nr5 • 2014 • Interview met Wolter Rose
28e jaargang nr. 5 (mei 2014)
thema: Lastige liefde? Over homoseksualiteit en kerk
C.J. Bosch-Klapwijk en T.W.D. Prins-van den Bosch
Op reis door het landschap van Gods genade
Interview met Wolter Rose
Aan het eind van een lang en diepgravend interview is Wolter Rose nog helemaal niet uitgepraat. Mooie zeventiende-eeuwse muziek, sterke citaten uit de wetenschappelijke wereld en prachtige christelijke liedteksten blijven onbesproken, terwijl die voor Rose toch ook te maken hebben met zijn homoseksualiteit. Rose kiest zijn woorden zorgvuldig, merkbaar gehinderd door schroom, zich bewust van het feit dat ze gebruikt kunnen worden tegen homoseksuele broeders en zusters.
“Toch wil ik een stem geven aan al die mensen die er nooit over zullen schrijven en spreken.” “Ik was tweeëntwintig toen het kwartje viel. Vrij laat. Ik had nooit gevoelens voor meisjes gehad, maar begreep pas wat er aan de hand was toen ik als student plotseling verliefd werd. Het was een fantastische ervaring, alleen… het ging om een mannelijke medestudent. We kregen een onstuimige relatie. Na een jaar vertrok hij tijdelijk naar het buitenland, waardoor ik ruimte kreeg om na te denken. Ik dacht: waar ben ik mee bezig? Ik ben gaan studeren en kwam tot de conclusie dat een homoseksuele relatie geen optie is in het Koninkrijk van God. Toen heb ik de relatie verbroken.
Pas acht jaar later heb ik mijn ouders verteld dat ik homo was. Een kleine kring van vooral studiegenoten wist het al wel vanaf het begin. In 2006 ben ik publiekelijk uit de kast gekomen, toen ik ging schrijven onder eigen naam. Ik stelde mijzelf opnieuw de vraag: wat doe ik mezelf en anderen aan als ik kies voor een celibatair leven? Ik ben weer gaan studeren. Er bleek in twintig jaar veel meer bekend te zijn geworden over de Grieks-Romeinse cultuur, wat van belang is voor het begrijpen van de bijbelteksten over homoseksualiteit. Het vergt grote vaardigheid om die te interpreteren; dat moet je daarom met verschillende mensen doen. Hoe fragmentarisch het beeld ook is, ik denk dat het genoeg is om te weten dat je niet kunt stellen dat er in Paulus’ tijd geen duurzame seksuele relaties voorkwamen. Veel mensen durven op grond van de excessen in de Grieks-Romeinse wereld te stellen hoe homoseksualiteit eruit zag in die tijd, maar dat is net zoiets als enkel op basis van de Gay Pride Amsterdam conclusies te trekken over onze tijd.”
Je bent docent Semitische talen; levert je talenkennis hulp bij het begrijpen van de Bijbelteksten over homoseksualiteit?
”Bijzonder in het Oude Testament is dat beide partners strafbaar gesteld worden voor homoseksuele daden. Het beeld dat wij hebben van die tijd is nog fragmentarischer dan dat van de Grieks-Romeinse tijd. Over een periode van drieduizend jaar is uit Mesopotamië maar één juridische tekst bekend die, afwijzend, spreekt over seksueel contact tussen mannen. Zelfs als je die tekst in de oorspronkelijke taal kunt lezen, is het lastig vast te stellen of het gaat over vrijwillige seks of seks onder dwang.
Voor mij is Romeinen 1 belangrijk: Paulus gebruikt niet de woorden man en vrouw, maar mannelijk en vrouwelijk. Dat weet je niet als je de oorspronkelijke taal niet kent, dus ja, mijn talenkennis helpt mij hier. Paulus sluit ermee aan op Genesis 1 en Leviticus 20 en maakt met deze woorden zijn verbod zo algemeen mogelijk. De rolverdeling in de homoseksuele relatie, penetrator of gepenetreerde, is voor Paulus niet het belangrijkste criterium, terwijl dat in de toenmalige cultuur juist erg belangrijk was. De gepenetreerde werd veracht, vanwege zijn zwakke rol, terwijl de rol van penetrator werd geaccepteerd. Paulus stelt daartegenover dat seksuele omgang is bedoeld voor de relatie tussen man en vrouw. In een andere passage, 1 Korinthe 6, gaat het over beide partners in een seksuele relatie van twee mannen, de passieve en de actieve, hoewel je dat meestal vertaald ziet met schandknapen en knapenschenders – ten onrechte, vinden veel wetenschappers.”
Waarom zou God homoseksualiteit verbieden?
“Ik denk dat het belangrijk is dat een seksuele relatie niet per definitie en bij voorbaat is afgesloten voor het krijgen van kinderen. Verder ken ik geen duidelijke reden. Je hoort mensen vaak zeggen: ik zou het heel graag anders willen, maar het staat nu eenmaal zo in de Bijbel. Dat ergert mij. Alsof God in het algemeen goede wetten heeft gegeven, maar met dit kleine wetje een groep mensen het leven zuur probeert te maken. Zo heb ik God niet leren kennen. Het grote vraagteken blijft, maar laat onverlet dat God groot en goed is. Het stoort mij als mensen vraagtekens zetten bij de goedheid van God.”
Ben je de Bijbel anders gaan lezen in de loop van de tijd?
“Nou en of! Maar niet zozeer op het punt van ethische vragen over seksualiteit. Toen ik in ’87 koos voor het verbreken van de vriendschap, weigerde ik te geloven dat ik gedoemd was tot een ongelukkig leven. Ik ben toen begonnen aan een reis door het landschap van Gods genade. Ik reis er nog steeds in rond, hoewel ik huiverig ben om dit zo te vertellen. Het kan gebruikt worden als stok om andere homo’s te slaan. Op die reis is vergeving nog maar het begin. Niet: Jezus is voor mijn zonden gestorven, punt. Er zit veel meer in dat pakket. Hoe meer je uitpakt, hoe gelukkiger je wordt. Neem Romeinen 8:17; dat zegt mij veel meer dan het vaak abstract gebruikte woord navolging. Wat mij aanspreekt, is het samen met Christus erfgenaam zijn. Dat betekent ook dat we zullen delen in zijn lijden. Het Evangelie kent geen kleine lettertjes; je krijgt altijd met lijden te maken, voorspelt het. Dat staat in contrast met onze maakbaarheidscultuur waarin we voor elk lijden een oplossing bedenken. Het heilig leven is een krachtmeting, maar in de eerste plaats van de kracht van de Geest. Ik ben soms wanhopig, maar dan houd ik me daaraan vast.
De drie-eenheid is voor mij heel belangrijk geworden. Zij laat ons God in het hart kijken: al voor de schepping had God lief. Zijn liefde is belichaamd in de persoon van Jezus. Hij is de grootste schat uit het Evangelie. Je kunt een levensechte relatie met Hem hebben. In mijn beste momenten is dat een enorme kracht in mijn leven. Bepaalde liederen maken dat heel concreet voor mij, bijvoorbeeld gezang 90 uit het oude Liedboek. Dat sommige liedteksten waarvan ik houd erg piëtistisch zijn, maakt me niet uit.”
Zie je het als een taak je overtuiging uit te dragen?
“Het liefst zeg ik met Antoine Bodar: dit was mijn laatste interview over dit thema. Het geeft altijd veel spanning. Dat ik toch schrijf en spreek is omdat ik in discussies merk dat men denkt dat alle homo’s er hetzelfde over denken. Ik wil het bestaande beeld aanvullen. Ik wil stem geven aan al die mensen die er nooit over zullen schrijven en spreken. Lastig is dat sommige andere homo’s mij dat niet in dank afnemen. Ze vinden mijn overtuiging dat het Evangelie geen ruimte laat voor relaties, intolerant. Mensen zeggen zulke dingen meestal niet rechtstreeks, behalve dan de niet-homo die recht in mijn gezicht zei dat het geen optie is voor homo’s om alleen door het leven te gaan. Ik word heel boos van dat soort opmerkingen.”
Word je wel eens verliefd?
“Ja natuurlijk. Dat brengt verdriet en tranen. Als Jezus er dan niet was, zou ik in een verschrikkelijk gat vallen. In de film Des Hommes et des Dieux wordt die vraag gesteld aan een van de monniken. Zijn antwoord: ‘Ja, maar toen kwam er nog een veel grotere liefde in mijn leven en daaraan heb ik gevolg gegeven’. Jezus sleept mij door mijn moeilijke momenten heen. Ik kan mijn liefde aan Hem kwijt, al ben ik maar een halfslachtige liefhebber. Mijn nee zeggen tegen een relatie is ingebed in een groot ja zeggen tegen Jezus als Zoon van God.”
Hoe vind je het wanneer medechristenen wel een relatie aangaan?
“Vanwege Jezus en het Evangelie kan ik die keus niet meemaken. Paulus noemt in 1 Korintiërs 6 het omgaan van mannen met mannen als voorbeeld van seksueel gedrag dat leidt tot het niet beërven van het koninkrijk van God. God is barmhartig en liefdevol en dat kunnen we niet genoeg benadrukken, maar dat betekent niet dat je teksten moet wegdrukken. Als ik zou zeggen: het maakt niet uit, pleeg ik verraad aan mijn diepste overtuiging.
Ervaar je steun uit je gemeente?
“Mijn coming out in Nederland in 2006 leverde wat kaartjes op van zusters. Broeders reageerden eigenlijk niet, op een enkel woord na. Mijn predikant en zijn vrouw bieden mij veel gastvrijheid. Ik zou graag willen dat de schotten tussen getrouwden en ongetrouwden werden doorbroken. Soms ben ik heel verdrietig over het feit dat ik kinderen zie opgroeien in gezinnen waar ik nauwelijks of nooit over de vloer kom. Ik heb zo vrijwel nooit contact met kinderen en kinderen leren zo niet om te gaan met mensen die anders zijn in de gemeente. Op die manier wordt het patroon nooit doorbroken, terwijl dat voor jonge mensen heel belangrijk is. Als er een groot zwijgen is, kan dat een nadelig effect hebben op homoseksuele jongeren. Als zij zien dat er meer mensen zijn als zij, worden ze juist gesterkt.”
Hoe zou de kerk het beter kunnen doen?
“Eerherstel van het alleengaan is nodig. In de christelijke opvoeding blijft de deugd van het alleen zijn onderbelicht. Jezus was een ongetrouwde rabbi, wat ongehoord was in die tijd. Wat zegt dat ons? Wat is ons morele oordeel over niet trouwen? Vinden wij niet-getrouwden eigenlijk tweederangsburgers? Jezus definieert zijn naaste familie als ‘ieder die de wil doet van mijn Vader’. Hij regelt terwijl Hij aan het kruis hangt niet een van zijn broers om voor zijn moeder te zorgen, maar Johannes. Voor de christelijke gemeente is de uitdaging een nieuwe familie te vormen.”
Wat ergert je aan de discussie over homoseksualiteit in de kerk?
“Dat weinig mensen homoseksualiteit en Evangelie met elkaar verbinden. Mensen zijn slecht geïnformeerd over wat er in de Bijbel staat over homoseksualiteit. Als je niet verder komt dan verlegenheid, laat je veel liggen van het Evangelie. We staan niet met lege handen als we zeggen dat een homoseksuele relatie geen optie is. In het Evangelie en de persoon van Jezus hebben we zóveel in handen! Mijn geaardheid en keuze om zonder partner te leven, hebben mij in de armen van Jezus gedreven. Zonder Hem word ik gek.
Ook ergert het me dat zo weinig mensen zich realiseren dat homoseksualiteit over meer gaat dan over seks. Het gaat ook over hoe je je verhoudt tot mensen, over vriendschappen, genieten van schoonheid, omgaan met alleen zijn.
Het woord homofiel zou niet meer gebruikt moeten worden. Veel homo’s ervaren het woord als stigmatiserend. Het heeft een moreel oordeel in zich: als je dat woord gebruikt, geef je aan dat je van mening bent dat je tegen homoseksuele relaties bent. Ik wil niet in mijn eerste communicatie al een moreel oordeel vellen. Het woord homo daarentegen is prima, net als het woord gay.”
In een interview met Trouw gaf je aan lichamelijk contact ernstig te missen. Zouden broeders en zusters in deze behoefte kunnen voorzien?
“Je hoeft maar weinig te doen om uit te stralen dat homo’s niet welkom zijn. Maar de gemeente van Christus is mijn naaste familie. Mensen zouden er niet voor moeten terugschrikken wat intiemer te worden. Niet dat iedereen elkaar maar moet aanraken. De mate van aanraken is cultureel bepaald: in Nederland lopen vrouwen wel gearmd op straat, maar mannen niet, terwijl in India mannen gewoon hand in hand over straat lopen. Nog wel. Door de wereldwijde discussie over homoseksualiteit worden gewone vriendschapsrelaties steeds meer geproblematiseerd. Ik constateer aan de andere kant met vreugde dat mijn studenten onderling veel aanrakeriger zijn dan studenten vroeger. Zij doen het ook beter dan andere gemeenteleden wat betreft omgaan met homo’s. Een heftig moment beleefde ik toen ik met een student en zijn vijfjarige dochter over straat liep. Aan de ene kant gaf zij haar vader een hand, aan de andere kant mij. Het was voor het eerst in mijn leven dat ik hand in hand met iemand over straat liep.”
Wanneer ben je blij met je keus om zonder partner te leven en wanneer juist niet?
“Ik ben blij dat ik die keuze snel heb gemaakt. Er is een wereld opengegaan, Jezus is voor mij gaan leven. Ik zie dat veel homo’s de keuze voor zich uit schuiven. Spijt van mijn keus heb ik nooit gehad. Maar wel verdriet, momenten en seizoenen van somberheid. Ik vind het nu moeilijker om te gaan met het isolement en de eenzaamheid dan twintig jaar geleden. Toen zat ik midden in de studentenwereld en ervoer ik veel vriendschappen. Ik kom heel weinig in gezinnen. Als het me de afgelopen twintig jaar niet gelukt is diepe vriendschapsrelaties op te bouwen, gaat het er dan wel ooit van komen? Die gedachte vervult me met somberheid.”
Wolter Rose (1964) is universitair hoofddocent Semitische Talen en Geschiedenis en Cultuur van het Oude Nabije Oosten aan de Theologische Universiteit Kampen. Rose studeerde theologie aan deze universiteit, Semitische talen in Leiden en theologie in Oxford, waar hij in 1997 promoveerde op een studie over het Oude Testament. Sinds 2006 schrijft hij geregeld over homoseksualiteit en zijn keus te leven zonder partner. Rose is lid van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt).
Joke Bosch-Klapwijk is journalist te Amersfoort. Desiree Prins-van den Bosch is proponent binnen de PKN. Beide auteurs zijn redacteur van Kontekstueel.
Mailadressen:
Een citaat van de nieuwtestamenticus Luke Timothy Johnson: Die taak vraagt intellectuele eerlijkheid. Ik kan weinig geduld opbrengen voor pogingen de Schrift iets anders te laten zeggen dan wat ze zegt, met een beroep op details van taalkundige of culturele aard. […] Ik denk dat het belangrijk is helder te zeggen dat wij inderdaad de duidelijke geboden van de Schrift verwerpen, en ons beroepen op een ander gezag wanneer we uitspreken dat homoseksuele verbindingen heilig en goed kunnen zijn. Wat is dat gezag precies? We beroepen ons expliciet op het gewicht van onze eigen ervaring en de ervaring waar duizenden anderen getuige van zijn. Die ervaring vertelt ons dat wanneer we onze eigen seksuele geaardheid aanvaarden we in feite aanvaarden de manier waarop God ons geschapen heeft. zie: https://www.commonwealmagazine.org/homosexuality-church-1