Skip to main content

nr4 • 2015 • Laatst geboekt

29e jaargang nr. 4 (mrt. 2015)
thema: Brandpunten van de verkondiging

Laatst geboekt
Familie: tussen lot en keuze
M.E. Brak

Kort voordat ik dit begon te schrijven zag ik de huldiging in Thialf in Heerenveen van de schaatser Shani Davis, een Afro-Amerikaan. Tussen alle witmensen een buitenbeentje, maar volkomen gelijkwaardig. Voor ons vanzelfsprekend. Maar hoe kort is dat nog maar het geval? Het Amerikaanse volkslied weerklonk en de stars-and-stripes werd gehesen. Voor hem!

Het kwam door het boek dat ik net gelezen had, dat ik me afvroeg wat hij van zijn voorouders weet: waren zij slaven of immigranten? Davis durfde ooit een uitnodiging van president Bush voor een ontvangst op het Witte Huis af te slaan. Hij is een onafhankelijke geest. Dat waren slaven niet zelden: lijfelijk geknecht, maar geestelijk vrij.

Witte vleugels, zwarte vleugels
Het is 1805. South Carolina, Amerika. Een slaaf moest zo ongeveer als de Heilige Geest zijn: je ziet hem niet, je hoort hem niet, maar hij hangt altijd om je heen, klaar om je te dienen (pag. 12). Het kinderrijke gezin van rechter Grimké heeft een hele schare slaven in en om het huis (en elders op de familieplantage). Dochter Sarah krijgt op haar elfde verjaardag van haar moeder het slavinnetje Handful in eigendom. De meisjes zijn aan elkaar gewaagd wat eigenzinnigheid betreft. Mevrouw Grimké doet alles wat van een vrouw in haar positie verwacht wordt: kinderen baren, een druk sociaal leven leiden en met krachtige hand een omvangrijk huishouden besturen. Sarah steekt in een ander vel. Ze verslindt boeken uit de bibliotheek van haar vader, wil advocaat worden (onmogelijk voor een vrouw) en leert stiekem Handful lezen. Streng verboden, want slaven moeten dom gehouden worden. Gevolg: Handful krijgt een zweepslag en Sarah mag de bibliotheek niet meer in. Het is het begin van de niet aflatende strijd tussen Sarah en haar ouders.
De moeder van Handful, slavin en weduwe Charlotte, is een genie met naald en draad en Handful niet minder. Daardoor kunnen zij zich iets meer permitteren dan andere slaven, want de japonnen van mevrouw Grimké verslaan met glans die van haar vriendinnen. Beiden hebben echter toch wrede lijfstraffen ondergaan, met blijvend letsel aan een been. Als Charlotte op straat niet opzij gaat voor een blanke dame en opgepakt wordt weet ze te ontvluchten. Ze is dan zwanger van een vrije slaaf. Al eerder heeft ze Sarah laten beloven ervoor te zorgen dat Handful ooit vrij zal zijn. Met die last gaat Sarah het leven door. Haar onafhankelijke geest tast haar plichtsgevoel niet aan: als haar vader ziek wordt, gaat ze met hem op reis voor zijn gezondheid. Op zijn sterfbed komen ze elkaar nader als hij zegt: 'Dacht je dat ik niet wist dat het hebzucht was die me ervan weerhield mijn geweten te volgen, net als jij? Onze hele manier van leven hing af van de slaven.'
Kerk en geloof spelen een belangrijke rol. Handful belandt in een slavenkerk, waar vol overgave bijbelliederen van bevrijding gezongen worden. Maar die bevrijding moeten ze volgens de voorganger zelf voor elkaar krijgen, want 'de Heer heeft alleen onze handen en voeten'. Sarah komt in aanraking met Quakers (bij wie het gaat om innerlijk licht en stilte), bestrijders van de slavernij. Ze is bedrogen door haar verloofde en er komt een nieuwe liefde op haar pad. Maar ook die brengt strijd met zich mee. Haar 12 jaar jongere zusje Nina, recalcitranter nog dan zij en ook fel tegenstander van de slavernij, ontvlucht eveneens het ouderlijk huis en komt bij haar wonen. Handful mist nu hun bescherming in huize Grimké en blijft op zoek naar haar moeder.
35 jaar volg je in dit boek de levens van twee vrouwen, in elkaar afwisselende hoofdstukken over Sarah en Handful. De roman is gebaseerd op de werkelijke geschiedenis van Sarah en Angelina Grimké. Zij voerden niet alleen strijd tégen de slavernij, maar ook vóór gelijke vrouwenrechten. Het pamflet 'American Slaverny As It Was' van Sarah was de meest verbreide publicatie tegen de slavernij tot 'De negerhut van Oom Tom' van Harriet Beecher Stowe verscheen. 'Witte vleugels, zwarte vleugels' lijkt me zeer geschikt voor leesclubs. Het is een beetje een vrouwenboek, maar leeskringen bestaan toch vooral uit vrouwen?

Horizon City
Op de achterkant van dit boek staat: Jaap Scholten schuift persoonlijke lotgevallen en wereldgeschiedenis naadloos in elkaar. Dat is natuurlijk reclame, maar het is waar, zo weet ik uit zijn vorige boek 'Kameraad Baron', waarin hij schrijft over de ondergang van de ooit bloeiende Transsylvaanse aristocratie. Door zijn huwelijk met een telg uit die kring kreeg hij toegang tot nazaten. Scholten woont met zijn gezin in Boedapest. Zelf is hij niet van adel, maar bepaald niet 'van de straat'. Zowel vader als moeder stamt af van Twentse grootindustriëlen als Scholten, Stork en Van Heek. Evenals de Hongaarse aristocratie grotendeels teloor gegaan, maar er zijn gelukkig nazaten zoals Jaap Scholten die de geschiedenis redden. In dit geval maar ternauwernood, want toen een familievilla afbrandde ging veel materiaal verloren. Plotseling krijgt Scholten in 2012 echter een koffertje met een schat aan documenten, brieven en foto's uit de familie bezorgd. Het leverde een boek op dat als een waterval over je heen komt.
Mijn eigen familie is er een van 'kleine luyden', maar ook zij schreven veel en ook ik kreeg onlangs een doos vol materiaal van generaties terug in handen. De opwinding van Scholten over het koffertje deel ik dus helemaal en ook wat hij schrijft: De familie als clan. Het familiegevoel was allesoverheersend en allesbepalend. Het individu was ondergeschikt aan de groep en het groepsbelang. Dat blijft natuurlijk niet zonder gevolgen voor de karakters en het leven van die individuen. Er zijn er ook altijd die zich buiten de paden wagen en hun streven naar onafhankelijkheid intrigeert Scholten. Zoals de vrijgezelle tante Anna, voor wie de familie – nadat zij uitnodigingen heeft verzonden voor een gefakete huwelijkssluiting - opname regelt in het Zwitserse sanatorium Bellevue, wat dan weer een tijdsbeeld van de psychoanalyse oplevert. Of oudoom Charles (alias Chuck) Stork, die op avontuur gaat in Amerika, daar enorme successen boekt en ten slotte volkomen aan lager wal eindigt. Boeiend is ook het verhaal over de Duitse minister Albert Speer, die in 1944 met zijn gezin intrek neemt op Slot Goyen in Merano, het geconfisqueerde buitenhuis van de familie Van Heek / Scholten.
Voor liefhebbers van geschiedenis, die ook nog eens geïntrigeerd zijn door het raadsel dat familie heet, is dit boek een absolute aanrader. Niet geschikt voor leeskringen, want dat zouden chaotische discussies worden...

Oogst
Hoewel de door de schrijver in dit boek opgevoerde verteller Walter Torsk als buitenstaander een soort Geert Mak in Jorwerd is, gaat dat niet helemaal op, want door zijn huwelijk met de inmiddels overleden Cecily is hij toch opgenomen in het dorp zonder naam. In welke tijd het verhaal speelt wordt niet duidelijk. Men leeft er op het ritme van ploegen, zaaien en oogsten. Over de landheer valt weinig te klagen. Na elke oogst zorgt hij voor een feest waar het bier rijkelijk vloeit. Maar dit jaar wordt er brand gesticht en dat leidt tot tweedracht tussen het geringe inwonertal van het gehucht. Waren het dorpsjongens onder invloed van hallucinerende paddenstoelen of zijn de drie nieuwkomers, onder wie een mooie jonge vrouw, de schuldigen? Het is het begin van nog meer onrust. Die ontstaat door de komst van een kaartenmaker, die de landheer inhuurt om zijn land te laten opmeten. Wellicht om te verkopen? Dat lijkt bevestigd als zich een rijke neef van de landheer aandient die grootse plannen heeft: het land moet geherstructureerd worden. En dat is iets totaal anders dan de ruilverkaveling die ik uit mijn geboortedorp ken...
De schrijver tekent het als een rasechte inval van het kapitalisme. Landbouwgrond en bomen moeten wijken voor weidegrond met schapen, want wol groeit ook door in het donker. Arbeiders zijn nauwelijks meer nodig. Een andere actualiteit is dat vreemdelingen als criminelen worden gezien en dat angst voor het onbekende de rijen doet sluiten. Er gebeurt meer in het boek, maar dat moet ik hier niet 'weggeven'. De natuur en het landschap krijgen meer nadruk dan de karakters. Het verbaasde me daarom enerzijds dat ik zo voor dit boek viel, want met natuur heb ik niet zo veel. (Als vrienden me dat horen zeggen, kijken ze me verbijsterd aan – elke gepensioneerde fietst en wandelt toch...) Anderzijds is mijn enthousiasme wel te verklaren: zulke mooie woorden en prachtige zinnen (knappe vertaling!) zijn een weldaad. Laat me iets citeren, waarmee ik meteen ook laat zien hoe de bevolking over God denkt: Op het lapje grond dat bestemd was voor een kerk liggen enkel onze talrijke graven (...) Tot nu toe heeft niemand tijd gemaakt om een funderingssleuf te graven, om zelfs maar één vuursteen te rapen of een bak mortel te mengen voor de muren van onze kerk. We wagen het niet te zeggen dat we onszelf buiten het koninkrijk Gods rekenen, maar we drukken ons niet te dicht aan zijn boezem; we zijn onder handbereik. Hij beroert, ons maar oppervlakkig. We werken broederlijk samen met soorten die kakelen, knorren en loeien, maar nooit met de Vader die ons en hen heeft geschapen. Ik heb hem nog nooit naast ons voelen staan met zijn sikkel in de hand. Ik heb hem nog nooit de ploeg wat lichter voelen maken. Nee, we durven best te denken – en in besloten kring zelfs te zeggen – dat er geen gerst zou zijn als we het aan de Heer overlieten, geen sprietje. (...) We kunnen geen priester onderhouden. We zouden een te kleine, onbeduidende kudde zijn. Onze ergernis zou onze eerbied verduisteren. Daarom leven we onafhankelijk maar niet ongodsdienstig voort, waarbij we onszelf er liever niet te vaak aan herinneren dat er een hemel en een hel bestaan en dat veel van wat wij gewoon vinden in feite een zonde is. (Pag. 50-51)
Of dit boek ook onder de noemer familie valt? Jazeker, iedereen in het dorp is familie van elkaar. Dat geldt ook van de landheer en de verteller, en van de landheer en de kapitalist die het dorp inkomt. In elk van de drie hier besproken boeken zie je het: familiepatronen blijven terugkeren en het is zwaar je eraan te ontworstelen. Nu ik in mijn eigen familiegeschiedenis ben gedoken – ja, je moet wat als je niet van de natuur houdt – realiseer ik me meer dan ooit: het is balanceren tussen lot en keuze. En als christen zoek ik dan ook nog naar de hand van God in dat alles.
Is 'Oogst' iets voor leeskringen? Nou en of!

Naar aanleiding van:
Sue Monk Kidd, Witte vleugels, zwarte vleugels, 432 pag., The House of Books 2014
Jaap Scholten, Horizon City, 480 pag., AFDH Uitgevers 2014
Jim Crace, Oogst, vert. Regina Willemse, 248 pag., De Geus 2014

Marja Brak is actief voor de lokale Raad van Kerken en doet de PR voor de monumentale Sint-Joriskerk in Amersfoort.
Mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Om dit nummer te bestellen, klik hier

 

  • Raadplegingen: 7454