38e jaargang nr. 2 (maart 2024)
thema: Leve de kerk! Over haar verleden, heden en toekomst.
Regine Agterhuis, Ewoud Jonker en Ruth Six
Je komt als geroepen
Beginnende predikanten aan het woord
De kerk vergrijst en veel gemeenten worden kleiner. Waarom zou je daarin als dominee beginnen? Hieronder komen drie startende predikanten aan het woord. We vroegen hen naar hun bezieling en inspiratie, verwachtingen en hoop. Wie heeft je verder geholpen op weg naar het ambt? Waar vind je vreugde en ontspanning in het werk in de kerk?
Regine Agterhuis (Gereformeerde Kerk Ottoland)
Wat wil je later worden? Als kind zei ik: dierenarts. Als tiener: archeoloog. Inmiddels ben ik een jaar predikant. Hoewel ik na de middelbare school direct begon aan de studie theologie, was de keuze voor het predikantschap verre van vanzelfsprekend. Ik wist niet helemaal wat ik wilde gaan doen met mijn leven en koos ik een studie uit interesse. Toen ik de bachelor afgerond had, wist ik het nog steeds niet. Het enige wat ik wel wist, was dat ik in ieder geval niet predikant wilde worden. Dat was niet voor mij weggelegd. Want: was ik daar wel toe geroepen? Eigenlijk een veel te grote verantwoordelijkheid! Wat als ik verkeerd over God zou spreken, als mensen door mijn schuld juist verder bij God vandaan zouden komen? In publiek spreken was ik ook al geen ster, daar werd ik maar zenuwachtig van.
Niet wetend wat dan wel mijn weg moest worden, nam ik een tussenjaar. Ik ging via de GZB voor een halfjaar als zendeling naar Trujillo, een stad aan de noordkust van Peru. Mijn tijd daar was bijzonder en ik ben ervan overtuigd dat het de hand van God was die mij daar gebracht heeft. In het werken met kinderen en het meeleven met de gemeente daar ervoer ik hoe mensen in een totaal andere wereld dan die ik kende ook geraakt werden door het evangelie van Jezus Christus. Hoe we broeders en zusters zijn, ongeacht afkomst, taal, of gewoontes. Wat misschien nog wel de meeste indruk op mij maakte – en van betekenis is geweest op mijn weg naar het predikantschap – is het voorbeeld dat ik daar van dichtbij meemaakte van de predikant van die gemeente. Hoe hij vol overgave, onbetaald, naast een gezin en een voltijdsbaan, zich inzette voor de verkondiging van het Woord en de opbouw van de gemeente maakte diepe indruk op mij.
Ergens in mijn tijd daar – ik weet niet meer precies hoe – vielen mijn redenen om niet predikant te worden weg, en groeide steeds meer het verlangen om mijn tijd en inspanning in dienst van God en de kerk te stellen. Die ontwikkeling ging tijdens mijn opleiding tot predikant door. Ik leerde meer naar God te kijken en minder naar mezelf. Dat geeft me ook nu ik in het ambt sta de rust en het vertrouwen dat ik nodig heb om dit werk te doen: ik mag dienen, maar het is God die werkt in de harten van mensen. Het hangt niet allemaal van mij af. Datzelfde besef geeft mij hoop voor de toekomst, ook wanneer ik in grijze gemeentes kom en hoor spreken over kerken die over zoveel jaar menen te moeten sluiten. Je zou daar moedeloos van kunnen worden. Maar dat is te veel vanuit onszelf gedacht, vanuit de gedachte dat wij het moeten fixen. Richt ik me op God, dan vind ik het vertrouwen dat Hij die de wereld geschapen heeft en mens geworden is om ons heil te brengen, zijn weg wel gaat. Dat vertrouwen is genoeg. Daardoor kan ik – hoewel er heus uitdagingen zijn – met blijdschap en ontspanning werken als dienaar van het Woord.
Mailadres:
Ewoud Jonker (Fonteinkerk Krimpen aan den IJssel)
Sinds de zomer van 2023 werk ik als parttime predikant in de Fonteinkerk in Krimpen aan den IJssel, een veelkleurige en confessionele gemeenschap met een evangelische inslag. Dat ik predikant ben geworden, ervaar ik als een roeping van God die steeds meer concreet werd. Ik heb ontdekt dat God mij de vraag stelt waar ik moet zijn. Het samenvallen van mijn verlangen om de kerk te dienen en de zoektocht van de Fonteinkerk naar een deeltijdpredikant was leiding van God.
Dat ik predikant zou worden, had ik niet helder toen ik begon met de studie theologie. Een dierbare oom en een lieve opa zagen het mij wel doen, al zag ik het als een uit de hand gelopen hobby. Ik heb ruim dertien jaar theologie gestudeerd naast werk, kinderen en een partner die een intensieve opleiding volgde. Een lange en mooie periode waarin het idee om predikant te worden langzaam maar zeker kon rijpen. De predikanten die ik ontmoette tijdens mijn stages in Breukelen (Pieterskerk), Woerden (Het Baken) en Driebergen (Immanuëlkerk) waren belangrijk. Zij lieten mij zien hoe je authentiek dominee kunt zijn in deze tijd, met aandacht voor wat er gebeurt in de wereld, met liefde voor mensen en met waarde voor de traditie van de kerk.
Als predikant voel ik me vanaf dag één thuis in de kerk. Prachtig om met allerlei mensen te zoeken naar Gods weg, voor te gaan in vieringen en als tolk het Woord van God te verkondigen aan de gemeente van Christus. Mijn aanstelling in de Fonteinkerk is voor twee dagen per week, maar ik voel me de hele week dominee. Er bestaat een verschil tussen een ambt dat er altijd is en een beroep dat je uit kunt zetten. Naast mijn predikant-zijn werk ik als adviseur en manager voor zorgorganisaties. De wijngaard van de Heer is voor mij de kerk en de gezondheidszorg. Op die plekken hoor ik Gods stem om me in te zetten voor mensen. Ik herken me in de vraag of ik beschikbaar ben voor de Heer, zoals de arbeiders op het marktplein die wachtten op werk (Matteüs 20). De combinatie kerk en zorg maakt me vrolijk, tegelijk houd ik alle opties open. Een roeping is per definitie voorlopig.
De kerk in Nederland krimpt, maar niet in Krimpen aan den IJssel. De Fonteinkerk groeit namelijk. Ik heb dus makkelijk praten op lokaal niveau. En ik ben onderdeel van een team met een fulltime predikant en een kerkelijk werker. Zo heb ik de luxe om mijn taken af te kunnen bakenen, een uitzondering in een tijd van kerkverlating. Steeds minder mensen bezoeken een kerk, tegelijk is de aandacht voor spiritualiteit springlevend en is het evangelie het onderzoeken waard. Als predikant wil ik met mensen zoeken naar de betekenis van het volgen van Jezus, midden in de maatschappij. Dat begint bij aansluiten bij mensen en taal vinden om het goede nieuws van Jezus Christus begrijpelijk te maken. Bijvoorbeeld voor nieuwe generaties; in de Fonteinkerk trek ik op met een groep van (bijna) achttienjarigen die zoeken naar God en de weg van het christelijk geloof in hun leven. Bemoedigend om te zien dat God doorgaat met mensen. Het is zijn kerk.
Mailadres:
Ruth Six (Protestantse Gemeente Nieuwegein Noord)
Een maand geleden was het zover: van student in Amsterdam maakte ik de transformatie door naar dominee van de dorpskerk in Jutphaas, Nieuwegein. Zaterdag pakte ik de laatste dozen in en liet ik het studentenbestaan achter me. Zondag werd ik bevestigd en zei ik ja tegen een roeping als dienaar van het Woord. Het leverde veel reacties op van binnen en buiten de kerk: ‘Waarom zou je met je 25 jaar kiezen voor een baan in de kerk?’
Een van de belangrijke en inspirerende tussenstappen hier naartoe was een stage in St. Martin-in-the-Fields, een bruisende kerk in hartje Londen. Zo bruisend dat er eigenlijk geen tijd was om een student uit Nederland een stageprogramma te bieden. Ik liet me niet ontmoedigen en verzekerde mijn contactpersoon dat ik mezelf wel zou redden. Onder die conditie mocht ik komen. Zonder een gekaderd plan ging ik naar Londen. Onderweg las ik het boek van Sam Wells, de vicar van St. Martin-in-the-fields, over improvisatie als houding van een volgeling van Christus, waarin je vanuit vertrouwen openstaat voor wat God geeft op je pad en dit invlecht in het grote verhaal van zijn koninkrijk. Het vraagt om vertrouwen op Gods verlossing als grondtoon in dit leven en open ogen om zijn overvloed te herkennen op plekken waar schaarste is. Meermaals heb ik mij afgevraagd of het opzet was van Sam Wells, maar juist doordat er weinig geregeld was, moest ik snel een improviserende houding aannemen. Nog steeds verwonder ik mij over wat ik al improviserend aantrof (giften van overvloed, in de taal van Wells).
Onder andere was dat een lezing van Timothy Radcliffe, een Dominicaanse priester. Hij riep op om anders naar eeuwigheid te kijken. Niet als iets wat ooit komt na dit leven: het leven hier en het leven dat komt zijn geen verschillende hoofdstukken. Het eeuwige leven begint niet later, maar nú! Live Gods eternity today. De kerk is geroepen om daar een oefenplek voor te zijn. De kunst van het improviseren en het zien van Gods eeuwigheid in het hier en nu zijn inzichten die ik meenam in mijn rugzak richting het domineeschap.
Ik ben nu een maand onderweg als dominee. En een improvisatiedans was het. In mijn eerste week stierven twee gemeenteleden en leidde ik – voor het eerst – twee uitvaarten binnen één week. Dat was nieuw en spannend, maar ook bijzonder. Ik werd geroepen om samen met families in die bijzondere mengeling van verdriet, onbegrip en dankbaarheid afscheid te nemen van een dierbare. Er was die eerste ‘normale’ kerkdienst waarin ik niet meer als gastpredikant voor veelal vreemden stond, maar van een aantal gezichten wist welke levens en vragen erachter schuilgingen. Ik begon een wekelijks ochtendgebed om met een groeiend clubje gemeenteleden te bidden voor de wereld, de kerk en onze persoonlijke levens. Er was de start met het groepje tienermeiden die open en eerlijk deelden over zoeken, vragen en geloof. Momenten waarop ik Gods eeuwigheid aantrof, hier en nu.
Natuurlijk, het zijn veel indrukken. Het werk is nooit echt klaar. En ik had die gastpreekbeurt beter af kunnen zeggen, zodat ik die vrije dag met mijn vriend had kunnen besteden in plaats van met een duf hoofd de mail weg te werken. Maar het is een prachtig bestaan. Ik weet me een geroepen mens; daaraan gehoor geven betekent voor mij vreugde. Gedragen door God ga ik met mijn armen wijd open weer door. Open voor de mensen op mijn pad. Open to live Gods eternity today.
Mailadres:
- Raadplegingen: 284