Skip to main content

34e jaargang nr. 1 (sept.2019)
thema: Zin in werk

Weerklank uit het werkveld

‘Er zullen tegenwoordig maar weinigen zijn die hardop durven beweren dat ze alleen werken om een inkomen te hebben. Dat het maar werk is. We hebben de lat een stuk hoger gelegd: we moeten succes hebben, we moeten laten zien dat we het hartstikke druk hebben, we moeten doorgroeien naar de ultieme droombaan en onszelf verwezenlijken. Een tamelijk modern idee, en we praten elkaar een probleem aan door te suggereren dat werk dàt allemaal moet zijn’.

Dit fragment is afkomstig uit de bijlage ‘Droombaan of gewoon werk’ van het dagblad Trouw van 4 mei 2019. De redactie van Kontekstueel vroeg aan de drie personen uit het werkveld om op dit fragment te reageren.

Dirk Duijzer Plant een appelboom!
Arbeid als tijdverdrijf is geen optie. En zelfs arbeid om een inkomen te behalen geeft ook te weinig voldoening om deze inspanning te rechtvaardigen. Arbeid gaat om succes, een droombaan, om zelfverwezenlijking. Uit het citaat begrijp ik dat de zin en het nut van arbeid draait om de mens zelf. Ík moet bevredigd worden, het gaat om míjn succes. Dat laatste is voor mij herkenbaar. Bij een groot bedrijf zag ik dat HR wilde stimuleren dat medewerkers anderen meer zouden helpen. Daarvoor hanteerden ze de slogan: ‘Jij wordt beter door mij.’ Stiekem was dus de boodschap: ‘Ik ben beter dan jij.’ Zelfs in de zogenaamde gerichtheid op de ander, sta ikzelf nog centraal.
Ik ben de laatste tien jaar betrokken geweest bij omvangrijke reorganisaties in de agrarische sector en in de financiële dienstverlening. Toen de crisis groter werd en het vangnet krapper, zag ik de mentaliteit drastisch veranderen. Ineens werd inkomen wel belangrijk. Arbeid als levensinvulling en ritme bleek toch bepalend te zijn. De zekerheid van arbeid gaf rust. In zekere zin beschouw ik het centraal stellen van succes, droombaan en jezelf verwezenlijken dan ook als een luxepositie. Ga er maar vanuit dat het grootste deel van de werkende bevolking in de wereld hier nog nooit van gehoord heeft en er hoeft maar iets van onzekerheid het Westen binnen te sluipen, of ook hier worden de bordjes verhangen.

De theoloog en filosoof Carl Hilty schreef in zijn boek Geluk: ‘Weliswaar is de mens uit het paradijs der rust verdreven, maar God gaf hem het bevel tot arbeiden niet, zonder er de troost der noodzakelijkheid aan toe te voegen.’ Arbeid moet dus nut hebben, het moet ergens toe leiden. Het helpt iedereen wanneer er waardering is voor het gedane werk en wanneer er een herkenbaar en aanwijsbaar resultaat is waar je trots op kunt zijn. Ik merk dat veel mensen ook gemotiveerd zijn om met hun werk bij te dragen aan een betere wereld, aan de toekomst. De vertaling van het dagelijks werk naar dat hogere doel is niet altijd makkelijk. Vaak zijn mensen maar een kleine speler in een groot bedrijf, of is het onderdeel zo onherkenbaar voor de klant, dat de betekenis van het eigen aandeel in het productieproces onvindbaar wordt. Afdelingen gaan dan de zin zoeken in een bijdrage aan de jaarlijkse Nederland-doe-dag, of het bedrijf probeert de zinvolheid te onderstrepen met mooie jaarverslagen vol met duurzaamheid en MVO-achtige initiatieven waaraan bijgedragen is. Ik vind dat allemaal nuttig, maar de belangrijkste inzet moet zijn om te bevorderen dat ieder mens op de eigen plaats in het dagelijks werk kan begrijpen en verwoorden dat een bijdrage geleverd wordt aan het doel waarvoor men werkt. Ook geloof ik niet dat mensen in onze tijd alleen maar geprikkeld kunnen worden door ik-achtige argumenten. Mensen zijn sociale wezens die blij kunnen worden als ze een bijdrage leveren aan anderen, de mensheid, het hogere doel.

Govert Buijs schrijft in zijn boek Waarom werken wij zo hard dat ons diepste probleem misschien wel het gebrek aan vertrouwen is dat de wereld van morgen en overmorgen ook nog leefbaar zal zijn. Dat brengt mij op een laatste punt. Maak het allemaal niet te groot en grijp niet te ver vooruit in de toekomst. Durf vandaag verantwoordelijkheid te dragen. Zet een eerste stap. Al zou je weten dat morgen de wereld vergaat: plant vandaag nog een appelboom!

Barbara Lamain De waarde van werk
‘We moeten succes hebben, het druk hebben en doorgroeien naar de ultieme droombaan.’ Ik herken die uitspraak, natuurlijk. Maar vooral onder bepaalde groepen hoger opgeleiden. Ik hoor dit geluid niet of minder bij mensen uit andere segmenten van de samenleving; mensen die werken in de zorg, in de plantsoenendienst, of mensen die in de winkel staan.
Ik ken ook veel hogeropgeleiden die na een universitaire studie zich lieten omscholen op een lager opleidingsniveau. Soms omdat ze geen werk vinden in hun vakgebied, soms omdat ze ervoor kiezen om in een minder stressvolle omgeving te werken, soms omdat ze bewust kiezen voor een combinatie van zorg en betrokkenheid in de buurt of de gemeente.
Voor zover het bovenstaande wel van toepassing is, geldt dat het probleem op zich niet zozeer het werk is. Werk is niet het enige gebied waar we teveel van verwachten. We verwachten ook te veel van onze opleiding en van de voetbalclub, om maar wat te noemen. En ook van de mensen die het dichtste bij ons staan. Ons probleem is dat we nog steeds té veel van dit leven verwachten. En dat we te weinig bidden. Ons probleem is de zoektocht naar geluk: waar en hoe we dat zoeken. Dat uit zich op allerlei gebieden, ook op het gebied van werk.
‘Het is maar werk’? In mijn vorige werk (HR) had ik te maken met allerlei werksituaties. Als we ontslaggesprekken voerden, dan kwamen bij de betrokken medewerkers emoties boven die ik associeerde met de meest heftige gebeurtenissen in het leven: als je huwelijk spaak loopt of je een kind verliest. Emoties kwamen boven die ik daarmee associeerde, en die ik dus buitenproportioneel vond voor de situatie. Dat waren ze misschien ook. ‘Het is maar werk, het is het ergste niet..,’ dacht ik weleens bij mezelf. Ja, oké, maar dat kon ik makkelijk vinden. Zittend aan de andere kant van de tafel – de goede kant. De kant die meebesliste over werk of geen werk. De kant die zelf wel werk had. En al had ik het niet: ik had een vangnet, ik had een buffer en ik had een alternatief. Dat heeft niet iedereen.

Graag ga ik ervan uit dat mensen keuzes hebben. En dat het goed is om zo nu en dan de balans op te maken wat betreft werk: ben ik nog op mijn plek of zou ik ergens anders heen moeten gaan? Dat is ook gezond. Je bent immers niet met je werk getrouwd. Tegelijk vraag ik me af: Hoeveel keuzes hebben mensen werkelijk voor een andere werkplek, voor een ander soort werk desnoods? Niet iedereen heeft de kracht, energie, fysieke vrijheid en financiële armslag om veel keuzemogelijkheid te hebben. Misschien hebben mensen die keuzes wel gehad. Maar er komt een moment dat je kaarten zijn geschud. Zo simpel is het ook.
Hoe dan ook: Werk is zoveel meer dan alleen de bezigheden die staan in je functieprofiel, of die zich nu kenmerken door intellectuele uitdaging of vooral door een herhalingselement. Werk is ook afleiding – bevrijd worden van het denken aan jezelf en je eigen sores. Werk geeft ook een gemeenschap, een sociale samenhang. Werk kan een familie worden. Prachtig – voor zolang het duurt. En ook zo kwetsbaar. Maar dat kan ik makkelijk zeggen omdat ik andere familie heb met wie ik hechte relaties heb: met mijn natuurlijke familie en met de gemeente. Dat heeft niet iedereen. Er zijn veel mensen voor wie de werkkring het dichtste bij komt als gemeenschap met wie je je leven deelt. Niet ideaal, maar wel de nuchtere realiteit.

Ursula Six ‘Een dikke tien
Al van jongs af aan word je gevraagd wat je later wilt worden. Kinderen met torenhoge ambities moedigen we volop aan om naar de top te streven. Werk is de laatste decennia ontwikkeld van noodzaak en plicht naar zelfverwezenlijking en vervulling. Ik merk dat ook in mijn praktijk; werk neemt een belangrijke plek in ons leven in. Zo kennen veel mensen in hun loopbaan ‘kruispuntproblematiek’. Het gevoel dat je nu echt iets moet kiezen wat goed is voor je; de beste keuze uit alle andere mogelijkheden die er zijn. De druk op die keuze wordt vaak als zwaar ervaren. En de wens is streven naar perfectie. Hard werken om ‘iemand’ te zijn wie je denkt dat je moet zijn. We leven in een cultuur die daadkracht, ambitie, en streven naar doelen waardeert. Onze identiteit hangt voor velen een groot deel van af van werk. Vaak ook onbewust geldt: ‘wat je doet, is wie je bent’. ‘Wat doe je voor werk?’ is een vraag die je eerder hoort dan ‘vertel eens wat over jezelf, waar ben jij graag mee bezig?’
Naar mijn idee is het op zich een groot goed dat we tegenwoordig meer ons hart kunnen volgen, onze wensen kunnen verwezenlijken, ook in het werk. Innerlijke drive is immers één van de pijlers die ons plezier en voldoening geven in hetgeen we doen. Wel is het van belang dat deze stroken met de waarden die er voor jou als persoon werkelijk toe doen. In het werk worden tegenwoordig ook meer competenties van ons gevraagd dan vroeger. Dat komt omdat de omgevingen binnen en buiten organisaties complexer zijn. Er wordt meer verwacht, gevraagd en soms ook geëist door onze omgeving. Dit maakt dat mensen kunnen afdrijven van hun werkelijke waarden en andere waarden (moeten) nastreven. Zoals iemand die graag zorgzaam voor mensen is, druk is met administratie en problemen oplossen. Op den duur zorgt dit vaak voor problemen in welbevinden en energie in het werk. Af en toe een apk in je loopbaan om na te gaan of je ook doet waar jouw hart ligt. Mogelijk is bijsturing nu en dan vereist.
Verder merk ik ook dat we ons graag gezien voelen en dat er soms diep van binnen een bepaalde mate van eenzaamheid is. We delen veel met elkaar op social media, maar met name de mooie plaatjes die blijheid, succes en glans laten zien. De keerzijde die het leven ook bevat, wordt daarmee niet belicht. Naar mijn idee is het belangrijk dat we inzien dat het leven niet altijd een negen is, maar dat het soms ook gewoon een magere drie kan zijn. Als we dat met elkaar durven delen, denk ik dat de onnodig hoge druk op arbeid minder kan worden. Bovendien, een droombaan hoeft niet op alle fronten een dikke tien te zijn. Zolang je maar dat doet waar je hart ligt.

Mr. drs.ing. D. Duijzer was directeur LTO Nederland en is nu directeur Bestuurszaken & Coöperatie Rabobank. Hij schreef deze bijdrage op persoonlijke titel. Mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Drs. B.E. Lamain is sinds een jaar predikante van de Protestantse Gemeente ’t Woudt – Den Hoorn. Daarvoor werkte ze in het bedrijfsleven als HR-directeur. Mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Mevr. U. Six is deskundige op het gebied van Human Resource Management en betrokken bij loopbaan- en talentontwikkeling, re-integratiebegeleiding en coaching. Mailadres:Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.


  • Raadplegingen: 1848