Skip to main content

31e jaargang nr. 3 (jan. 2017)

thema: Het is begonnen met Luther. 500 jaar Reformatie

W.T.V. Verhoeven
Luther nodigt uit tot gesprek

Luther had niet alleen betekenis voor de theologie, maar ook voor de ontwikkeling van de Duitse taal en het onderwijs. Zijn kleine en grote catechismus hebben in de lutherse wereld grote invloed gehad. Ook in Nederland vervulde de catechismus een belangrijke rol in de vorming van de jeugd. De eerste vertaling in het Nederlands van de kleine catechismus dateert van ongeveer 1520.
Daarna zullen nog vele vertalingen volgen. Tot in de eerste helft van de vorige eeuw werd de kleine catechismus gebruikt in de catechese.
Gij zult geen vals getuigenis spreken tegen uw naaste.
Wat is dat?
Antwoord:
Wij moeten God vrezen en liefhebben, dat wij onze naaste niet belasteren, verraden, kwaad van hem spreken of hem een slechte naam bezorgen, maar hem verontschuldigen, goed van hem spreken en alles ten beste keren.

Luther over het achtste gebod in de Kleine Catechismus
(vertaling dr. Klaas Zwanepol)

Catechismus
Luther hechtte veel belang aan onderwijs. Niemand wilde hij dwingen tot het geloof. Hij kwam niet voor niets uit zijn verstopplek op de Wartburg, toen men al te fel in Wittenberg tekeerging en arme gelovigen de reformatie door de strot probeerden te duwen door ze bijvoorbeeld te dwingen het avondmaal onder twee gedaanten, brood en wijn, te laten gebruiken. Zo zou het niet kunnen gaan. Luther was fel tegen zulke dwang. Misschien kunnen we ons dat niet goed vorstellen van Luther die Melanchthon wel verwijten kon dat hij te langzaam ging, maar dwang was hem verre. Goed onderwijs was iets anders. Goed onderwijs zou er toe leiden dat mensen weloverwogen keuzes zouden kunnen maken. Misschien was Luther wel al te optimistisch over onderwijs. Hij kon zich maar moeilijk voorstellen dat mensen tot andere gevolgtrekkingen dan hij zou komen. Maar dat was een andere zaak. Luther zou twee versies van een catechismus schrijven: een kleine catechismus voor de gewone gelovige, kinderen maar ook volwassenen, en een grote catechismus met het oog op het onderwijs van predikanten.

Het achtste gebod
Alles lijkt helder, als Luther het achtste gebod gaat uitleggen. Luther spreekt heldere taal. God vrezen en liefhebben is het refrein van ieder gebod. Daarna volgt de uitleg van het specifieke gebod. Alleen de laatste woorden: alles ten beste keren, zum Besten kehren, zoals het er in het Duits staat, zijn misschien toch niet helemaal duidelijk. Wat keren wij ten beste? Een Amerikaanse vertaling geeft de laatste woorden anders weer, vertaalt vrijer: … en alles wat ze (dat zijn de naasten) doen in een goed licht, een mooi licht interpreteren. En ik leg het zo uit: een vals getuigenis wordt getypeerd door rechtlijnigheid die snel tot hardvochtigheid wordt. Een voorbeeld: je kan van gelovigen zeggen dat ze huichelaars zijn, omdat ze zich op zondag beter voordoen dan door de week. En misschien heb je dan gelijk. Je kan ook zeggen dat die gelovigen hun best doen, maar dat het ze nog niet helemaal lukt, het goede te doen. Geen vals getuigenis spreken, de waarheid zeggen vraagt om een milde blik, vraagt om interpretatie. Interpretatie leidt tot begrip en inzicht. Waarheid is zo gezien nooit zwart wit. Waarheid wordt niet gevonden in diametraal tegenover elkaar staande stellingen, maar in liefdevolle interpretatie, waarin de een de ander tracht te verstaan.

Het gesprek
Luther spreekt over het achtste gebod en niet over het interkerkelijke of interreligieuze gesprek. Dat kan ook niet. Het interkerkelijk gesprek lag even te moeilijk. Wat Luther zegt over de Paus of over anders gelovigen zoals doopsgezinden, is buiten alle proporties. De Paus noemt hij regelmatig de antichrist. En tegen doopsgezinden gaat hij nog feller te keer. Nee, Luther lijkt niet de man van het gesprek te zijn. En dan spreken we nog niet over zijn uitlatingen over aanhangers van ander religies. De Islam en het Jodendom, kende Luther, zonder dat hij direct met Islamieten of Joden te maken had. Hij kende ze alleen van verre. En dat leidde tot rare uitspraken. Dat is spijtig. Juist hij had beter moeten weten. Ook kerken en religies kunnen niet diametraal tegenover elkaar worden gesteld. Gods gebod leert ons het gesprek. Misschien is dat wel een hele moderne uitspraak. Luther heeft het niet in de praktijk gebracht. Zo mild als hij was in zijn pastorale praktijk, zo fel was hij in zijn polemiek met andersgelovigen. En toch leer ik mildheid van hem. Of meen ik me op hem te kunnen beroepen, als ik de dialoog met anders gelovigen bepleit. Zo heb ik in mijn opleiding geleerd met Luther om te gaan. De tijd gaat verder. Wat Luther heeft gezegd, rekenen wij tot onze bagage. Maar hem nazeggen gaat niet; deze tijd heeft haar eigen verantwoordelijkheid en zoekt opnieuw naar betekenis.

Toch Luther
Wat zegt Luther immers? Je moet de ander begrijpen, het goede zoeken om de waarheid te vinden, te spreken. Waarom trekken mensen zich terug op hun eigen erf, geloof tegen geloof, land tegen land? Ook in eigen kring willen we nog wel eens in die valkuil stappen. In de ontmoeting komen we tegenover elkaar te staan. En we worden getriggerd over elkaar uitspraken te doen. Zo leven we in voortdurende oordelen. Maar wanneer doen we de ontmoeting recht? En dan gaat het niet alleen om de ander, maar ook om onszelf. Je doet jezelf tekort door je af te sluiten voor de ander. We kunnen van elkaar leren. Hier en nu heeft niemand de waarheid in pacht. Paulus spreekt over een spiegel met raadselen. Christenen kennen de notie een volk onderweg te zijn. Waarheid groeit door samen te leven en te leren van elkaar. Het gebod is er niet voor niets. Het vraagt om waarheid die steeds verder bloeit tot ze uiteindelijk aan het einde der tijden geheel en al geopenbaard zal zijn.

Conclusie
Natuurlijk is het niet eenvoudig om de ander steeds in het best denkbare daglicht te zien. Het is soms veel eenvoudiger hem of haar neer te sabelen, en dan lijkt het nog gerechtvaardigd ook. Toch zou je dan vergeten dat de ander nooit zo maar op je pad komt en dat elke ontmoeting de mogelijkheid biedt dat je ervan leert. Daarom vraagt het achtste gebod dat je zelfkritisch bent, luistert, klein durft te zijn en respect toont voor de ander. En eigenlijk geldt dat voor elke situatie. Of we nu thuis zijn, op straat, of in gesprek met andersgelovigen: er zijn nog werelden te winnen.

Ds. Trinette Verhoeven is president van de Evangelisch - Lutherse synode binnen de Protestantse Kerk in Nederland. Mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.


 

  • Raadplegingen: 5574