31e jaargang nr. 2 (nov. 2016)
thema: Helden
Joz. A. de Koeijer
C.H. Spurgeon
‘Je kunt ‘m goed hebben ook al ruikt hij soms verdacht’
Ze lagen bij ons thuis. Twee dikke boeken met de titel: Het leven van Charles Haddon Spurgeon door Hemzelven. Saamgesteld door zijne weduwe. Elisabeth Freystadt had ze vertaald in de barokke taal van toen. Ik las er in. Met graagte. M’n vader zei van Spurgeon: ‘Je kunt ‘m goed hebben ook al ruikt hij soms verdacht’. Pa bedoelde daarmee niet, zoals hij dat noemde, Spurgeons ‘ruime aanbod der genade’, maar zijn ‘grootdoperij’.
Jaren later. Tijdens een bezoek aan een Engels bibliotheekje, gespecialiseerd in Puriteinen en aanverwante geschriften, stonden dozenvol ‘Spurgeons’ onaangeroerd op niemand te wachten.
De bibliothecaris vertelde me vanonder zijn ernstig amusante bolhoed dat deze prekenboeken niet ‘sound’ genoeg waren om uitgeleend te worden. Ik kreeg ze mee. Om niet. Zonder disclaimer.
Ik wist en voelde me rijk, want ik had plots bijna alle predicaties van Spurgeon voorhanden. Ik had nog nooit in m’n leven een Doper gezien, nu zat ik er elke dag even naast. Gewoon, op een bankje in mijn studeerkamer. In zijn eigen taal en contextuele vocabulaire vertelde hij me onvoorstelbaar mooie en verrassende dingen over God, over Jezus en over de Heilige Geest.
Toen ik naar Spurgeon greep begon hij mij te grijpen. ‘Dat een mens bekeerd moet worden’, wist ik al wel, maar dat een mens zich moet bekeren wist ik eigenlijk nog niet. Tenminste niet zoals Spurgeon me dat vertelde. Uitverkiezing bleek niet ‘a block to stumble’, maar ‘a song to humble’. Zo kwam ik allerlei andere ‘grote zaken’ uit de theologie tegen die me in kleingeld werden uitbetaald.
In een latere fase ontdekte ik dat Spurgeon niet alleen en zeker niet de enige dominee was.
Ik vond het helemaal niet aardig dat ik op een bepaald moment bemerkte dat zijn exegese en uitleg soms best wel krakkemikkig waren en op of over het randje gingen van ‘dit kan echt niet zó’. Ik schaamde me voor deze ontdekking, omdat ik in ‘mijn’ prediking zijn manier van Schriftuitleg enige tijd had overgenomen. Ik geneerde me vooral omdat ik kritiek durfde te leveren op iemand die duizend koppen boven mij uitstak en zo uitnemend door God gezegend was.
Lange tijd bleef ik boeken van en over de Prins der Predikers ‘sparen’. Het werd een wondere hobby van verkapte heiligenverering en versluierde heldenadoratie. Toch ben ik, voor zover ik weet, goeddeels van deze ziekte genezen. Door steevast en aanhoudend Spurgeons preken te lezen, kwam ik er steeds meer achter hoe dwaas elke vorm van voorgangersverering is. Bovendien bleek een regelmatige medicinale mix van drie druppels Luther, twee druppels Kohlbrugge en één druppel Spurgeon me enigszins vitaal en gezond te houden.
Of ik nog wel eens wat met mijn jeugdheld doe en of ik er nog iets mee heb? Zeker wel. Elke dag word ik, heel modern, via een nette internetsite doorgelinkt naar zijn morgen- en avondmeditaties. Zo blijf ik toch nog op de hoogte van Goed Nieuws.
O ja, dat zou ik bijna vergeten te vertellen. Enige tijd geleden moest ik heel erg aan mijn Charles denken. We vergaderden. Zoals vaak. We keken bedenkelijk. We wisten niet goed wat we aan moesten met ‘overdopers’ die in onze kerk bleven zitten. Mochten ze nu wèl of géén ambt bekleden?
Toen dacht ik: ‘Stel nu eens dat die befaamde Spurgeon een keer bij ons als gast in de kerk komt, zou ik dan niet per direct m’n preekplek aan hem afstaan?’ Voordat de vraag gesteld werd, zat ik al in de kerkbank!
Ds. Jozias de Koeijer is predikant (PKN) te Ermelo. Mailadres:
- Raadplegingen: 3804