nr2 • 2014 • In Memoriam: Ton van der Hoeven
29e jaargang nr. 2 (nov. 2014)
In Memoriam
Ton van der Hoeven
1957 – 2014
Een bijzonder collega is van ons heengegaan, Tobias H. van der Hoeven, zevenenvijftig jaar, ruim vijfentwintig jaar met hart en ziel, ernst en humor, gemeentepredikant geweest in Rijnsaterwoude, Schipluiden, Woerden en Voorburg. Op 19 september was ik aanwezig in de rouwdienst voorafgaande aan zijn begrafenis. Een zeer getuigende dienst, waarin alles sprak van Jezus Christus die heerst over de wateren, die een pad baant door de golven, die wandelt over de zee, die op ons toekomt van de Overkant, zodat wij mogen dansen aan het water, dansen aan de zee. Zondag 1, de enige troost in leven en in sterven, als aanvangswoord, een Kyrie van Elly en Rikkert, twee ontroerende toespraken van de oudste zoon, Tobias, en Tons zus, zo dankbaar voor de liefde van haar sterke broer in een ouderlijk huis vol tragisch familieverdriet, een prachtige preek van ds. Margreet Klokke, die teer de liefde van Ton voor zijn Heer en Verlosser tekende en het waarom daarvan schetste, de mooie gebeden van collega Adrie Sterrenburg, een lied van Bløf dat een getuigenis werd, een afsluitend lied van Johannes de Heer, over de engelen die Ton thuishalen. Het klopte allemaal, en in alles klopte het hart van het Evangelie en de hartstocht daarvoor van Ton van der Hoeven.
Er lag beslag op de aanwezigen. Ik zag veel ontroering om mij heen. Er ging getuigenis uit van dit sterven. Ik was dankbaar dat ik er was en zal dit alles niet gauw vergeten. Het was in die klassieke betekenis ‘jaloers makend’. Dat de kracht van de opstanding en het leven Gerda en haar kinderen telkens opnieuw veerkracht zullen geven om op te staan en verder te gaan.
Ton was erbij toen wij Kontekstueel oprichtten in 1986 en was vele jaren lid van de redactie. Confessioneel én creatief, orthodox én modern, kerkelijk én non-conformistisch, dominee én man uit en van het volk, humoristisch maar met de traan van de clown, van God geleerd en gepromoveerd op het beeld van de Satan.
Dat was Ton. Niet dominee-doorsnee. Na ons beider vertrek uit de redactie zag ik hem in tien jaar twee keer. Eenmaal voor een lezing op Hydepark over zijn dissertatie. Hij verscheen in een wit spijkerpak op gymschoenen, herinnerde zich Kees van Ekris, destijds vicaris bij Ton en een van de dragers van de kist. De tweede keer was in de zomer van 2004/5, nog voor de bacterie-infectie aan zijn voet hem voorgoed gehandicapt maakte. Hij was met een groep ouderen met een lichamelijke handicap in het Roosevelthuis, gevestigd op Hydepark. In een oude korte broek, op gympies liep hij achter een rolstoel met daarin een zeer gehandicapte man.
Ik stond achter het raam van mijn werkkamer van het theologisch seminarium. We zwaaiden naar elkaar. Ik weet nog dat ik dacht: ‘Daar loopt een vrij en onafhankelijk mens’. Een mooi kind van God, denk ik er nu bij. In 2013 verving ik hem voor het eerst in Voorburg in een kerkdienst. Ik zag hem toen terug, en schrok, zo mager. Bij een tweede keer dronk ik een kop koffie in de pastorie. Daarna nog een keer een brief en toen zijn begrafenis. Daar vielen vele dingen op hun plek.
“Ik ontmoette Ton helemaal niet zo vaak, maar ik weet nu al dat ik hem zal missen”, schreef Margreet Klokke in een mail, toen ik haar bedankte voor de preek. Het is gek, maar hetzelfde geldt voor mij. We wensen Gerda en de kinderen die hem alle dagen zullen missen, de troost van Zondag 1 toe.
Dr. Bert de Leede is senior docent Homiletiek en onderzoeker aan de Protestantse Theologische Universiteit.
Mailadres: