38e jaargang nr. 4 (juli 2024)
thema: Onopgeefbaar verbonden?! De relatie tussen kerk en Israël
Yorick Breemes
Een verkenning van Nahum: een wrekende God
Nahum 1:1-3; 3:1-7
Het Bijbelboek Nahum roept een thema op waar we het in de kerk niet zo graag over hebben: het thema van wraak. Wraak en (on)recht hebben met elkaar te maken. Er is sprake van schuld, van aangericht leed, en we voelen allemaal tot in het diepst van ons wezen: daarvoor moet een prijs betaald worden. Dit kan niet zomaar ongestraft blijven.
Dat is dus ook de diepste boodschap van het boek Nahum: voor de zonden van het Assyrische Rijk moet betaald worden. En God als rechter kondigt via Nahum het oordeel aan. Daarmee wordt God dus ook in verband gebracht met wraak: ‘De Heer is een wrekende God; de Heer is geduldig en zeer sterk, Hij laat nooit iets ongestraft’ (Nah. 1:2a, 3). Kun je nog wat met die kant van God in je geloof?
Eerst moeten we een beeld krijgen van de historische context van het Bijbelboek Nahum. De geleerden zijn het er niet geheel over eens, maar de dominante positie is dat het Bijbelboek tussen 663 en 612 v. Chr. is ontstaan. Het argument hierachter is als volgt. In Nahum 3:8-10 wordt de val van Thebe (een stad in Egypte) vermeld. We weten uit historische bronnen dat Thebe in 663 v. Chr. door de Assyriërs onder de voet is gelopen. Aangezien Nahum de val van Thebe gebruikt als voorbeeld van wat Nineve, de hoofdstad van Assyrië, te wachten staat, ligt een oudere datum dan 663 v. Chr. niet voor de hand. Een jongere datum dan 612 v. Chr. ligt ook niet voor de hand. Want dat was het jaar waarin Nineve onder de voet werd gelopen door een coalitie van volken onder leiding van Babylon. Nahum lijkt de ondergang van Nineve in de, voor hem, toekomst te plaatsen. Nadat de profetie van Nahum was uitgekomen, werd geconcludeerd dat Nahum een legitieme profeet was, aan de hand van Deuteronomium 18: 21-22.
Hier zou natuurlijk ook een andere afweging gemaakt kunnen worden, waarin het Bijbelboek Nahum wordt gezien als een overwinningslied van Judeeërs die blij waren van Assyrië af te zijn. Ook wordt er verschillend gedacht over waar Elkos gelegen kan hebben en wat dus de achtergrond is van Nahum. Kwam hij uit Judea, of toch uit het Tienstammenrijk, al dan niet in ballingschap? Deze discussies laat ik toch wat meer liggen.
Voor een preek die ik hierover hield wilde ik meer focussen op de theologie die naar voren komt in het Bijbelboek Nahum. Hoofdstuk 1 schetst ons het beeld van God als wreker (vers 2, 3, 6). Tegelijk wordt de Heer geschilderd als een beschermer voor wie bij Hem schuilen (vers 7). De Heer bevrijdt zijn volk van onderdrukking (vers 12-14). Nahum keert zich namens de Heer tegen Assyrië. Zij zullen getroffen worden door de wraak van God. Hoofdstuk 2 beschrijft in beeldende taal een oorlog die uitloopt in de val van de Nineve. Hoofdstuk 3 noemt een aantal redenen waarom Assyrië de wraak van God verdient. Het is een bloedstad, vol leugen en oorlogsbuit (vers 1) en zedelijk onrein (vers 4), wat in de Bijbel vaak een beeld is van afgodsdienst. Assyrië wordt behandeld zoals het andere volken had behandeld, zoals Egypte, het Tienstammenrijk Israël en vele anderen. Vers 19 vermeldt de vreugde van de volken over de ondergang van Assyrië: ‘Er is geen verzachting voor je wond, je letsel is niet te genezen. Wie hoort wat er met jou gebeurt, klapt in zijn handen, want wie heeft niet voortdurend geleden onder jouw wreedheid?’
Belangrijk om hierbij in het achterhoofd te houden is dat Assyrië op andere plekken in de Bijbel werd gezien als instrument van God om het Tienstammenrijk Israël te straffen. Net zoals de Babyloniërs weer werden gezien als instrument om eerst de Assyriërs en later het koninkrijk Juda te straffen. En net zoals later de Perzen werden gezien als bevrijders in de hand van God die Juda uit de ballingschap liet terugkeren.
Theologisch wordt het politieke wereldgebeuren dus gekoppeld aan het handelen van God. Volken zijn instrumenten in de handen van Heer, maar worden vervolgens net zo goed op hun daden en geloof geoordeeld. En als de maat vol is, gebruikt God ook weer een ander volk om hen te straffen.
Deze lijn laat ik liggen, maar roept wel interessante vragen op. Handelt God nog steeds zo? Zouden wij het in 2024 aandurven om te preken zoals Nahum en andere profeten in de Bijbel? God die volken straft via andere volken. Hoe zou je deze lijn kunnen doortrekken en wat zijn daarvan de gevolgen? Hoe moeten we dan het conflict tussen Israël en de Palestijnen duiden? Het conflict tussen Rusland en Oekraïne? Het conflict tussen China en de omringende volken? Een andere vraag zou kunnen zijn: als God dezelfde is, waarom grijpt Hij in onze tijd dan niet op dezelfde manier in?
De lijn die ik uiteindelijk centraal stel in de preek is het thema van de God die ook ‘wraak’ neemt, die rechtspreekt over mensen en volken. Dat ik hiervoor kies, is omdat het zo haaks staat op het beeld van God dat in onze tijd vrij dominant is. God is vooral de ‘Ik ben’ die bij ons is en met ons meetrekt door het leven. Denk aan liederen als ‘Ik zal er zijn’ van Sela. God heeft ons gemaakt en daarom zijn we goed zoals we zijn, vaak gekoppeld aan Psalm 139. God is vol vergeving en genade, zoals genoemd in Psalm 103. God is liefde (1 Johannes) en houdt van alle mensen. God is daarmee, in alle eerbied gezegd, behoorlijk knuffelbaar geworden. God is onze grote vriend bij wie we altijd terecht kunnen en die ons altijd wil helpen. Een God die oordeelt, straft, wraak neemt past hier minder goed bij.
Tegelijk vind ik juist dit aspect uit Nahum relevant voor onze tijd. Want is niet juist een roep om recht en vergelding van kwaad, het oordelen over het kwaad (op rechtvaardige wijze) waar veel mensen behoefte aan hebben? Dat er recht gesproken wordt over de conflicten in de wereld; dat er recht gesproken wordt over alle onderdrukte mensen, vervolgde christenen, het klimaat en ga zo maar door. Kan het in onze tijd niet juist bevrijdend zijn dat Nahum niet meegaat in een eenzijdig godsbeeld van knuffelaar, maar zowel het beschermende als het wrekende van God naast elkaar zet in hoofdstuk 1? Bevrijdend is het dat de Bijbel ons duidelijk maakt dat God zijn maatstaf van recht niet loslaat.
Ik sluit af met een gedeelte uit het begin van de preek:
Ik ga de emotie of het gevoel van wraak en vergelding dus ook niet weggooien. Want wraak heeft te maken met het basisbesef in ons allemaal, ingeschapen door de Schepper, dat als er onrecht gebeurt, er ook recht moet worden gedaan. Dingen moeten worden rechtgezet. Kwaad kan niet ongestraft blijven. Dat zou niet eerlijk zijn. ‘De Heer is geduldig en zeer sterk, Hij laat nooit iets ongestraft.’ Als daders eeuwig zouden kunnen blijven weglopen, nooit ter verantwoording worden geroepen voor de ellende die ze hebben aangericht, dan zouden we dat een hele nare wereld vinden.
En ja, u voelt al aan vanuit Nahum dat ik dus dat aspect van God niet ga opgeven. Ook in God zit een wreker: iemand die het kwaad vergeldt. God is en blijft ook een God van het recht. Een God die de daders ter verantwoording roept, die het goddelijk recht hanteert met strafmaat, maar die in zijn barmhartigheid en liefde ook zeker verzachtende omstandigheden meeweegt.
Y.R.M. Breemes is predikant van de Gereformeerde Kerk Hollandscheveld Nieuwlande-Geesbrug. Mailadres:
- Raadplegingen: 76