37e jaargang nr. 5 (mei 2023)
thema: Gereformeerd belijden nú
Jos Wienen
Kroniek
Seksueel misbruik
Op 3 december 2022 opende dagblad Trouw met een bericht over paus Johannes Paulus II in de periode dat hij aartsbisschop van Krakau was. Hij had, was het bericht, priesters die zich seksueel vergrepen aan kinderen de hand boven het hoofd gehouden en er zelfs aan meegewerkt dat zij nieuwe plekken kregen toegewezen waar zij ongestoord verder hun gang konden gaan. Door in het bericht diverse keren te melden dat de feiten naar voren komen uit onderzoek van Trouw wordt de indruk gewekt dat het hier om een primeur gaat.
Een paar dagen later, 8 december, volgde een hoofdredactioneel commentaar waarin de conclusie werd getrokken dat aartsbisschop Karol Wojtyla dusdanig had gefaald dat het duidelijk was dat hij te snel door de Rooms-Katholieke Kerk heilig was verklaard. ‘Een heilige in de menselijke zin van het woord, dat was hij beslist niet.’ De onthullingen van Trouw-correspondent Ekke Overbeek plaatsen grote vraagtekens bij de relatief snelle heiligverklaring van Johannes Paulus II, negen jaar na zijn dood, meent Trouw. Het is wel een beetje ironisch dat die redactie zelf genoeg had aan een reflectie van een paar dagen op een artikel van een medewerker om de heiligverklaring te veroordelen.
Belang van het instituut
Het is een heftig verhaal. Ik heb vanaf het begin van zijn pontificaat waardering en bewondering gehad voor deze orthodoxe katholieke leider, een onverschrokken verkondiger van het geloof. Maar het misbruik van kinderen is een afschuwelijk vergrijp. En in de kerk zo mogelijk nog erger dan elders. Als je zo de nadruk legt op een zuivere (seksuele) moraal, is het des te erger als geestelijke voorgangers zich vergrijpen aan de meest weerloze mensen. Hoe kan een geestelijk leider dit laten gebeuren en zo weinig compassie tonen met de slachtoffers?! In een podcast van Trouw werd over de gang van zaken nagepraat. Daar werd gesteld dat het handelen van de Rooms-Katholieke Kerk tegenover dit soort vergrijpen voortkomt uit een sterke neiging om het belang van de kerk als instituut niet te laten beschadigen door schandalen. Het belang van de slachtoffers wordt daar volkomen ondergeschikt aan gemaakt. Dan is het meest geschikte beleid het snel verplaatsen van dader-priesters en hopen dat verder iedereen de mond houdt. De daders kunnen dan ongestoord elders hun gang gaan, tot ook daar een probleem ontstaat. Dan volgt een nieuwe overplaatsing. Een dergelijke uitleg vind ik niet afdoende. Zo’n struisvogelpolitiek is niet alleen immoreel, maar lijkt ook heel riskant, want iedere overplaatsing betekent een nieuwe kans op een schandaal. Je vraagt je overigens af waarom het kennelijk zolang niet tot grote problemen leidde.
De snelle conclusie in de podcast roept verdere vragen op. Zou dit inderdaad een natuurlijke reactie van prelaten zijn, die in een soort reflex misdaden laten doorgaan en zelfs vermenigvuldigen, om zo schandalen te voorkomen? Of zou het nog erger zijn en zou dit een min of meer georganiseerde reactie zijn, een soort complottheorie over een georganiseerd kwaad in de kerk. Hoe kan het anders dat het zich op zoveel plaatsen voordoet? Overigens heeft de Rooms-Katholieke Kerk hier bepaald geen alleenrecht. In jeugdinstituten, scholen, sportclubs en andere kerken kwamen ook dergelijke praktijken voor. En het meest schokkend is wellicht dat het nog het vaakst aan de orde lijkt te zijn in gezins- en familierelaties.
Te kort door de bocht
Het viel mij op dat er in Trouw verder geen reflectie was op de berichtgeving. Het dramatische bericht was een gegeven en in een commentaar en in een podcast werd daarna het oordeel geveld. Misschien komt dat omdat er al zoveel is gepubliceerd over dit soort schandalen in de Rooms-Katholieke Kerk. In het ene na het andere land blijkt na onderzoek dat dit veel voorkwam en dat er weinig tegen gebeurde. Maar is dit het hele verhaal? Ik hoor zo nu en dan gesprekken waarin de Rooms-Katholieke Kerk zo ongeveer wordt voorgesteld als een misdadige organisatie, maar daar geloof ik niet in. Integendeel, ik vind het lastig voor te stellen dat Karol Wojtyla, die overkwam als een oprecht gelovige, wist wat er plaatsvond en dan de daders bewust de hand boven het hoofd hield en in de gelegenheid stelde nieuwe slachtoffers te maken. Ik kan me wel indenken dat hij net als veel anderen de problematiek onvoldoende doorzag en daardoor met de kennis van nu (ernstige) fouten maakte. Het zou goed zijn als Rooms-Katholieke Kerk in Polen de archieven opende om meer duidelijkheid te krijgen en ook om ervan te leren.
Ik herinner me de afschuw toen ik voor het eerst van dit soort zaken hoorde. Hoe kunnen vaders dit hun kinderen aandoen, en geestelijken de kinderen van hun gemeente? Wat is dat voor een donkere macht in ons? Ik realiseer me ook dat in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw progressieve mensen in het verlengde van de seksuele revolutie pleiten voor vrije liefde tussen volwassenen en kinderen. Respectabele politici spraken daar vrij onbevangen over. Later kantelde juist op dit terrein de publieke opinie. Tal van andere seksuele voorkeuren en gedragingen kregen een steeds bredere acceptatie, maar pedofilie werd steeds meer een taboe. Er zijn verhalen van mensen die ermee geassocieerd werden, publiekelijk zwaar beschuldigd, door een zeer diep dal gingen, en vervolgens bleek het verhaal niet te kloppen. Rond het jaar 2000 was er een groot schandaal rond een predikant die door zijn dochter werd beschuldigd haar als kind misbruikt te hebben en twee keer een abortus te hebben laten ondergaan. De NCRV bracht het zo op televisie dat de betreffende predikant vrijwel direct werd herkend. Vervolgens bleek dat het verhaal verzonnen was. Een jaar later moest de NCRV rectificeren. Maar de imagoschade en het leed was zeer groot.
Al snel hoorde ik dat het bericht in Trouw geen primeur was. In Polen waren al eerder publicaties verschenen met daarin dezelfde berichten, maar dan met een aantal gegevens die het verhaal in een wat ander licht zetten. Over de vergrijpen van de bewuste priester was er geen verschil van mening. Wel bleek dat de priester in het aartsbisdom Krakau uit zijn functie was ontheven en teruggestuurd naar het bisdom dat verantwoordelijk was voor eventuele verdere disciplinaire straffen. Later was hij weer aan het werk gegaan in een heel ander bisdom in het noorden van Polen. De rol van de aartsbisschop van Krakau, Karol Wojtyla, was wezenlijk anders dan uit het artikel in Trouw bleek. Er kwam in het Poolse artikel ook een andere zaak aan de orde, waarbij een priester wel een tweede kans kreeg, maar onder toezicht en met beperking van taken. Herhaling moest juist voorkomen worden. Deze priester is voor zover bekend niet opnieuw in de fout gegaan.
Primeurs
Het is wonderlijk dat in de berichten van Trouw vele keren wordt gemeld dat de onthullingen naar voren komen uit nieuw onderzoek van Trouw (al wordt het woord primeur niet gebruikt), terwijl de feiten al eerder in een Poolse krant waren gepubliceerd. Veel kranten en zeker ook Trouw scoren graag met primeurs. Maar het is merkwaardig om je lezers de indruk te geven dat je als krant een primeur hebt, terwijl een week daarvoor al uitgebreidere artikelen in Poolse kranten stonden. Het riep bij mij nog meer een raar gevoel op toen ik begreep dat Trouw ervoor koos om artikelen die nuanceringen of andere reflectie op de berichten en het commentaar inhielden uit haar kolommen te weren. De reactie van de hoofdredactie van Trouw was dat kritiek op publicaties altijd kan en ook wordt geplaatst. Maar in dit geval niet, omdat geen recht zou worden gedaan aan het werk van de Trouw-journalist. Dat moet dan slaan op het feit dat er kanttekeningen werden geplaatst bij de conclusies van het artikel en het vernietigende commentaar.
Een klacht bij de ombudsman van Trouw leverde na een aantal weken een reactie op die niet in de krant verscheen, en waarin de ombudsman aangaf van mening te zijn dat het wellicht wel goed was geweest als er een reactie in de krant was geplaatst, maar dat de ombudsman de redactie wel kon volgen dat dat in dit geval toch geweigerd was, omdat de opinieredactie in principe vrij is in het kiezen welke opiniestukken worden geplaatst. De ombudsman verwees ook naar een te verschijnen boek van de Trouw-journalist, waarin hij met veel meer voorbeelden zou aantonen dat de paus als verantwoordelijk geestelijk leider het kindermisbruik had toegelaten, niet had bestraft en door overplaatsing zonder maatregelen had gefaciliteerd. De verschijning van dit boek kreeg vanzelfsprekend opnieuw aandacht in Trouw.
In de discussie over nieuws, nepnieuws, feiten en alternatieve feiten gaat het vaak over de rol van de sociale media. Het belang van de kwaliteitspers wordt extra benadrukt vanwege het feit dat velen nieuws vooral tot zich nemen via de sociale media uit hun eigen bubbel. Na de podcast van Trouw volgt er interessant genoeg een advertentie waarin wordt gezegd: ‘We worden dagelijks overladen met overbodige informatie en het is moeilijk de zin van de onzin te onderscheiden, daarom vertrouw ik op echte journalisten in plaats van meningen. Een krantenmens heeft het gemakkelijk. Wordt ook een krantenmens en lees je favoriete krant nu tot zes weken gratis.’ Zo’n visie brengt verplichtingen met zich mee en ik vraag me af of sommige kranten zich dat voldoende bewust zijn. Ook kranten hebben redacties met meningen, standpunten en belangen. Dat is in een krant als Trouw duidelijk waarneembaar. De protestants-christelijke oorsprong vind je al tientallen jaren terug in extra aandacht voor levensbeschouwelijke en filosofische vraagstukken en in een kritische distantie ten opzichte van de orthodoxie in de kerk. De krant heeft zich ook onmiskenbaar geprofileerd als een krant met veel aandacht voor duurzaamheid en klimaat en een sterke voorliefde voor eigen journalistiek onderzoek en primeurs. Geregeld worden artikelen gepubliceerd die opzien baren en gebaseerd zijn op eigen onderzoek, soms met enkele andere bladen. Een primeur dat een zeer recent heiligverklaarde paus ontmaskert als verantwoordelijk voor herhaaldelijk seksueel misbruik past goed bij het profiel van Trouw. Toch roept het ook vragen op als kritische reacties geweerd worden. Het roept het beeld op dat de eigen primeurs voorpaginanieuws zijn, boven kritiek verheven, en dat tegenspraak ongewenst is.
Ook de latere discussie over het boek van Overbeek blijft beperkt tot een overzicht van enkele reacties van PiS-politici. Daarmee wordt het beeld opgeroepen dat kritische reacties op het boek uit het boek van rechts-populistische en nationalistische regeringspartij komen, terwijl in werkelijkheid het debat in Polen veel breder en genuanceerder is. Ook niet-kerkelijke Poolse intellectuelen nuanceren de beeldvorming van Overbeek sterk. Daar worden ook vraagtekens gezet bij het tamelijk kritiekloos gebruik maken van documenten van de Communistische Geheime Dienst, die expliciet aangeven vooral als doel te hebben de Rooms-Katholieke Kerk in Polen zoveel mogelijk te schaden.
Pedofielen
Maar (het gebrek aan) discussie in een Nederlandse krant is bijzaak. Er is op het terrein van seksueel misbruik van kinderen veel mis. Dat geldt met name voor relaties waarin machtsmisbruik en hiërarchische verhoudingen aan de orde zijn. Over misbruik in gezinnen, instellingen, kerken en sportclubs duiken geregeld nare verhalen op. Op dit moment woedt de storm in de Rooms-Katholieke Kerk in Duitsland. In Polen zijn er ook tal van beschamende voorbeelden naar voren gekomen. Velen worstelen als slachtoffer met de gevolgen. Onderzoek is regelmatig moeilijk. Wat dat betreft hebben de Nederlandse bisschoppen met de opdracht aan de commissie Deetman een voorbeeld gegeven dat de beerput open moet, hoe pijnlijk dat ook is. Meer aandacht voor de slachtoffers, maatregelen om misstanden te voorkomen zijn goed en nodig.
Er is nog iets aan deze zaak dat mij zorgen baart. We leven in een tijd van grote aandacht en brede acceptatie voor allerlei seksuele minderheden en identiteiten. Daarbij is één groep duidelijk anders van positie. Dat is de groep van pedofielen. Waar de acceptatie in de samenleving van LHBTI+ groot is, is de P daarbij nadrukkelijk afwezig. De maatschappelijke afwijzing van pedofilie is breed en groot. Dat is begrijpelijk, vanwege de kwetsbare positie van kinderen. De ongelijkwaardigheid van de relatie tussen volwassenen en kinderen laat geen ruimte voor acceptatie van een seksuele relatie. De vele schandalen laten zien dat deze relaties vaak enorme schade aanrichten.
Deze constatering neemt echter niet weg dat er ook een heel moeilijk aspect zit aan de volstrekte afwijzing van zulke relaties. Want mensen die op de één of andere wijze geassocieerd worden met een seksuele voorkeur voor een relatie met kinderen ontmoeten niet alleen een totale afwijzing van deze relaties, maar vaak ook een totale afwijzing van hun persoon voor de rest van hun leven.
Een schrijnend voorbeeld maakte ik mee toen een man die te ver was gegaan in contacten met kinderen – zonder zich overigens aan kinderen vergrepen te hebben – in zijn omgeving met het ingooien van ruiten en verregaande bedreigingen geconfronteerd werd. De conclusie was dat een verhuizing welhaast onvermijdelijk was. De man kreeg een andere woning in een heel andere wijk toegewezen. Hij meende dat het goed was om in de nieuwe omgeving een nieuwe start te maken zonder zijn verleden te verbergen. Hij maakte een brief voor zijn buren waarin hij zich voorstelde en ook vertelde dat hij in het verleden iets had gedaan waarvan hij spijt had. Hij hoopte hier de kans te krijgen om dat verleden achter zich te laten. Daarin had hij zich ernstig vergist. Hoewel hij er nog niet woonde lagen de volgende dag de ruiten van het huis eruit. En er lagen brieven waarin hem werd aangekondigd dat hij zijn leven hier niet zeker zou zijn. Blijf weg, of het loopt verkeerd met je af. Uiteindelijk is er nog weer een andere woning gevonden, waar hij iedere verwijzing naar zijn verleden uit de weg probeert te gaan.
De afwijzing van seksuele relaties met kinderen leidt vaak tot een totale onbarmhartigheid met mensen die er op enige manier mee geassocieerd worden. Het toedekken van misbruik is afschuwelijk. Maar het blijven vervolgen van mensen die zijn gestraft vanwege vergrijpen op dit terrein is dat ook. Er lijkt bij velen geen enkele ruimte te zijn voor vergeving, barmhartigheid en hulp om te leven met een afgewezen seksuele voorkeur. De houding van een kerk die wegkijkt en misbruik faciliteert wordt terecht zwaar veroordeeld. Maar een kerk die geen plek meer heeft voor daders maakt ook een ernstige fout. Een tijdje geleden las ik de biografie van Hans Werkman over Willem de Merode, pseudoniem van Willem Keuning, de bekende protestantse dichter. Deze worstelde met ermee dat hij zich aangetrokken voelde tot jongens. Hij wees een seksuele relatie tussen een volwassene en kinderen af als zondig, maar koesterde zijn liefde voor jongens als een vader/moeder-kindrelatie. Na een misstap werd hij veroordeeld tot een gevangenisstraf, ontslagen en onder kerkelijke tucht gesteld. Dat heeft hij gedragen. Maar toen de gereformeerde kerkenraad eiste dat hij zijn liefde/gevoelens voor jongens zou veroordelen, weigerde hij. Hij brak met de kerk. Wie zich verdiept in zijn eenzame leven, voelt de pijn en de worsteling met het geloof. Je moet welhaast een heilige zijn om er goed mee om te kunnen gaan.
J. Wienen is burgemeester van Haarlem en lid van de redactie van Kontekstueel. Mailadres:
- Raadplegingen: 450