Skip to main content

mei 2012 (26e jaargang nr. 5)

J. Wienen

Kroniek

Verdraagzaamheid en onverdraagzaamheid

Nederland is een verdraagzaam land. Dat is een beeld dat ik en vele anderen lang gekoesterd hebben. Maar steeds vaker worden er vraagtekens geplaatst bij dat beeld. Over de vraag of Nederland in het verleden wel zo verdraagzaam was is regelmatig geschreven. Sommigen menen dat het eerder een pragmatische houding was van een land met weinig centraal gezag dan een principiële keuze voor verdraagzaamheid.

Anderen wijzen op principiële verdediging van verdraagzaamheid in het verleden. In 1579 werd de gewetensvrijheid in de Unie van Utrecht vastgelegd. Zowel principieel als praktisch was Nederland daarin een uitzondering in Europa. Maar is Nederland nog steeds een tolerant land? In een bepaald opzicht zeker wel. Nederland is nog steeds een heel permissief land. Je hoeft maar te denken aan het gedoogbeleid ten aanzien van het gebruik van drugs en om de wetgeving op het gebied van prostitutie, abortus of euthanasie. Nederland was ook het eerste land in de wereld dat het zogenaamde homohuwelijk invoerde. Waarom hoor je dan regelmatig dat het slecht gaat met de verdraagzaamheid in Nederland?

Hedendaagse voorbeelden

De zorg leeft met name in godsdienstige kring, Daar maken velen zich zorgen over een afnemende verdraagzaamheid in de Nederlandse samenleving ten aanzien van godsdienstige opvattingen en gedragingen. En inderdaad is daar reden toe. Er zijn veel voorbeelden van afnemende acceptatie van godsdienstige uitingen en opvattingen. In Amsterdam mocht een tramchauffeur geen kruisje dragen en wilde de gemeenteraad organisaties met een christelijk personeelsbeleid uitsluiten van subsidie. Nu is Amsterdam een stad met een heel eigen invulling van (in)tolerantie, ook als het niet om godsdienstige zaken gaat. Zo is het medewerkers van de gemeente Amsterdam in de Amsterdamse waterleidingduinen strikt verboden om iets te zeggen over de overlast van reeën en herten in het duingebied. In Amsterdam bepaalt de gemeenteraad graag waar je tolerant over moet zijn en waar je niet tolerant in mag zijn. Maar ook elders in Nederland, bijvoorbeeld in politiek Den Haag, is de verdraagzaamheid over opvattingen in godsdienstige groepen duidelijk afgenomen.

Onlangs werd een boek van rabbijn Van de Kamp gepresenteerd. Hij beschrijft daarin hoe hij zich zorgen maakt over het geestelijk klimaat in Nederland. De onverdraagzaamheid tegenover godsdienst en godsdienstige mensen lijkt te groeien. De rabbijn is het meest geschokt door het onbegrip van velen voor de betekenis van de rituele onverdoofde slacht voor joden en moslims. Dat de Tweede Kamer in overgrote meerderheid een wetsontwerp steunde om deze slacht feitelijk te verbieden, is voor hem een teken aan de wand. Niet alleen woog in de Tweede Kamer het meeleven met dieren het van begrip voor godsdienstige overtuiging, maar er was ook geen bereidheid om serieus na te gaan of dieren wel meer lijden door een goed uitgevoerde rituele slacht dan door elektrocutie of het doorboren van de kop door een stalen pin. Ook bij de benadering van boerka’s, ambtenaren van de burgerlijke stand die geen homohuwelijken willen sluiten, homobeleid op christelijke scholen of de positie van vrouwen in de SGP is er weinig sprake van verdraagzaamheid ten opzichte van godsdienstig gemotiveerde opvattingen en gedragingen.

Vrijheid van godsdienst

Sommigen voeren een pleidooi om de vrijheid van godsdienst te schrappen. Naar hun mening voegt de vrijheid van godsdienst niets toe. We hebben toch al een vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vereniging en vergadering? Godsdienst is ook maar gewoon een mening en behoeft geen bijzondere bescherming. Onder anderen professor Paul de Beer betoogde dat enkele malen. De overheid heeft met godsdienstige overtuigingen niets te maken, meent hij en moet een beroep op godsdienstige overtuiging ook niet accepteren. Een godsdienstige overtuiging heeft wat hem betreft geen enkele meerwaarde ten opzichte van welke mening dan ook. Ik vind dat bijzonder zorgelijk. Want het betekent dat er ook geen besef is van hoe diep de godsdienstige overtuiging het denken en leven van gelovigen bepaalt. Het is voor de staat levensgevaarlijk om een strijd aan te gaan met de godsdienstige overtuiging van de onderdanen. Alleen al uit welbegrepen eigenbelang zou een staat daar heel terughoudend in moeten zijn. De loyaliteit aan een echte geloofsovertuiging gaat veel dieper dan de loyaliteit aan een staat en haar opgelegde regels.

Er is alle reden om als godsdienstige mensen eerst eens in de spiegel te kijken. Nu zij geconfronteerd worden met een zekere onverdraagzaamheid wordt er een beroep gedaan op hun verdraagzaamheid. Toch is het nog niet zo heel lang geleden dat christenen in Nederland in een politieke meerderheidspositie ook tamelijk vanzelfsprekend hun eigen waarden en normen vertaalden in wetgeving. Zo is de Nederlandse huwelijkswetgeving lang bepaald door christelijke opvattingen. Al die dingen die nu zo kenmerkend zijn voor het verdraagzame Nederland waren vroeger verboden: prostitutie, homohuwelijk, abortus, euthanasie.

Voorbeelden uit het verleden

Ook in het verleden kende de verdraagzaamheid duidelijke grenzen. Het woord inquisitie is symbool voor kerkelijke onverdraagzaamheid en geloofsdwang door de katholieke kerk of katholieke overheden. Maar ook onze gereformeerde voorouders konden er wat van. In de Republiek moesten katholieken en soms ook mensen van kleinere kerken gebruik maken van schuilkerken. Nog in de negentiende eeuw werden afgescheidenen geconfronteerd met onaangename maatregelen van de overheid om hun godsdienstige eigenwijsheid af te straffen. De SGP heeft tot voor kort vastgehouden aan de opvatting dat de overheid afgoderij en valse godsdienst daadwerkelijk zou moeten tegengaan. Vermoedelijk is dat zelfs formeel nog steeds de positie die wordt ingenomen, al is de werkelijkheid ondertussen zo veranderd dat een openlijk pleidooi hiervoor niet meer wordt gehoord. Overigens is het nog geen twintig jaar geleden dat ook in dit blad een pleidooi gevoerd werd tegen medewerking van de overheid bij de vestiging van een moskee in Nederland.

Ook de verdraagzaamheid in eigen kring is soms ver te zoeken. Om relatief kleine verschillen kan in de kerk of tussen kerken heftige strijd gevoerd worden en het beperkt zich zeker niet tot kerken. Onlangs las ik in het gerestaureerde Spinozahuisje in Rijnsburg de tekst van de ban die in de zeventiende eeuw door de Joodse gemeente in Amsterdam (wat is dat toch met die Amsterdammers en verdraagzaamheid?) werd uitgevaardigd tegen de filosoof Spinoza (die van armoe zijn toevlucht zocht in het meer verdraagzame Rijnsburg). De tekst liegt er niet om: ‘…Vervloekt zij hij bij dag en vervloekt bij nacht, vervloekt in zijn liggen en vervloekt in zijn opstaan, vervloekt in zijn uitgaan en vervloekt in zijn ingaan; nimmer moge de Heer hem vergeven, en moge voortaan de woede des Heren en Zijn ijver op deze mens branden en hem opleggen al de vloeken geschreven in het boek van de wet. …Wij waarschuwen dat niemand hem mondeling mag spreken, noch bij geschrifte, niemand hem enige gunst bewijzen, niemand onder een dak met hem verblijven, niemand op vier ellen afstand van hem komen, niemand enig geschrift lezen door hem gemaakt of geschreven.’

Ruimte is een groot goed

Laten we terugkeren naar de eigen tijd. De berichten in de media over het gedrag van orthodoxe joden in de omgeving van Jeruzalem tegenover in hun ogen niet netjes geklede vrouwen en meisjes of mensen die de sabbatsrust niet respecteren doen je de schrik om het hart slaan. Hun houding en gedrag is onverdraagzaam en gewelddadig. Ook de berichten uit de islamitische wereld geven geen rooskleurig beeld van godsdienstige verdraagzaamheid. De hoogste Saoedi-Arabische geestelijke roept op tot sluiting van alle kerken op het Arabisch schiereiland. De berichten in de media over gewelddadigheid in veel moslimlanden tegenover godsdienstige minderheden zijn ten hemel schreiend.

Voor veel niet godsdienstige mensen is het een uitgemaakte zaak dat onverdraagzaamheid vooral te vinden is bij godsdienstige mensen. En voor we roepen dat we slachtoffer zijn van onverdraagzaamheid is het goed nog eens na te denken over de eigen verdraagzaamheid.

Meerderheden hebben de neiging hun opvattingen en normen in wetgeving te gebruiken en daarmee op te leggen aan minderheden. De opvattingen, normen en gevoeligheden van die minderheden doen er dan niet zoveel toe. Over het algemeen komt dat voort uit de oprechte overtuiging dat de eigen opvattingen nu eenmaal heilzaam zijn voor de samenleving en voor alle mensen. Godsdienstige en ongodsdienstige mensen verschillen niet zoveel op dit punt.

Maar de ruimte in een samenleving voor burgers om naar eigen - al dan niet godsdienstige - overtuiging te kunnen leven is een groot goed. De ruimhartige Nederlandse praktijk van acceptatie van gewetensbezwaren is daarvan een goed voorbeeld. Een ander mooi voorbeeld is de ruimte die de oude wetgeving rond winkelsluitingstijden bood voor mensen met een andere godsdienstige overtuiging om hun zaak op zondag open te houden en op een andere dag te sluiten. Zo konden joodse eigenaars hun winkel op sabbat gesloten houden en op zondag openen. Verdraagzaamheid betekent dat de meerderheid wel eens moet slikken, omdat er ruimte geboden wordt voor opvattingen en gedragingen die ze afwijst.

De ontwikkelingen in Nederland (en in vele andere Europese landen) hebben het bewustzijn van het belang van verdraagzaamheid bij christenen vergroot. Het is interessant om te zien dat de SGP bijvoorbeeld een aantal jaren geleden tegen onverdoofde slacht was, maar ondertussen op dit punt geheel is bijgedraaid. Er lijkt meer gevoel te zijn voor de intrinsieke waarde van godsdienstige verdraagzaamheid.

Verdraagzaam

Het is goed dat in toenemende mate de partijen met een christelijke achtergrond ook opkomen voor de vrijheid van mensen van andere godsdiensten om naar hun overtuiging te leven. En het is goed dat in de Eerste Kamer senatoren van diverse niet-christelijke partijen het belang van respect voor godsdienstige gebruiken en tradities onderkenden en het verbod op (onverdoofd) slachten naar godsdienstig voorschrift afwezen. Er is zeker reden tot zorg. Maar hopelijk blijft Nederland toch nog lang een verdraagzaam land.

Drs. Jos Wienen is burgemeester van Katwijk en redacteur van Kontekstueel

Mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.