33e jaargang nr. 3 (jan. 2019)
thema: Zorg voor de schepping
G. van Meijeren
Wat wezenlijk is
Filippenzen 1:9
‘Wat is wezenlijk?’ is de titel van een boekje met dagboekfragmenten van Emmi Bonhoeffer. Na de mislukte aanslag op Hitler werden zowel haar man Klaus als haar zwager Dietrich om het leven gebracht. Maar na de oorlog – zo schrijft de samensteller – weet Emmi verliezen en leed om te smeden tot iets goeds. Doordat zij zichzelf steeds de vraag stelde: wat is wezenlijk?
Die woorden klinken ook in de brief van Paulus aan de gemeente in Filippi: ‘En dit bid ik dat uw liefde nog steeds overvloediger wordt in kennis en fijngevoeligheid, opdat u kunt onderscheiden wat wezenlijk is’. (HSV) Paulus heeft enkele jaren daarvoor het goede nieuws van Jezus in Filippi gebracht; de eerste stad in Europa waar het evangelie aan land komt. Een kosmopolitische, multiculturele stad. Er wonen Grieken en Romeinen. Velen zijn veteraan afkomstig uit de Romeinse legioenen. Er is ook daar een gemeente ontstaan. Hoe groot zal die zijn? Enkele tientallen mensen? In ieder geval, deze christenen zoeken hun weg. In een dynamische context, in ‘een wereld vol goden’ (Keith Hopkins).
Wanneer je de brief goed leest, proef je dat het intern niet allemaal zo lekker loopt. Er zijn andere predikers opgedoken die met zichzelf te koop lopen. En er is ook gedoe. Er zijn ordinaire ruzies. Uit deze brief maken we verder op dat Paulus zelf in de gevangenis zit. Vermoedelijk heeft hij huisarrest.
Dan treft het des te meer dat hij aan Filippi denkt en voor de christenen daar bidt. Hij begint zelfs met het uitspreken van dank aan God. ‘Ik dank mijn God altijd wanneer ik aan u denk. Telkens wanneer ik voor u allen bid.’
Dat is niet een handigheidje van Paulus: met iets positiefs beginnen en dan daarna ferme kritiek leveren. Je proeft: dit komt uit zijn hart. Hij is oprecht dankbaar dat er een gemeente is. En hij is er ook van overtuigd dat ‘Hij die dit goede werk is begonnen in Filippi dat ook zal voltooien.’
Het is een sterk staaltje van bemoediging. Waarderende gemeenteopbouw. Hoe zouden wij, hoe zou ik dat aanpakken als ik aan de concrete gemeente denk? Aan de kerk, waar vaak zoveel op af te dingen is? ‘Ik dank mijn God altijd wanneer ik aan u denk…’ Wanneer ik voor u bid… Bidden voor de gemeente, danken voor de gemeente, dat zouden we eens wat vaker moeten doen.
Wat bidt Paulus? ‘Ik bid dat uw liefde blijft groeien door inzicht (kennis) en fijngevoeligheid opdat u kunt onderscheiden wat wezenlijk is.’ Dat u scherp krijgt waar het op aankomt.
Het zijn vragen waar je zelf ook mee bezig kunt zijn. Wat is wezenlijk in mijn leven? Waar gaat het om? Ik denk aan Fokke Obbema, redacteur van de Volkskrant, die na een hartstilstand de vraag naar de zin is van het leven onderzoekt. Ik denk aan zovelen die op zoek zijn naar betekenis voor hun bestaan. Waar komt het op aan? Te midden van botsende belangen en de waan van de dag is het een urgente vraag in de (Europese) politiek.
Het project Kerk 2025 van de Protestantse Kerk versta ik ook als zodanig. Waar was het de kerk ooit om begonnen? Waar staan we voor, waar leven we van, en wat willen we uitstralen in de samenleving? Terug naar de kern. Het is een proces waar veel gemeenten mee bezig zijn. Zij brengen er de moed voor op om die vraag te stellen. In soms moeilijke omstandigheden van krimp en verlies, van transitie en heimwee.
Paulus zegt dat er twee dingen nodig zijn: inzicht (kennis) en fijngevoeligheid. Inzicht, dat je echt ziet hoe het zit; heldere kennis. Maar dat inzicht wordt door de liefde gemotiveerd. Anders gezegd: dat inzicht is nooit een ongenadige waarheid, er klinkt mildheid in door.
Fijngevoeligheid is ook zo’n door de liefde gedreven woord. Het is een bepaalde geestelijke grondhouding, die er niet op uit is de ander te kwetsen. De liefde doet de ander geen kwaad, staat er in 1 Korintiërs 13. Wil je weten wat wezenlijk is, laat dan de liefde overvloediger worden, laat ze groeien in kennis en fijngevoeligheid!
Maar, doen de boeken van Oude – en later Nieuwe – Testament er niet toe? ‘Er is jou mens gezegd wat goed is; wat de Heer van je wil. Niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God’, schrijft Micha. Zeker, de Bijbel is een betrouwbare gids, maar geen antwoordenboek. Het is de ‘enige regel van het geloof’, maar geen set regels die je zomaar één op één kunt toepassen. Daar kun je zelfs helemaal de mist mee ingaan. De vrouw die op overspel betrapt werd, moest volgens de regels worden gestenigd. Maar Jezus laat zien wat wezenlijk is. Zij wordt in de vrijheid gesteld.
Wat Paulus bedoelt met dat door de liefde gestempelde inzicht en die fijngevoeligheid, dat is een ‘spiritueel leerproces’ (Sam Janse). Een proces dat de Geest werkt, zodat je leven op de golflengte van de liefde afgestemd raakt en dat je daardoor gaat zien wat er nodig is. Bedenk daarbij dat die Geest aan de gemeente gegeven is. Paulus schrijft niet aan een individu. In de kerk leeft altijd het vertrouwen dat waar mensen bijeen zijn – onder de aanroeping van de Heilige Geest – er ook iets zal gebeuren; door de ontmoeting en het beraad heen. Je krijgt scherp wat de essentie is door naar elkaar te luisteren in het krachtenveld van de Geest.
Als je gaat onderkennen wat wezenlijk is, wordt dan tegelijk ook niet duidelijk wat niet wezenlijk is? De middelmatige zaken, de bijzaken, de a-diafora. De zaken waar we samen niet uitkomen. De verschillen van inzicht, waarmee we moeten leren leven?
‘Liefde, inzicht, fijngevoeligheid…’ Je begint bijna te denken dat het geloof vooral mystiek is en bevinding. Dat is waar. Het geloof heeft een binnenkant, die we vandaag de dag misschien wel herontdekken. Maar geloof heeft ook een buitenkant. Liefde: is in de bijbel altijd een werk- een daadwoord. Het kan gewoon niet anders of liefde krijgt handen en voeten. Omdat ze nu eenmaal niet losgezien kan worden van Jezus Christus, die voor ons door het vuur is gegaan. En die leeft. Van de blijdschap daarover zindert deze brief.
Zo gaat Paulus verder. Vers 11 in de versie van de Bijbel in Gewone Taal leest: ‘Dan zullen jullie goed leven als mensen die gered zijn door Jezus Christus.’ De wereld gaat het dus merken, de mensen om ons heen zullen het merken dat er liefde in het spel is, en geloof en hoop. Het werpt vruchten af, als we in de buurt van Jezus blijven. Ook al heb je het zelf helemaal niet in de gaten dat je ‘de weerglans van het licht’ (Paul Gerhardt) verspreidt. Dat hoeft ook niet. Op de dag van Jezus Christus zal het openbaar komen.
Nu, dat gelóóft, dat bídt Paulus vanuit de gevangenis. En hij moedigt ons aan dat ook te geloven, dat ook te bidden. Ons te laten meevoeren door de vreugde over Jezus Christus, de levende Heer. Ons te laten raken door zijn liefde en daaruit te leven als hoopvolle mensen, zijn Koninkrijk tegemoet. Ook dat is wezenlijk.
Ds. Gerrit van Meijeren is classispredikant in de classis Zuid-Holland Zuid van de Protestantse Kerk in Nederland
Mailadres:
- Raadplegingen: 3052