38e jaargang nr. 2 (maart 2024)
thema: Leve de kerk! Over haar verleden, heden en toekomst.
Sake Stoppels
Wachten op God
Het denken van Andrew Root
Een kerk die ooit bruiste van leven, is sterk gekrompen. Drie opeenvolgende predikanten hebben geprobeerd te zoeken naar nieuwe vitaliteit en toekomst, maar veel heeft dat niet opgeleverd. Als de laatste pastor voortijdig vertrekt, is de rek eruit. De gemeenschap is uitgeput, de kerkdiensten stoppen en het gebouw krijgt een nieuwe bestemming: een bierbrouwerij. Een kleine rest van de gemeente blijft elkaar opzoeken in een Bijbelkring. Op een avond is er een onverwachte gast, Woz.
Het is de kleinzoon van een van de oudste gemeenteleden. Onlangs is ze overleden. Kort voor haar sterven heeft zijn oma tegen hem gezegd: ‘Drie dingen. Zorg goed voor je gebit, zorg dat je wat op je spaarrekening hebt staan en… vind God.’ Die laatste opmerking over het vinden van God maakt dat hij over de drempel van de kerk van zijn oma stapt. Want daar moet hij natuurlijk zijn. Hij treft het, want in een zaaltje leest het groepje gemeenteleden net de Bijbel. Hij legt zijn vraag in hun midden: ‘Ik ben hier omdat ik God wil vinden, ik ga ervan uit dat jullie weten hoe dat kan.’ Er valt een wat ongemakkelijke stilte in het kerkzaaltje. De aanwezigen kijken een beetje onzeker naar elkaar. Tot een van de trouwe kerkleden zegt: ‘Weten wij dat?’
Met dit verhaal uit een fictieve gemeente zitten we midden in een van de boeken van Andrew Root (1974), Churches and the Crisis of Decline. Het verscheen in 2022. Root is hoogleraar en een buitengewoon productieve auteur die in hoog tempo publiceert (zie het kader). Het immanente frame van Charles Taylor en de doorgaande secularisatie vormen het decor van al zijn boeken. Hoe vindt de westerse kerk hier een levensvatbaar spoor? Root verzet zich tegen allerlei hypes van vandaag die ook de kerk binnendringen en waarin de voorganger vooral manager en CEO wordt en leiding gaat geven aan iets als een onderneming. In zijn boek The Pastor in a Secular Age schrijft Root dat de pastor voorbij zal moeten komen aan een vooral professioneel-functionele opvatting van het werk. Hij of zij zal moeten toegroeien naar ‘seeing ministry as the very way of imagining divine action in our secular age’ (p. xxi). Dat God handelt is een vreemde werkelijkheid geworden in onze samenleving. Het vraagt dus veel oefening om deze ‘divine action’ midden in het leven van alledag weer te ontdekken en te communiceren. De centrale roeping van de pastor is het leren bidden in de gemeente, niet alleen individueel, maar ook als geloofsgemeenschap. Dat kan uiteraard niet zonder een eigen intensief gebedsleven.
Barth en de noodzaak van dialectische theologie
In dit artikel concentreer ik me vooral op het boek dat ik al noemde, Churches and the Crisis of Decline. Daarnaast verwerk ik ook het boek Wachten op God dat binnenkort in Nederland verschijnt. In Churches and the Crisis of Decline vinden we het verhaal van Woz. Diens vraag – hoe kan ik God vinden? – gaat als een refrein door het boek heen. Root laat zich in dit boek vooral inspireren door de theoloog Karl Barth. Daarnaast spelen de Canadese filosoof Charles Taylor en de Duitse socioloog Hartmut Rosa een belangrijke rol in zijn denken.
Root schetst de theologische ontwikkeling van de jonge Karl Barth als pastor en de grote invloed die vader en zoon Blumhardt daarop hebben gehad. De bevrijding van Gottliebin Dittus van demonen door de aanhoudende pastorale zorg en het doorgaande gebed van de plaatselijke pastor, Johan Christoph Blumhardt (1805-1880), trekt een diep spoor in de theologie van Barth. God zelf kan ons immanente frame openbreken. ‘Jezus is overwinnaar’ wordt een belangrijke zin in het werk van Blumhardt. De opzienbarende bevrijding van Gottliebin brengt talloze zoekers naar Möttlingen en Bad Boll. Blumhardts zoon Christoph Friedrich (1847-1919) zet na de dood van zijn vader het werk voort. Hij ziet echter dat het geloof al snel trekken kan aannemen van religie. Gods bevrijdende en genezende aanwezigheid wordt dan op ongezonde wijze geclaimd. Heil wordt afdwingbaar en geïndividualiseerd. De bredere samenleving raakt uit beeld. Barth onderhoudt goede contacten met Blumhardt jr. en mede door deze contacten komt zijn theologie meer en meer op een dialectisch spoor. Leven kan niet zonder sterven. In het verlies schuilt de overwinning. We kunnen alleen maar een God leren kennen die onkenbaar is. God is God, wij zijn mens en niet God. We kunnen niet over Hem beschikken. God laat zich niet temmen en opsluiten door mensen. En terugkerend naar kleinzoon Woz: hij zal God niet kunnen vinden, maar zal wel gevonden kunnen worden door God. Dat is een les die hij samen met de kleine groep getrouwen leert in de loop van de tijd.
Rosa: versnelling en resonantie
Root maakt zich zorgen over de kerk van nu. Heel gemakkelijk denkt ze de ster te zijn van haar eigen verhaal. Seculiere inzichten en strategieën worden veel te gemakkelijk overgenomen in de strijd tegen de krimp. Mission statements, unique selling points, dichtgetimmerde beleidsplannen en andere strategische instrumenten gaan de gemeente niet redden. Op dit punt komt ook de Duitse socioloog Hartmut Rosa om de hoek kijken. Hij heeft de laatste jaren veel bekendheid gekregen met zijn pleidooi voor de resonantie. We leven in een tijd van eindeloze versnelling, steeds sneller lijken we nergens naar toe te gaan. Tegenover de versnelling en de maakbaarheid plaatst hij rust en resonantie. Zoals muziekinstrumenten kunnen resoneren, zo kunnen ook wij dat. Er gaat iets trillen in de relatie met de ander die ook echt anders is. Er gebeurt iets met ons, wij worden een ander mens. Dat is niet afdwingbaar, maar een geschenk als we ons ervoor openstellen, zowel in relatie met mensen om ons heen als met de schepping. Root wijst op de noodzaak – ook in de kerk – om onze hebben-modus te verlaten ten gunste van een zijn-modus. Resonantie heeft geen kans in onze zucht naar hebben, wel in ons verlangen naar zijn. Root typeert ook resonantie als dialectisch. We hebben haar niet in onze macht. Het is een geschenk waarover we niet kunnen beschikken.
Wachten op God. Leven vanuit een wachtwoord
In het boek Wachten op God corrigeert Root ons gangbare beeld van het ontstaan van de kerk. Dat begin ligt niet in Handelingen 2, maar in het eerste hoofdstuk van het boek Handelingen. Root wijst ons terug naar de kiem van de kerk, het wachten van de leerlingen in Jeruzalem. De opgestane Jezus geeft vlak voor zijn hemelvaart zijn leerlingen tijdens een maaltijd de volgende opdracht: ‘Ga niet weg uit Jeruzalem, maar blijf daar wachten op wat de Vader heeft beloofd, waarover jullie van Mij hebben gehoord’ (Hand. 1:4). Dit wachten is een refrein in het denken van Root. Hij spreekt veelvuldig over een ‘watchword’. In de Nederlandse vertaling is gekozen voor ‘wachtwoord’. Dat is een prikkelende vertaalkeuze omdat ons wachtwoord ons in de regel snel toegang biedt tot data en sites die niet voor iedereen toegankelijk zijn. Maar Roots wachtwoord doet dat nu juist niet. Zijn wachtwoord is echt een wacht-woord. We zullen geduldig moeten zoeken naar praktijken en woorden die ons in staat stellen ons door God te laten vinden. Elke versnelling – denk aan Rosa – is hier uit den boze.
‘Jezus is overwinnaar’ werd het wachtwoord van de geloofsgemeenschap in Bad Boll en Möttlingen. Maar zoals we hierboven al zagen, werd dit wachtwoord na verloop van tijd een slogan waarmee onheil dwingend kon worden bezworen. Het dialectische karakter dat een wachtwoord gezond houdt, ging verloren. Dat bracht Blumhardt jr. en zijn gemeenschap ertoe op zoek te gaan naar een nieuw richting biedend woord. Ze kwamen uit bij het sterk dialectische ‘sterf, zodat Jezus zal leven’.
Wacht-woorden zijn nooit voor de eeuwigheid gegeven, steeds opnieuw zullen we in de gemeente ontvankelijk moeten zoeken naar woorden die passend en helpend zijn op dit moment. Het is dus volstrekt normaal dat wacht-woorden veranderen. Het mag duidelijk zijn dat wachten bij Root geen passieve bezigheid is. Integendeel, het vraagt juist om concentratie, ontvankelijkheid en onderlinge communicatie. Een wacht-woord wordt aan de geloofsgemeenschap geschonken, niet aan de enkeling. Gemeenschappelijk gebed en Bijbelstudie nemen op deze ontdekkingsreis een belangrijke plaats in. Het komt aan op ‘werkend wachten’ en ‘wachtend werken’.
Roots wachten op God haalt ons weliswaar uit de crisis van de krimp, maar zet ons direct over naar een andere crisis, namelijk die van Gods handelen in de wereld. Root schrijft dat de kerk alleen door te sterven de crisis van krimp voorbij kan komen om zo de crisis van Gods handelen in de wereld binnen te kunnen gaan. Dat is niet van de regen in de drup komen, maar leven vanuit de erkenning dat de kerk het op eigen houtje niet rooit. Dat is bevrijdend. Ze zal moeten sterven aan allerlei overlevingsstrategieën, want alleen God kan haar redden. En over deze God kan ze niet beschikken. Maar juist dat kenotische besef maakt deze crisis vruchtbaar.
Gedachten bij Root’s theologie
Richard Halveston, oud-predikant van de Amerikaanse senaat, zei ooit: ‘In den beginne was de kerk een gemeenschap van mannen en vrouwen met Christus als levend middelpunt. Toen verplaatste de kerk zich naar Griekenland waar zij een filosofie werd. Vervolgens verplaatste zij zich naar Rome waar zij een instituut werd. Vervolgens verbreidde zij zich over heel Europa waar zij een cultuur werd. En tenslotte verplaatste de kerk zich naar Amerika waar zij een onderneming werd.’
Root heeft als Amerikaan uiteraard zijn eigen context op het oog, met daarin allerlei megakerken die sterk bedrijfsmatig denken en handelen. Zijn verzet tegen managementdenken in de kerk heeft alles met die context te maken. Hij legt daarbij de vinger op allerlei zere plekken, maar af en toe lijkt hij toch uit de bocht te vliegen. Zo serveert hij de keuze voor Mattias als vervanger voor Judas in Handelingen 1 af als paniekvoetbal van de elf leerlingen. ‘De dobbelstenen kiezen Mattias, de levende, opgestane Jezus kiest Paulus’, schrijft hij in Wachten op God. Inderdaad, van Mattias vernemen we in het vervolg van het boek Handelingen niets meer, maar op geen enkele manier diskwalificeert Lucas deze keuze. Root is hier antithetischer dan de Schrift en ook dan nodig is in mijn ogen.
Dit alles neemt echter niet weg dat zijn inbreng waardevol is. Hij bepaalt ons bij het enige fundament van de kerk waarop we kunnen bouwen: God zelf. Wacht-woorden kunnen ons helpen op een goede manier te bouwen aan de gemeente. Ik moet hier ook denken aan het boek De toekomst van de kerk van Aarnoud van der Deijl. In dat boek schetst hij allerlei zoektochten naar vernieuwing die uiteindelijk niets hebben opgeleverd. Zouden hij en zijn gemeente geholpen kunnen zijn met openheid richting Roots wacht-woord?
Root is een theoloog die ons bepaalt bij de enige kracht van de gemeente die toekomst biedt, namelijk haar vertrouwen dat zij het niet van zichzelf moet hebben, maar van Jezus Christus. En dat is dan niet weer de zoveelste nieuwe strategie, maar overgave aan een werkelijkheid die niet is af te dwingen. Dat maakt gemeente-zijn spannend. Is Gods Geest werkelijk sterker dan de tijdgeest? Is er reden om met vertrouwen te wachten? Volgens Root is die er volop. Meer dan ooit komt het in onze tijd aan op ontvankelijkheid voor wat er van Godswege op ons afkomt. Met minder kunnen we niet toe.
Andrew Root (1974) is ‘Olson Baalson Professor of Youth and Family Ministry’ aan het Luther Seminary in St. Paul, Minnesota, VS. Zijn schrijftempo is adembenemend. Ik beperk me tot het noemen van zeven van zijn boeken. In 2017 start hij met het eerste deel van een trilogie rond gelovig en kerk-zijn in een seculiere tijd: Faith Formation in a Secular Age. Vervolgens verschijnen The Pastor in a Secular Age (2019) en The Congregation in a Secular Age (2020). Zijn boek Churches and the Crisis of Decline verschijnt in 2022, net als The Church After Innovation. In dit laatste boek pakt hij de kerkelijke obsessie met innovatie, uniciteit, ondernemerschap en andere managementachtige benaderingen aan. In 2023 publiceert hij samen met Blair Bertrand When the Church Stops Working. Onder de titel Wachten op God verschijnt dit boek bij KokBoekencentrum ook in het Nederlands (april 2024). De ondertitel van dit boek luidt Vanuit geloof en geduld bouwen aan je gemeente. Centrale gedachte is hier het uitzien naar en vinden van een wacht-woord. Root stelt die zoektocht tegenover mission statements en beleidsplannen. In 2023 ziet nog een boek het daglicht: Church in an Age of Secular Mysticism. In dit boek registreert en kapittelt Root het sterke verlangen naar seculiere, immanente spiritualiteit. Als de transcendente God buiten beeld blijft, gaat dat ons niet helpen. Zie voor een breder overzicht https://www.andrewroot.org/.
Dr. S. Stoppels is emeritus lector theologie aan de Christelijke Hogeschool Ede. Eerder was hij universitair docent gemeenteopbouw aan de VU in Amsterdam.
Mailadres:
- Raadplegingen: 334