Skip to main content

nr2 • 2024 • De Achttien en de Protestantse Kerk in Nederland

38e jaargang nr.  2 (maart 2024)
thema: Leve de kerk! Over haar verleden, heden en toekomst.

Piet de Jong en Bas Plaisier
De Achttien en de Protestantse Kerk in Nederland
Terugkijken op de kerkvereniging van 2004 met ds. Bob Poot

Op 12 december 2003 viel in Utrecht het besluit tot vereniging van de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken en de Evangelische Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden. De drie synoden vergaderden apart en besloten voor zich. Aan het eind van de middag hadden ze groen licht gegeven. 's Avonds werden tijdens een viering in de Domkerk de officiële handtekeningen gezet in het bijzijn van koningin Beatrix en andere hoogwaardigheidsbekleders.

Voor de kerken begon een intensieve voorbereidingstijd om de vereniging op 1 mei 2004 te kunnen laten plaatsvinden. Bas Plaisier kijkt er nog steeds met emotie op terug. Tot het uiterste werd gezocht om een scheuring te voorkomen. Het hervormde moderamen probeerde via ontmoetingen, gebedsmomenten met bezwaarde predikanten en overgangsbepalingen de kerk bijeen te houden. Vanaf 1 mei 2004 vormden de bezwaarden de latere Hersteld Hervormde Kerk.
Als synodelid zag ook Piet de Jong de scheuring zich voltrekken. Jarenlang werkte hij in de Commissie voor Bijzondere Zorg aan een rechtvaardige verdeling in gemeenten die uit elkaar gingen. Beide predikanten dragen hun ervaringen van blijdschap en verdriet nog met zich mee. Ze hadden er behoefte aan om over alles nog eens door te praten met de nestor van het Samen op Weg-proces: ds. Bob Poot. Hij behoorde in 1961 tot de groep van achttien gangmakers die 43 jaar later tot de vereniging zou leiden. Tijdens een bijeenkomst in Driebergen deden zij een officiële ‘Oproep’ aan alle leden van de hervormde en gereformeerde Kerken:
‘Ondergetekenden, een willekeurige groep van hervormden en gereformeerden, hebben op een bijeenkomst van 24 april 1961 unaniem als hun oordeel uitgesproken, dat de gescheidenheid van de hervormde en gereformeerde kerken niet langer geduld kan worden. Bewogen door de verwachting van het Rijk God en de opdracht der kerk in de wereld, zijn zij er gezamenlijk van overtuigd, dat naar eenwording gestreefd moet worden.’

Onder de Achttien waren bekende theologen als E.J. Beker, J. Monteban, H.M. Kuitert, L. van Ginkel, G. Lugtigheid en G. Toornvliet. De enige nog levende is ds. Bob Poot (1925). In 1988 ging hij met emeritaat, nadat hij de kerk gediend als predikant in Haaften, Middelharnis, bij Kerk en Wereld en in Groningen, Oud-Loosdrecht en Zoetermeer. Hij vierde recentelijk in Bodegraven zijn zeventigjarig ambtsjubileum. Een mooie gelegenheid om met hem terug te kijken op het proces van eenwording.

Achttien
Hoe was het mogelijk dat begin jaren ‘60 iemand vanuit de Gereformeerde Bond betrokken raakte bij het begin van Samen op Weg?
‘Ik was werkzaam op Kerk en Wereld als rector van de studentengemeenschap aan de Sociale Academie De Horst. Ds. Pop vroeg mij aanwezig te zijn bij een bijeenkomst met predikanten die betrokken waren bij evangelisatiebladen als de Open Deur en De Elisabethbode – ik was betrokken bij Echo. Het gesprek ging over coördinatie en samenwerking van die tijdschriften. Tijdens onze vergadering stond op een bepaald moment dominee G. Toornvliet op. Hij was aanwezig vanwege zijn Radio Bloemendaal en hield een vlammend betoog. Een heel indringend geestelijk verhaal met als kern: “Waar zijn we mee bezig? Gaat het niet om het onderliggende probleem: om de kerken die bij elkaar horen?” Nou, dat sloeg aan, ik herinner me dat heel goed. Het was alsof hij door de Geest bezield werd. Er ontstond een beweging: ”Ja, we moeten veel verder gaan dan alleen maar die blaadjes bij elkaar brengen.”
Zo is het begonnen, vanuit het evangelisatiewerk, met een belangrijke rol voor dominee Pop. Ik denk dat hij dacht: Poot is van de Bond, dan is er ook iemand van de Bond bij. Bij die achttien was ook een vrijzinnige dominee van de VPRO. We waren vogels van diverse pluimage, maar wel allemaal op een of andere manier bij het missionaire werk betrokken. Zoals studentenpredikant Harry Kuitert, toen nog onbekend en goed gereformeerd. Hij en ik waren de jongsten.’

Vandaar dus die zin ‘Bewogen door de verwachting van het Rijk Gods en de opdracht der Kerk’?
‘Precies, en ik wil duidelijk zeggen: de Achttien beoogden een lekenbeweging op gang te brengen. Het doel was “de communicatie van het evangelie” zoals Pop dat noemde, in samenhang met het gebed van Jezus in Johannes 17, dat wij één zouden zijn, opdat de wereld zal geloven dat Hij de Christus is. Dat was ons motief. De Achttien hebben nooit beoogd om kerkelijk te besturen.
Dat was ook de doelstelling van het congres een jaar later. Ik heb nooit meer een kerkelijke happening bijgewoond die zo enorm was. We hebben het als een feest ervaren: zo bijzonder! Er waren mensen die tranen stortten van vreugde omdat de hervormden en gereformeerden elkaar ontmoetten. Met name mensen die in Indonesië gewoond en gewerkt hadden. Zij hadden al met een kerk te maken gehad waarin hervormd en gereformeerd er niet meer zo toe deed. Ja, het is begonnen met het vlammende betoog van Toornvliet. Het heeft ook mij aangestoken. We ervoeren: wij zijn hier met elkaar één.’

De Achttien en de Gereformeerde Bond
Heeft de Gereformeerde Bond je aangemoedigd en ondersteund toen duidelijk was dat je een van de Achttien was?
‘Dat had ik wel gehoopt, helaas was dat niet zo. Ik besefte dat het goed zou zijn als de Bond zich met zijn kerkelijke gewicht bij het proces zou laten betrekken. De Bond en de IZB hadden mij ook gestimuleerd om daar te gaan werken en in het koninkrijk moet je ook weleens wat durven. Op een bepaald moment – ik weet niet of je dat moet opschrijven – werd ik op het matje geroepen voor een vergadering van het hoofdbestuur. Ik moest een soort verantwoording afleggen dat ik meedeed met de Achttien.’

Als lid van de Bond?
‘Ja, ik ben al lid vanaf mijn achttiende jaar en ben dat altijd gebleven. Misschien ben ik vandaag wel het oudste lid, zeker de oudste predikant. Het hoofdbestuur was niet blij. Ik zei tegen een van de leden: “Hoe kunt u mij ter verantwoording roepen omdat ik wil werken aan de eenheid van protestanten in Nederland, terwijl u lid bent van de ICCC (de conservatieve tegenhanger van de Wereldraad), met baptisten die tegen de kinderdoop zijn? Hoe kunt u mij kwalijk nemen dat ik samen op weg wil gaan met gereformeerden?” Toen zei die predikant: “Als jij stopt met de Achttien, stop ik met de ICCC.” Maar dat deed ik niet. Ik vond en vind dit nog steeds schandalig. Het was mijn innerlijke overtuiging. Dat je daarvan een ruilhandel wilt maken…’

Waarom waren ze zo negatief, terwijl ze theologisch zeer verwant waren?
‘Zij vreesden een andere spiritualiteit. Dit begon in de jaren ‘60, een tijd dat mensen alom mondig werden – dat speelde sterker in de Gereformeerde Kerken dan in de Hervormde Kerk. De gereformeerden zijn altijd mondiger kerkleden geweest en stonden sterker onder invloed van vragen op het gebied van Bijbeluitleg en ethiek. De Bond was bevreesd dat de instroom van gereformeerden ten koste zou gaan van het belijdend karakter van de Hervormde Kerk.
De Gereformeerde Bond en de Gereformeerde Kerken stonden op dezelfde grondslag van Schrift en belijdenis. Maar in de praktijk gaapte er een kloof, bijvoorbeeld door de bevindelijke prediking en het kerkgevoel. Omgekeerd laakten de gereformeerden ons omdat we in een kerk bleven met vrijzinnigen. Onder leiding van ds. Pop verschenen drie SoW-publicaties met lezingen en Bijbelstudies voor het grondvlak: Van kerken tot kerk, Aanvaardt elkander en De 18 en Nieuwland. Allemaal heel goed voor gespreksgroepen. Ik denk overigens dat ik de eerste was die de naam ‘Samen op Weg’ gebruikte, bij een lezing in Arnhem.’

Had je medestanders onder collega’s? Iedereen zag toch dat de wereld veranderde?
‘Dat weet ik niet. Ik heb op de weg die ik ging nooit enige support ondervonden, van wie dan ook. Besef wel dat de Bond in 1951 tegen de nieuwe kerkorde had gestemd. Er was geen interesse in de eenheid van kerken, ook niet bij de theologen van de Eigenwijs als Graafland, Meijers en Van der Velden. Zij zijn allemaal mijn vrienden geweest, maar ze hebben me hierover nooit bevraagd of gesteund. Het was voor mij een eenzame weg.’

Hoe het verder ging
Na die periode van de Achttien werd het stokje overgegeven aan de synodes.
‘Wij ervoeren dat het tij verliep. Wij wilden het kerkvolk in beweging brengen via gespreksgroepen en gemeenteavonden. Ons dreef een apostolair motief: de eenheid in Christus. Maar toen we het proces aan de kerkbestuurders overlieten, raakte het grondvlak uit het zicht. Dat is een grote fout geweest. In plaats van een geestelijke beweging werd het een moeizaam kerkordelijk proces.’

Voelden missionaire organisaties zoals de IZB en de GZB dan geen roeping in de Nederlandse samenleving en in de zending?
‘Ik heb nooit een behoefte aan samenwerking voor een gemeenschappelijke dienst in de wereld gemerkt waarbij Samen op Weg kansen zou kunnen geven. Tussen de gereformeerde en de GZB-zendelingen in Indonesië was samenwerking heel gewoon. Maar dat kon niet in Nederland. Ik kwam dus eigenlijk op een eenzame post terecht aan Academie De Horst.
Ik had niet zelf gevraagd om met de Achttien mee te doen. Maar ik sta er nog steeds achter. Ik hoopte op begrip om op die post kerkelijk en confessioneel betrokken te zijn. Maar het was vanuit de Bond steeds tegenhouden, vertragen, nee zeggen. Ik heb er met Jan van der Graaf veel over gecorrespondeerd – die correspondentie ligt er nog steeds.’

De opstelling van de Bond aan het einde van het Samen op Weg-proces verschilde dus niet zoveel met wat jij aan het begin hebt ervaren?
‘De gereformeerden zijn in die veertig jaar in een soort vrije val terechtgekomen. Achteraf kun je zeggen: waar de Bond bang voor was, is ook gebeurd. Je hoort de grote woorden van de gereformeerde reformatie nauwelijks meer in het midden van onze kerk. Het is vaak zo oppervlakkig.’

Heb je het gevoel dat de kerk aan het instorten is?
‘Jongens, de kerk stort helemaal niet in. De kerk gaat alleen maar door de oordelen en ballingschap van deze tijd heen. Wij hebben een Koning die niet zonder onderdanen kan zijn. We zitten aan Hem vast en daar zitten we goed. Maar dat wil niet zeggen dat we in de kerk altijd gloria zingen. Ik denk dat we te weinig beseffen dat we samen door een oordeel heen gaan. Dat heeft naar mijn overtuiging te maken met wat we de Joden hebben aangedaan. Ik zeg nu grote woorden.
Als ik nu kijk naar Samen op Weg, is er te weinig gedaan om naar elkaar toe te groeien. Als Achttien hadden we goede gesprekken met bijvoorbeeld Kuitert en Berkhof en vele anderen. Dat is gaandeweg weggeraakt, ook bij mij.’

Het heeft lang geduurd. In die veertig jaar hebben alle kerken – wij allemaal – te lijden gehad aan secularisatie en het totale transcendentieverlies.
‘Waar een oprecht belijden van de Schrift is, heeft men meer weerstand getoond om de gang van de cultuur te duiden en de confrontatie aan te gaan. Maar er zal altijd een kerk blijven in ons land. Of dat déze kerk zal zijn, weet ik niet. Alle samengaan, ook met andere gereformeerde kerken, is winst. Jammer dat zoveel hervormden ons verlieten bij de vereniging.’

Als je terugkijkt, zijn er dan ook niet veel hoopvolle dingen te zien? Op veel plaatsen heeft Samen op Weg noodlijdende gemeenten bij elkaar gebracht en is er nieuw elan ontstaan. Mensen hebben elkaar gevonden en zijn samen opnieuw begonnen. Bescheiden, maar wel in geloof.
‘Ik weet het. Laten we daarbij het gevoel voor de katholiciteit van de kerk van Christus bewaren, want dat mis ik nogal eens. Ik geloof een heilige katholieke kerk. Daar ligt mijn hart.’

Hier onderbrak mevrouw Poot ons gesprek. We stopten in stijl: met een broodje boerenkaas. Poot groeide op in Bodegraven als zoon van een kaashandelaar en van 1944 tot 1945 was hij ondergedoken op een kaasboerderij in de Alblasserwaard. Voor we weggingen droeg hij lied 967 uit het Liedboek voor:

Zonne der gerechtigheid, ga ons op in deze tijd (…)
Zie, Heer de verdeeldheid aan, die geen mens ooit helen kan.
Breng, o herder, in Gods naam uw verstrooide kudde saam (…)
Geef geloof aan wie Gij zendt, hoop en liefde, dat op ‘t eind
Wat met tranen werd gezaaid, met gejuich mag zijn gemaaid.
Erbarm u, Heer!

Drs. P.L. de Jong is emeritus predikant van de Protestantse Kerk en lid van de redactie van Kontekstueel. Mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..
Dr. B. Plaisier is emeritus predikant van de Protestantse Kerk en was scriba van de Samen op Weg-kerken bij de vereniging in 2004 en daarna tot 2008 van de Protestantse Kerk in Nederland. Mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..

 

  • Raadplegingen: 95