37e jaargang nr. 8 (november 2023)
thema: De Heer, de leer en de goede sfeer
David de Jong en Barbara Lamain
Heelheid en reinheid
In gesprek met Rozemarijn van ’t Einde en Rinie van Reenen
Een heilige kerk is een ethische gemeenschap. In dit interview brengen we twee mensen met elkaar in gesprek die daarin heel verschillende accenten plaatsen: Rozemarijn van ’t Einde, geestelijk verzorger bij het Leger des Heils en klimaatactiviste, en Rinie van Reenen, hersteld-hervormd predikant en lid van het Bijbels Beraad Man/Vrouw, dat ontstond na de publicatie van de Nashvilleverklaring in Nederland.
K: Welke Bijbelse figuur inspireert je?
RvtE: ‘Esther. Er is een situatie van leven en dood. Ik ervaar het als mijn taak om dat te benoemen, ook als dat me niet in dank wordt afgenomen. Pak je de handschoen op of niet? De eerste keer dat ik naar een demonstratie ging, voelde ik precies hetzelfde als wanneer ik ga preken in een kerk. Er staat mij wat te doen. Een warm gevoel, en gedreven tegelijk. Ik voel me geroepen door God, juist door mijn ziekte (een postvirale infectie waardoor het bloed niet goed door haar lichaam gepompt wordt, red.). Ik geloof niet dat God mij ziek heeft gemaakt zodat ik klimaatactiviste werd. Maar wel dat God dat gebruikt. Door zelf aan den lijve te ondervinden dat iets waarvan je denkt dat het stabiel is, zo uit balans kan raken en niets vanzelfsprekend is, kun je je ook veel beter een voorstelling maken van wat we de aarde aandoen.’
RvR: ‘Paulus. Niet dat ik aan hem kan tippen. Maar zijn verlangen herken ik wel, om mensen waar dan ook te brengen bij de Here Jezus. Het was echt zijn drive, het hing er niet zomaar bij. Hij ging overal naartoe, waar er maar opening was om te vertellen over de zaligheid in Christus. Ik voel me heel slap vergeleken met Paulus, maar ik herken het wel. Als ik met de trein ga, is het mijn gebed dat ik iemand kan spreken. Ik heb wel een aanleiding nodig. Ik ga niet zomaar praten. Dát punt vinden.’
RvtE: ‘Ik doe dat ook in de trein. De laatste weken begin ik bijvoorbeeld een gesprek met: “Ga je ook naar de A12?”’
RvR: ‘Ik heb de neiging om te zeggen: “Geloof je in de Here Jezus?” Dat doe ik dus nooit plompverloren. Maar dat is wel de grote vraag.’
K: Rozemarijn, je had het over een situatie van leven en dood. Zie je dat zo, dat je op de A12 bent omdat het een zaak van leven en dood is?
RvtE: ‘Ja. Wij blijven uitstoten en weten dat er mensen aan dood gaan, vooral in arme landen. Dat is massamoord. Wij weigeren te stoppen met de doodsoorzaak van anderen te zijn. De rijkste één procent stoot dubbel zoveel uit als de armste vijftig procent. De gevolgen ervan zijn al voelbaar, vooral in Afrika. De klimaatcrisis is ook de grootste gezondheidscrisis. Door opwarming van de aarde is er een grotere verspreiding van de malariamug, maar zijn er ook drinkwatertekorten, oogsten die mislukken, hongersnoden. Er vallen ook directe doden. Denk aan Shell, dat drinkwater vervuilt in Nigeria. Bewoners die zich daartegen verzetten, worden vermoord. Of de oorspronkelijke bevolking van het regenwoud, die wordt vermoord als ze hun leefwereld willen beschermen. Dus helaas, wij zijn medeplichtig aan het verwoesten van de levens van anderen.’
RvR: ‘Ik ben het ermee eens dat er een probleem is. Wij leven op heel grote voet en laden daardoor schuld op ons. Maar ik ben sceptisch als alles wordt opgehangen aan cijfers over het klimaat.’
K: Hoe zie je zondebesef? Vroeger was zonde alleen persoonlijk. Maar moeten we het niet meer systemisch zien?
RvR: ‘Ik zou eerder spreken van collectieve schuld dan van schuld in het systeem. Dat kan leiden tot slachtofferschap en machteloosheid.’
K: Als ik Abraham tegen die rijke man hoor zeggen dat hij zijn deel van het goede al in zijn leven gehad heeft, dan besef ik: ik ben mijn portie ook al aan het opmaken. Daar kan ik door verlamd raken. Maar dat is geen reden om zoiets maar niet te zeggen.
RvR: ‘Maar dat voorbeeld maakt duidelijk dat het probleem niet in het systeem zit, maar in de keuze van de rijke man voor dat leven. Je kunt nooit voorkomen dat je aan bepaalde elementen van het systeem meedoet. De vraag is wel: hoe leef jij te midden daarvan? Leef jij anders, vanuit een ander beginsel?’
RvtE: ‘Ik mis daar wel wat. We hebben, denk ik, ook de verantwoordelijkheid om het systeem te veranderen. Ik kan proberen om plasticvrij te leven en dat kan bijna een soort aflaat worden. Maar ik kan mijn tijd ook besteden aan actievoeren om het systeem te veranderen. Ik denk dat dat effectiever is; het voelt ook meer trouw aan mijn geloof. Ik denk dat we als christenen de taak hebben om mee te bewegen naar het Koninkrijk. Niet alleen om individueel niet mee te gaan met het systeem, maar ook om hoop te geven ín dat systeem.’
RvR: ‘Ik voel dat als overschatting van je mogelijkheden. De enige die machtiger is dan het systeem is God. Als dat vergeten wordt, maakt het ene systeem plaats voor het andere. Neem het communisme, dat terechte kritiek op het kapitalistische systeem had, maar met oplossingen kwam die alleen maar voor grotere problemen zorgden.’
RvtE: ‘We hebben bij het ABP gedemonstreerd, de lobby bezet. Van het ene op andere moment gaven ze aan dat ze gingen stoppen met beleggingen in vervuilende bedrijven. Het ABP – het vijfde grootste pensioenfonds ter wereld – is omgegaan, daardoor staan nu ook de andere pensioenfondsen onder druk.’
K: Welke rol speelt je theologie van het Koninkrijk in je denken? In hoeverre inspireert het Koninkrijk je daden?
RvtE: ‘Als je het visioen van het Koninkrijk houdt naast wat er nu is, dan is de situatie hemeltergend. Dan kan ik niet anders dan me ervoor inzetten dat wat ik nu zie meer gaat lijken op dat Koninkrijk. Als ik dat niet doe, voelt dat alsof ik God tegenwerk.’
K: Je kunt ook zeggen: het is het Koninkrijk van Gód, daar zal Hij zelf wel vorm aan geven.
RvtE: ‘Ik denk ook niet dat ik het Koninkrijk de wereld in ga sleuren. Maar het visioen van het Koninkrijk inspireert mij wel. Het leven naar Gods geboden geeft ook een voorsmaak.’
RvR: ‘Mijn uitgangspunt voor dingen die ik doe ligt meer in het verleden dan in de toekomst: wat God gedaan heeft in schepping en verlossing, wat God gezegd heeft in zijn Woord. Wij brengen het Koninkrijk niet tot stand. Deze wereld gaat voorbij. Wij mensen zullen er een puinhoop van maken. Maar dwars daardoorheen brengt God zijn Koninkrijk. Het is mijn roeping om dan niet aan de verkeerde kant te staan. Maar mijn hoop ligt niet in wat ik bereik. Ik ben daar best wel pessimistisch over. De weg waarlangs het Koninkrijk komt zie ik zozeer door de afbraak heen dat menselijke revoluties niet gaan helpen.’
RvtE: ‘Mijn focus is niet wat ik bereik, maar of ik mij inzet. God heeft ons de aarde gegeven. Wij hebben systemen in elkaar geflanst die de aarde genadeloos vernietigen. Ik voel me geroepen om te doen wat ik kan om dat te veranderen. Ik ben God dankbaar voor de schepping en vind het ondankbaar om niet op te komen voor de biodiversiteit, om al die mooie soorten bij ons te houden.’
RvR: ‘Ik ontleen niet aan het Koninkrijk hoe ik de dingen moet doen. Maar mijn hoop ligt daar wel in. Paulus wist dat mensen zalig worden door het geloof in de Here Jezus Christus. Mensen die het slachtoffer zijn van duizend-en-een systemen, maar hoop hebben omdat ze bij Hem horen. Er zijn mensen die ik geen hoop kan geven voor deze wereld, wat ik ook zou demonstreren. Maar voor alle mensen is er hoop in het evangelie. Het Koninkrijk is voor mij vooral een motivatie voor het uitdragen van het evangelie, veel minder voor mijn morele keuzes.’
RvtE: ‘Ik kan daar best een eind in meegaan. Maar het wordt problematisch als die hoop je ontslaat van de verantwoordelijkheid om te doen wat je kunt. Ik denk helaas dat het die kant wel opgaat in de kerk.’
RvR: ‘Ik wil geen verantwoordelijkheid wegnemen, maar wel in perspectief zetten. Mijn verantwoordelijkheid is beperkt tot het stuk dat God mij gegeven heeft. Ik ben niet verantwoordelijk voor de hele kerk of het hele systeem.’
RvtE: ‘Maar zo’n pensioenfonds is toch gewoon binnen ons bereik?’
RvR: ‘Misschien wel. Maar wat is het alternatief? Ik ben heel sceptisch over de transitie. Want het concept van transitie gaat uit van twee belangrijke vooronderstellingen: blijvende economische groei en technologische overheersing.’
K: Laten we nu ook kijken naar de thema’s die jij agendeert, Rinie. Als het gaat om het heilige leven waar we toe geroepen zijn, kies je voor relaties tussen man en vrouw, man en man, vrouw en vrouw als onderwerp om je stem te verheffen. Waarom kies je juist daarvoor?
RvR: ‘Ik heb nooit het gevoel gehad: dit is het punt waarvoor ik moet opkomen. Het is op mijn schouders gelegd. Ik was betrokken geweest bij de vertaling en publicatie van de Nashvilleverklaring. Ik had de zondag voor de boel explodeerde gepreekt over Paulus op de Areopagus: je wordt door God naar voren geschoven en moet spreken. De volgende dag werd ik gebeld door de NOS. Dus voelde het als roeping. Het huwelijk is voor mij niet de enige, maar wel een prioriteit. Ik vind dat de kerk duidelijk moet zijn op dit punt. Net zoals de schepping ontwricht wordt, worden ook huwelijk en gezinsleven ontwricht. Dat leidt tot demografische rampen. Veel mensen hebben hechtingsproblemen. Kinderen worden van hot naar her gesleept, groeien op zonder vader of moeder. De generatie die eens leiding moet geven, wordt groot zonder opgegroeid te zijn in de bedding van een gezin.’
RvtE: ‘Hoe weet je dat dit het punt is? Ik kan ook mijn zorgen hebben over kids die ontwricht opgroeien, maar ik duid het anders. Ik zie niet direct een verband tussen eenoudergezinnen en ontwrichting. Een jeugd wordt eerder ontwricht door armoede. Waarom focus je daar niet op?’
RvR: ‘Het is niet of-of. Wie komt er op voor het Bijbelse huwelijk als wij het niet doen? Dat gaat de GGD niet doen. De overheid spreekt zich niet uit over echtscheiding, wel over armoede. Het huwelijk is een unique selling point van de kerk.’
RvtE: ‘Wat ik lastig vind is dat mensen daardoor het idee krijgen dat de kerk niet-traditionele huwelijken veroordeelt. Dat vind ik verdrietig. Ik spreek veel mensen met een lhbti-achtergrond in de klimaatbeweging die ernstige pijn hebben gehad door de kerk. Ik probeer er een gewoonte van te maken mijn excuses aan te bieden namens mijn religie.’
RvR: ‘Het gaat mij er niet om dat ik iemand veroordeel, het gaat mij erom te kijken hoe God het huwelijk bedoeld heeft: als relatie tussen een man en een vrouw. Of mensen dat wel of niet fijn vinden, bepaalt niet wat ik zeg. Wel moet ik nadenken over hóe ik het zeg, zodat ik een brug sla. Ik heb in de tijd van Nashville ook veel liefdeloosheid over me heen gekregen. Maar er zijn zeker ook mensen slecht behandeld. Wij hebben uitgesproken dat er op dit terrein ook schuld ligt. Maar die los je nooit op door je punt terug te trekken.’
RvtE: ‘Als het over klimaat gaat, ben ik altijd medeschuldig. Maar de onderwerpen die met seks te maken hebben, zijn vaak binaire dingen, die je óf wel óf niet doet. Degene die daar kritisch op is, heeft er zelf niet mee te maken. Dat is een machtsverschil. Ongewild zit er een stuk superioriteit in.’
RvR: ‘Dat is een vooroordeel. Bij de Nashvilleverklaring waren ook mensen betrokken die er wel mee te maken hebben. Verder ís de Bijbel soms binair: pleeg geen moord of overspel. Dan kun je niet zeggen: “Ik vind dat te zwart-wit, af en toe moet het wel kunnen.” Tegelijk: niet schuldig zijn aan een uitwendig gebod betekent totaal niet dat je geen schuld voelt op datzelfde terrein. Altijd moet het de vraag zijn: als ik spreek over een bepaalde zonde, doe ik dat dan vanuit een superioriteitspositie of voel ik die zonde zelf ook? Je hoeft niet zwart te zijn om je uit te spreken tegen racisme.’
RvtE: ‘Maar als ik daarover spreek, dan wel vanuit het bewustzijn dat ik nooit mag claimen dat ik weet wat dat is. Ik verklaar me solidair met de Black Lives Matter-beweging, maar wel vanuit het besef dat ik aan de schuldige kant sta en niet vanuit autoriteit te spreken heb. Ik snap dan ook niet zo goed dat binaire kwesties waar je je zelf niet schuldig aan maakt je speerpunt kunnen zijn. Waarom niet een breder thema als gerechtigheid, dat in de Bijbel steeds terugkomt?’
RvR: ‘Reinheid en heiligheid zijn ook grote thema’s in de Bijbel, op hetzelfde niveau als gerechtigheid.’
RvtE: ‘Terug naar Nashville. Als je zegt: dat is binair – ik geloof dat niet, maar dat terzijde – dan is nog niet evident wat je vervolgstappen zijn.’
RvR: ‘Daarom is er ook een Bijbels Beraad Man/Vrouw. Nashville heeft een paar basale dingen neergelegd, waarvan we een jaar later gezegd hebben: hier moeten we verder over doordenken. Hoe gaan we dat met wijsheid, zorgvuldigheid, liefde uitwerken? Er kwamen jongeren naar ons toe die homoseksueel gericht zijn en dezelfde lijn volgen als het Bijbels Beraad, en met hun ervaring anderen willen helpen. Dat is de werkgroep Struggel geworden, die gastlessen verzorgt op school.’
K: Heb je het idee: dit is een weg die gezegend wordt, dat het goed is hiermee bezig te zijn?
RvR: ‘Ja, het is goed om hier mee bezig te zijn, het voorziet ook in een behoefte. Tegelijk merk ik ook bij mezelf: er zijn meer thema’s. Dus dit is het thema voor nu, niet per se voor altijd.’
K: Wat zou een volgend onderwerp zijn?
RvR: ‘Ons rentmeesterschap over de schepping. Maar ook de digitalisering. Als je die dingen bij elkaar neemt, dan hoop ik bij te kunnen dragen aan een meer eenvoudig leven, dicht bij het Woord van God. Preciezer gezegd: leven in verbinding, met God, met elkaar en met de schepping. Als het gaat over het Koninkrijk: de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, daar is geen disconnectie meer.’
D. de Jong is predikant van de CGKV Harlingen en redacteur van Kontekstueel. Mailadres:
B.E. Lamain is predikant van de Protestantse Wijkgemeente Binnenstad-Vrijenban in Delft en redacteur van Kontekstueel. Mailadres:
- Raadplegingen: 220