31e jaargang nr. 5 (mei 2017)
thema: Sola scriptura, maar welke scriptura?
R. Smit
Zo eenzaam…
De Bijbel in Gewone Taal (BGT) is een vertaling van de hele Bijbel uit de grondteksten, in gewoon Nederlands. Deze vertaling is daarin uniek: er bestond nog geen vertaling die consequent kiest voor gewone taal, taal die iedereen gebruikt en kan begrijpen. Maar kun je alle teksten in gewone taal vertalen?
Vooral bij het vertalen van poëzie, zoals de Psalmen, Spreuken of Klaagliederen, stellen mensen vaak de vraag: kun je die oude en geliefde gedichten wel in gewone taal vertalen? Verlies je dan niet iets van de schoonheid? Met een voorbeeld uit Klaagliederen 1 nemen we de proef op de som.
Klaagliederen
Klaagliederen bestaat uit vijf gedichten waarin de dichter klaagt en treurt over de verwoesting van Jeruzalem door de Babyloniërs. Het boek is onmiskenbaar poëtisch. Een belangrijk kenmerk van het Hebreeuws in dit boek is het slepende ritme van de zinnen. Hierdoor komt de klagende en verwijtende toon van de liederen goed naar voren. In de BGT is er dan ook voor gekozen om versregels te gebruiken die gemiddeld iets langer zijn dan in de Psalmen of Job, om dat karakter aan te geven. Daarnaast wordt het klagende karakter onderstreept door te beginnen met het woord ‘ach’. Dat woord zet meteen de toon, en onderscheidt het van andere bijbelboeken.
Weduwe Jeruzalem
Een van de meest ingewikkelde elementen uit Hebreeuwse poëzie om te vertalen is de beeldspraak, omdat veel beeldspraak tijd- en cultuurgebonden is. Een voorbeeld van beeldspraak staat in Klaagliederen 1:1. In dit vers, en daarna, wordt de stad Jeruzalem voorgesteld als vrouw die haar man (God), haar huis (de tempel) en haar kinderen (inwoners) verloren is. Deze personificatie (een stad vergelijken met een vrouw) is in bijbelse geschriften een veel gebruikt stijlfiguur.
In de NBV is deze personificatie behouden. Waar mogelijk worden beelden en personificaties ook in de BGT behouden. Soms verzwakt het de tekst echter als het beeld behouden blijft. Een explicitering als ‘zo eenzaam als een vrouw die haar man verloren is’, is noodzakelijk om het beeld te begrijpen. Maar dat doet tegelijkertijd afbreuk aan de kracht van de tekst. De tekst zou onderbroken worden door deze explicitering, waardoor je kunt vergeten waar het om gaat: de lezer moet de eenzaamheid, de leegte en het grote verdriet voelen. Dat komt duidelijker naar voren als het beeld van de weduwe doorvertaald is. Daarom luidt de BGT:
Ach, wat is Jeruzalem leeg geworden,
de stad die vroeger zo veel inwoners had!
De stad die ooit zo beroemd was, is verlaten.
Vroeger was Jeruzalem een machtige stad,
maar nu heersen er andere volken.
Het is belangrijk dat Klaagliederen als poëzie blijft klinken. Waar mogelijk zijn stijlkenmerken van Hebreeuwse poëzie behouden. Daarom zijn zinsdelen bijvoorbeeld herhaald (als ‘de stad die …’). Maar waar stijlkenmerken de tekst verzwakken, zijn ze doorvertaald naar krachtige expliciteringen.
En dan word je in de BGT door de eenvoud geraakt door teksten die die je al lang dacht te kennen of die je wellicht nooit gelezen hebt. Door de eenvoudige, maar krachtige weergave van de Hebreeuwse brontekst is de eenzaamheid bijna tastbaar, het verdriet voelbaar. En dat zegt alles.
Drs. Roelien Smit werkt bij het Nederlands Bijbelgenootschap als medewerker Bijbelgebruik. Ze heeft ook als vertaler (Oude Testament) meegewerkt aan de Bijbel in Gewone Taal. Mailadres:
Literatuur
M. de Jong en M. Verburg (red), Een Bijbel zonder ark, columns over de Bijbel in Gewone Taal (Haarlem 2015)
M. de Jong, Hoe vertaal je de Bijbel in gewone taal? Uitgangspunten, keuzes, dillema’s (Heerenveen 2014)
- Raadplegingen: 4364