Skip to main content

38e jaargang nr.  4 (juli 2024)
thema: Onopgeefbaar verbonden?!  De relatie tussen kerk en Israël

Gert de Goeijen
Liefde maakt blind. Over onopgeefbare verbondenheid met…
In gesprek met Murad Bero

Murad Bero (42 jaar) is een Palestijns christen, geboren en getogen in Bethlehem op de Westelijke Jordaanoever, waar zijn vader een restaurant had. Vanwege doodsbedreigingen moest het gezin vluchten, waarna het na een verblijf in Duitsland in Nederland asiel kreeg. Murad was toen ongeveer negen jaar. Na in het bedrijfsleven te hebben gewerkt, is Murad momenteel werkzaam als operationeel directeur van de Stichting Gave, een stichting die samen met kerken en christenen Gods liefde laat zien aan asielzoekers. Ik voer dit gesprek met hem op persoonlijke titel.

G: Hartelijk dank dat je dit gesprek wilt voeren. Wat dacht je toen ik je hiervoor benaderde?
M: ‘Eerlijk gezegd vroeg ik me wel af wat de meerwaarde van ons gesprek kan zijn. Het conflict tussen Israël en Hamas in Gaza is zo beladen en zo vol emoties. Maar ik vind het belangrijk dat de stem van de Palestijnse christenen wordt gehoord, dat er niet over hen, maar met hen gesproken wordt. Christelijke Palestijnen worden door het Westen vergeten!’

G: Voelde je dat ook toen ik vertelde dat ik met je in gesprek wilde over de ‘onopgeefbare verbondenheid’ van de Protestantse Kerk in Nederland met Israël?
M: ‘Jazeker, en eerlijk gezegd snap ik de meeste westerse christenen daarin niet. Hoe kunnen zij zich nu meer verbonden weten met Joden die Jezus Christus niet kennen dan met Palestijnse broeders en zusters die, net als zij, wel in Hem geloven?! Dat is voor mij echt een vraag. Zeker, ik ontmoet heel veel christenen hier in Nederland en voel me diep verbonden met hen en zij met mij, maar als ik hen hoor spreken over Israël, dan begrijp ik hen niet zo goed. Dan vraag ik mij af: weten jullie wel wat er met ons gebeurt in Bethlehem, in Gaza? We voelen ons verlaten, niet gehoord. We worden niet gehoord door Palestijnse moslims. Joden zien ons als godloochenaars omdat wij in hun ogen een leugenaar aanvaard hebben als de Messias en voor de meeste westerse christenen lijken we niet te bestaan. Mijn familie op de Westelijke Jordaanoever wordt geminacht en bespuwd door kolonisten. Wij horen nergens bij!’

G: En dan zijn jouw broeders en zusters hier in Nederland ook nog eens ‘onopgeefbaar verbonden’ met Israël!
M: ‘Inderdaad. Ik heb het gevoel dat ze te veel met het Oude Testament bezig zijn. Het probleem is dat veel westerse christenen aan het Joodse volk een uitzonderlijke religieuze positie en toekomst toekennen die het in Christus niet heeft. In Christus is de scheidsmuur tussen Joden en niet-Joden afgebroken en is er in Gods heilsplan geen onderscheid op basis van ras en etniciteit. Allen hebben gezondigd en vallen onder het oordeel. Allen hebben het bloed van Christus nodig om gered te worden. Hij is gekomen voor alle mensen! Waarom staan de meeste westerse christenen dan zo radicaal achter Israël? Heeft dat te maken met schuldgevoel vanwege de Tweede Wereldoorlog? Of komt het door angst dat jullie niets verkeerd willen doen naar Israël toe?’

G: Die uitdrukking ‘onopgeefbaar verbonden met Israël’ duidt op het Joodse volk.
M: ‘Zo vind ik dat prima, als je het maar loskoppelt van de staat. Want de huidige regering pleegt wandaden. Ik snap niet dat het Westen en de Verenigde Staten dit tolereren. Begrijp me goed, wat Hamas deed op 7 oktober is duivels, daar heb ik geen goed woord voor over, maar hoe Israël reageerde en nog steeds reageert is buiten proportie. Israëlische snipers doodden Palestijnse vrouwen en kinderen en zijn daar trots op. Ik probeer Israël te begrijpen vanwege hun trauma van de Tweede Wereldoorlog, maar toch. Geloof me, wij worden als Palestijnen niet gezien. Heel veel ontgaat jullie in het Westen.’

G: Bedoel je – om het met een Nederlands spreekwoord te zeggen – dat onze liefde voor Israël ons blind maakt voor wat de Palestijnen wordt aangedaan?
M: ‘Dat heb je mooi gezegd. Eerlijk gezegd vind ik dat wel. Als ik soms hoor dat er in de kerken wel voor Israël gebeden wordt, maar niet voor de Palestijnen en de Palestijnse christenen, dan begrijp ik dat niet. Maar ik blijf voor Joden bidden, ik haat ze niet. Dat vraagt Jezus van mij.’

Volk en staat
G: Begrijp jij de angst van het volk Israël dat zo alleen staat in de wereld? Vrijwel de hele wereld keert zich tegen dit land en als niemand voor Israël opkomt, wordt het vermorzeld door de vijanden.
M: ‘Ik ben geen vijand van Israël! Ik haat de Joden niet. Wel heb ik moeite met wat de Israëlische regering nu doet. Ik bid voor hen dat God hen de ogen voor Jezus opent. En dat ze de wonden die ze zelf meedragen niet ook een ander aandoen.’

G: Verschillende christenen zijn van mening dat de oprichting van de staat in 1948 een geschenk van God was. Eindelijk een veilig thuis voor de Joden na dat verschrikkelijke trauma van de Tweede Wereldoorlog. Hoe zie jij dat?
M: ‘Een Godsgeschenk? Dat vind ik een lastige vraag. Tot 1948 leefden Joden en Palestijnen vreedzaam samen in Palestina. De Joden werden door de bewoners verwelkomd, maar daarna werden onze grond en onze huizen van ons afgenomen. Daar ligt mijn probleem. Als de staat Israël een geschenk van God is, dan betekent dat dat Hij aan Israëls kant staat en niet aan die van mijn Palestijnse broeders en zusters. Snap je dat?’

G: Als je het zo bekijkt wel. Maar ik denk dat veel samenhangt met de oorlog van 15 mei 1948, waar omliggende landen Israël aanvielen en veel Palestijnen naar buurlanden vluchtten. Hoe dan ook, zou jij een oplossing van twee gelijkwaardige staten wel zien als een geschenk van God?
M: ‘Jazeker, want dan wordt er recht gedaan aan Joden en Palestijnen en aan de situatie van 1948. De meeste Palestijnen willen geen geweld, maar willen vrede en gewoon leven.’

G: Volgens mij stond Israël in 1948 en daarna open voor een tweestatenoplossing, denk ook aan de Oslo-akkoorden die met de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) gesloten zijn. Ik zie Hamas wel als de grote saboteur van de vredespogingen. Denk ook aan de leus ‘Palestine will be free, from the river to the sea.’ Hoe zie jij dat?
M: ‘Hamas is het product van een jarenlang falende strategie van Israëls politiek. Israël heeft van Gaza een grote openluchtgevangenis gemaakt, waar honger en dorst wordt geleden en waar de kwaliteit van leven minimaal is. Hamas vond de PLO te gematigd. Maar ik denk ook nog iets anders: ik geloof ook dat de duivel daar aan het werk is. Wij allemaal moeten onze toevlucht tot Jezus zoeken.’

G: Waarom zeg je dat zo? Zou jij dat ook zeggen als jij nu in Gaza zou wonen? Want dan liep jouw leven als christelijke Palestijn volgens mij ook gevaar.
M: ‘Jezus is aan het werk onder moslims in Gaza en wij moeten Hem helpen in plaats van tegenwerken. Ik weet niet of je het onlangs gelezen hebt, maar tweehonderd moslim-Gazanen kregen in een nacht dezelfde droom over Jezus, nadat ze geholpen waren door christenen. Ze willen Hem volgen. Daarom is het zo belangrijk dat we elkaar liefhebben en elkaar vergeven. We moeten niet praten over elkaar, maar met elkaar.’

Oude Testament
G: Ik verbaas me wel over jou, dat je aan de ene kant een hele duidelijke politieke mening hebt, maar aan de andere kant alles probeert op een ‘geestelijk level’ te tillen van niet haten, maar liefhebben en bidden.
M: ‘Ja, dat moet als christen. Jezus vraagt van mij dat ik mijn vijand liefheb en dat ik er voor de zwakken ben. Mijn eigen geschiedenis als vluchteling zal daarbij ongetwijfeld een rol spelen. Ik kan niet tegen onrecht. Mijn politieke mening ten aanzien van Israël als Palestijn en het liefhebben van mijn vijanden als Palestijnse christen bestaan naast elkaar.’

G: Het liefhebben van de vijand vinden we ook al in het Oude Testament. Jij maakte in het begin van het gesprek de opmerking of westerse christenen niet teveel met het Oude Testament bezig zijn. Ben jij daar minder mee bezig?
M: ‘Ja, eerlijk gezegd wel. Ik richt me veel meer op Jezus. Jezus is namelijk de vervulling van het Oude Testament. Hij leert mij oog te krijgen voor heel de mensheid. Bij ‘heel Israël’ in Romeinen 11:26 denk ik dan ook aan iedereen die Jezus heeft aanvaard en helemaal niet alleen aan het Joodse volk. Ja, ik weet dat ik dan op de lijn van de vervangingstheologie zit, zoals jullie dat noemen. Hoe zie jij dat?’

G: Nou, in de – zeg maar – gereformeerde theologie houdt het Oude Testament een belangrijke plek. God kiest Abraham en daarin het volk Israël uit om tot zegen te zijn voor de volkeren. Dat doet Hij door een verbond te sluiten en naar mijn idee betekent dat verbond juist dat God eeuwig trouw is aan zijn volk. Dat wil niet zeggen dat daarmee andere volkeren uitgesloten worden, maar wel dat Israël een bijzondere plek houdt. Ik lees Romeinen 11:26 dus wel met het oog op het Joodse volk. Daarom geloof ik ook dat de kerk in het bijzonder verbonden is met het Joodse volk en met het land en dat het Oude Testament met tal van beloften niet achter ons ligt.
M: ‘Daar heb ik nooit zo bij stil gestaan. Wat jij zegt, roept bij mij wel de vraag op wie tot het Joodse volk behoren. Was dat het volk Israël van toen of zijn dat de Joden nu? En wanneer ben je precies een Jood? Er wonen bovendien veel meer Joden buiten Israël dan in Israël. Worden zij ook bedoeld? Ik moet wel eerlijk zeggen dat ik niet zoveel met het land heb, maar wel met Jeruzalem. Dat heeft bij mij wel een bijzondere plaats, door wat ik in het Bijbelboek Openbaring over Jeruzalem lees.

Het gesprek
G: Jij zei net dat we niet moeten praten over elkaar, maar met elkaar. Dat geldt voor Joden en Palestijnen, maar waarschijnlijk ook voor westerse christenen en Palestijnse christenen. Heb jij hier contacten met Joden of met moslims?
M: ‘Eigenlijk niet, dat zou wel moeten, want er wordt enorm gepolariseerd. Het zou goed zijn om dat wat te kunnen doorbreken en dat we onze beeldvorming over de ander, die vaak een misvorming is, kunnen veranderen. Ik hoop dat dit gesprek daar aan zal bijdragen.’

G. de Goeijen is predikant van de Hervormde Gemeente Den Ham en redactielid van Kontekstueel.
Mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

  • Raadplegingen: 57