37e jaargang nr. 4 (maart 2023)
thema: Let’s talk about Sacks
Jeroen Hagendijk
Redactief
Wanneer in ons land het christelijke gezin aan tafel gaat, wordt er doorgaans gebeden om een zegen over het eten en drinken. De gedachte is dat we alleen iets aan het voedsel hebben als God het zegent. Maar daarmee krijgt dit gebed een nogal bezwerende toon. Ik vraag me al een tijdje af waar dit zegenen van eten precies vandaan komt. Het komt niet bij de klassieke bedezang voor het eten vandaan. De zinsnede ‘kroon onze tafel met uw zegen’ die daarin voorkomt, is veel ruimer. Daarmee wordt niet zozeer gebeden om een zegen over het eten, maar een zegen over de hele tafel en allen die daaraan zitten. Die ruimere opvatting van de zegen aan tafel, zien we ook bij Calvijn. Calvijn schrijft in zijn commentaar op 1 Timotheüs 4 vers 5 dat we het eten zegenen zodat we het eerlijk en zonder onreinheid ontvangen. Calvijns eigen gebed voor de maaltijd gaat als volgt:
Heere, Gij, die de onuitputtelijke bron zijt van alle goed, wil Uw zegen over ons uitstorten en deze spijzen, welke wij door Uwe goedheid ontvangen, heiligen, opdat wij ze in matigheid gebruiken, zooals Gij dat beveelt.
Jezus zelf zegent ook eens voor de maaltijd. In de synoptische evangeliën lezen we dat Jezus aan tafel gaat met zijn leerlingen. De HSV maakt in de vertaling van die passage een opmerkelijke keuze. En terwijl zij aten, nam Jezus brood en toen Hij het gezegend had, brak Hij het en gaf het hun. (Marcus 14:22) De uitgever van de HSV voegt het lidwoord toe, omdat het vermoeden is dat Jezus het brood zegent. Maar dat staat er niet in het Grieks van Marcus of de andere evangelisten. En dan realiseren we ons dat Jezus een Jood was. En dat hij volgens de gebruiken van het jodendom de maaltijd nuttigde. Voordat een joodse gelovige iets eet, spreekt hij het tafelgebed uit. Dit eeuwenoude tafelgebed, dat ook Jezus moet hebben gekend, zegent niet het eten, maar zegent God omwille van het eten. God zegenen is goed spreken over Hem. Zegenen is danken. In het Liedboek (2013) staat zo’n tafelgebed op muziek: Gezegend zijt Gij, Koning van hemel en aarde, die het brood uit de aarde doet groeien en de vrucht van de wijnstok hebt geschapen (229).
Ik vind dit gebed aansprekend: waar wij vaak het eten zegenen zodat wij er iets aan hebben, zegenden de gereformeerde generaties voor ons het eten zodat we het waardig en matig zouden nuttigen. Joden, echter, zegenen Gód voor het eten en noemen Hem aan tafel erbij. Zo wordt de maaltijd meer een dankbaar hoogtepunt van de dag. Er wordt niet gebeden ‘zodat’… Zo net voor Pasen is het interessant om ons af te vragen wat het over Jezus zegt dat Hij die gewoonte van zegenen en danken in ere houdt zo kort voor zijn dood. Hoe kun je danken voor het brood dat verwijst naar jouw nabije dood?
Hier deed ik een kleine poging om te laten zien hoe de joodse traditie voor het inzicht in onze christelijke praktijken van betekenis kan zijn. Ten onrechte onderschrijft niet iedereen het belang van het jodendom voor de christelijke kerk. Maar wat helpt, is dat er soms een rabbijn opstaat, die ons sterker dan anderen weet te boeien met zijn toegankelijke uitleg van de Hebreeuwse Bijbel. Jonathan Sacks (1948-2020) was zo iemand. Zijn werk wordt in onze kringen als inspirerend ervaren, zowel exegetisch als politiek-maatschappelijk wist hij velen te boeien. Wat kunnen wij leren van de joodse traditie en van Sacks in het bijzonder? En wat nemen we liever niet van hem over? Let’s talk about Sacks!
J.J. Hagendijk is predikant van de Hervormde Gemeente Rotterdam – Delfshaven en eindredacteur van Kontekstueel. Mailadres:
- Raadplegingen: 1213