mensen zijn bereid te geven. Laten we dat juist nu doen. De toon van de nota is zuiver. Er is besef van kairos, de gelegenheid, het juiste moment. In de brief aan de Efeziërs wordt met name in het tweede deel de beweging gemaakt van de hoge plaats die de kerk krijgt naar de concrete houding die van haar gevraagd wordt in de context van de tijd. In hoofdstuk 5 worden de gelovigen vermaand zich te gedragen als verstandige mensen en niet als dwazen. Ze zijn een ander leven binnengegaan, van duisternis naar licht. Er is geen marge van duisternis toelaatbaar, marchanderen is uit den boze: laat u door niemand met loze woorden misleiden(5:6).
De tijd uitkopen
Wat heeft de kerk nu te doen? De kerk moet de tijd uitkopen, omdat de dagen kwaad zijn. In deze geheimvolle woorden vertaalden de Statenvertalers Efeziërs 5:16. In de NBV is dat geworden: besteed uw dagen goed, want we leven in een slechte tijd. De toepassing zou kunnen zijn, dat we ijverig zijn en ook onze uren goed plannen zodat er geen tijd verloren gaat. Effectief leven, ook als kerk. Omdat we in een slechte tijd leven, zullen aanpassingen dan niet te vermijden zijn. Het woord uitkopen (exagoradzoo, een manier van aankopen waarbij men alles inzet) komt van de markt, dus deze toepassing ligt voor de hand. Wat nu gevraagd wordt is een onverdroten ijver (Rom. 12). Liefst op de manier van Karl Barth die in de dagen van de Duitse kerkstrijd tegen zijn opgewonden studenten zei: Exegese, Exegese, Exegese, meine Herren! Verder is effectiviteit te bevorderen door een wendbare organisatie die de kerk kan stimuleren tot geconcentreerde aandacht.
Het uitkopen van de tijd (kairos) kan ook nog anders worden opgevat, meer vanuit het eeuwigheidsperspectief van Noordmans. Dan is de kairos het moment dat de werkzame eeuwigheid, het Koninkrijk van God, ons in een heden plaatst. Er zijn geen plannen. We komen dan in de gevarenzone waarin we de aanrakingen met het Koninkrijk ervaren. Die gelegenheid moeten we dan volgens de apostel uitbuiten. Ook als het een oponthoud betekent, voor mij persoonlijk of voor de kerk. De Samaritaan stapt af en zo stapt hij het Koninkrijk binnen. Wie een vluchteling opneemt in Jezus’ naam laat Jezus zelf binnen. De Protestantse Kerk in Nederland zoekt in haar beleid deze gelegenheden op, bijvoorbeeld via pioniersplekken en huisgemeenten. Gaan die ons wakker schudden en het stof van de kerk afblazen? Dat hangt samen met de motivatie achter deze nieuwe werkvormen. In Efeziërs 5 is de reden, dat de dagen vol kwaad zijn. Dit is geen slechte tijd, maar het zijn dagen waarin je elke dag bidt: leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Een tijd om stand te houden tegen de listen van de duivel (6:11). Die listen gaan niet over het sluiten van kerken maar over het verdoezelen van de eeuwigheid, de verwachting van het Koninkrijk.
We mogen veel verwachten van pioniers, ook in bestaande gemeenten, als zij en wij ons op de hoge plek laten zetten die ons in Efeziërs getoond wordt. De kerk hoeft niet beter te worden, zo begrijp ik Noordmans. Zij is een nieuwe schepping en de bedoeling is dat we daar verbaasd in delen en mee rekenen. De communicatie in de kerk loopt via bidden en zingen (5:19). Het lijkt erop dat we daar meer tijd voor uittrekken, ook in vergaderingen. Alsof we samen aanvoelen dat we zo beschermd worden tegen het geschreeuw en de lege woorden van het kwaad.
Ds. Andries Zoutendijk is predikant van de Jacobikerk (PKN) te Utrecht.
Mailadres:
- Raadplegingen: 4032