Skip to main content

nr1 • 2015 • binnenste buiten

30e jaargang nr. 1 (september 2015)
thema: Pionieren: vrucht of vlucht?

Binnenste buiten: pionieren in Amsterdam
R.J. van Ark

Na afloop van de kerkdienst in de Amsterdamse kerk waar ik zoals vaker de organist was, mort een flink aantal gemeenteleden over de preek. De ingevlogen predikant uit een naburige stad heeft niet iedereen weten te inspireren met zijn nogal pessimistische verhaal over de toekomst van de protestantse kerken.

Leegloop, vergrijzing, steeds meer in zichzelf gekeerd, afnemende inkomsten en moedeloosheid. Waar doen we het allemaal nog voor? De hoop is gevestigd op het mosterdzaadje, we moeten vertrouwen op de geest, het koninkrijk Gods zal zich op een onverwachte manier manifesteren. “Maar aan onze werken zal het niet te danken zijn, al moeten we vooral doorgaan met frisse moed”, voegt hij er aan het eind nog wel haastig aan toe. Ook ik voel me niet aangesproken, als ik zie wat ik er van onthouden heb - vast flink vertekend met mijn Amsterdamse bril op. Nee, wij Amsterdammers houden niet van dat pessimisme, wij geloven er wel in. Het heil begint in de stad, en met name bij de Protestantse Kerk van Amsterdam - een lesje in bescheidenheid is ook voor mij geen overbodige luxe.

Wat goed gaat
En inderdaad, er zijn wel redenen om te denken dat het de goede kant op gaat in Amsterdam. De grote leegloop van de PKN-kerken is gestopt, de inkomsten uit levend geld stijgen zelfs iets. En dan hebben we de mooie basis van een stevig vermogen, hoewel…
En we vernieuwen en pionieren wat af, dankzij dat geld, maar zeker ook dankzij de geest die er waait. Een beetje trots zijn we wel. Zo’n twintig vernieuwingsprojecten verdeeld over de drieëntwintig lokale kerken en plekken, groot, klein en een aantal met landelijke bekendheid, zoals de Preek van de leek, Zingeving op de Zuidas, Kerk op IJburg en de gay kerkdiensten tijdens de Canalpride en Pink Christmas.

Waar we staan
Nu we in Amsterdam zo’n jaar of zeven bezig zijn met deze experimenten, is het wel tijd om te zien waar we nu staan. Vorig jaar mei kwamen we bij elkaar op de Zuidas om ons deze vraag te stellen, een prachtig voorbeeld van hoe het kan. Velen die werkzaam zijn in die bankenzone maken nu regelmatig gebruik van de activiteiten die het project onder leiding van dominee Ruben van Zwieten aanbiedt. Bedrijven betalen voor ‘geestelijke’ fitness en betalen voor het formuleren van ethische mission statements en de uitwerking daarvan. Het project staat inmiddels op eigen benen, heet nu ‘De Nieuwe Poort’, is financieel vrijwel onafhankelijk van de PKA, en genereert veel publiciteit. Het kan dus! De formule: kijk goed om je heen waar je bent, wie daar zijn, wat dat deel van de samenleving bezighoudt en waar dat raakt aan (Bijbelse) zingeving. Eén van de belangrijkste conclusies tijdens de conferentie was dan ook dat zichtbaarheid bij en deelname van personen en groepen die op afstand staan van de traditionele kerk één van de belangrijkste successen is die we kunnen bereiken met vernieuwen en pionieren.

Wat er niet goed gaat
Tegelijk is het aantal pioniersprojecten die zich kan verheugen in een dergelijk resultaat in Amsterdam zeer beperkt. Soms was het een goed idee, maar met weinig impact in termen van geld, deelname of zichtbaarheid. De meeste projecten landen niet in een bestaande kerkelijke gemeente, ook de Zuidas niet. Vrijwel niet één project staat financieel op eigen benen. Veel projecten draaien bij de gratie van één of enkele sterke en gedreven professionals en zodra die weg vallen wordt het spannend wie dat kan overpakken. Als we de meetlat eerlijk langs de projecten leggen, dan hebben minstens we nog veel te leren en moeten me voorlopig maar blijven vertrouwen op de wind waarmee het mosterdzaadje ooit komt aanwaaien.

Een parallelle koers
Maar dat doen we niet. Vanzelf zal het niet lukken. Daarom hebben we als PKA sinds enkele jaren naast de pioniersprojecten nog een andere lijn ingezet, en die noemen we ‘Koers’. Die lijn gaat ervan uit dat naast pionieren en de inspiratie de we geven en krijgen door naar buiten te kijken, we ook van binnenuit moeten vernieuwen. De bestaande kracht binnen de huidige kerken willen we benutten om ook van daaruit meer zichtbaarheid en presentie te creëren. De gedachte dat we in een stad als Amsterdam elke zondag en door de week op drieëntwintig plekken min of meer hetzelfde programma draaien voor een relatief kleine groep incrowd, terwijl we interen op ons vermogen, geeft voldoende aanleiding het gesprek aan te gaan of dat niet anders kan en anders moet. Eigenlijk is iedereen het daar wel over eens.

Urgenties
Vanuit de vraag waar we staan in 2025 onderkennen we drie urgenties. Ten eerste een geestelijke urgentie, die vraagt dat we het verhaal van God met mensen in elke tijd en op elke plaats opnieuw vertellen, vertalen, in woorden en werken. De tweede urgentie is zichtbaarheid en presentie: naast die drieëntwintig plekken willen we meer, en zichtbaarder, groter en kleiner, veelkleuriger en meer divers. Dat kan geen van de drieëntwintig kerken in haar eentje, noch vanuit financieel noch vanuit personeel oogpunt. Meer zichtbaarheid vraagt om solidariteit en samenwerking, niet als leeg en vermoeiend vergaderconcept, maar door als kerken in een buurt of in een ander samenwerkingsverband concreet dingen samen te doen. Het mooie is, in pioniersprojecten wordt al op deze manier samengewerkt! Niet gemakkelijk, maar wel noodzakelijk!
De derde urgentie is de financiële. Het beschikken over een ruim vermogen - dat ons in de goede jaren in staat stelt gewoon door te gaan met alles zonder dat het slinkt, en in magere jaren een flinke buffer vormt waar we lang op kunnen teren - geeft een verkeerde dynamiek. We worden lui en laks en schuiven de echte beslissingen vooruit.

Spannende balans
Het Koersproject, met de parallelle sporen van vernieuwing via projecten en vernieuwing vanuit de bestaande wijkkerken, is niet gemakkelijk. Het raakt de bestaande structuur, het zaagt aan poten van eigenheid en identiteit en soms zwaar bevochten stabiliteit. Samenwerken is prima, wordt door sommigen gezegd, maar niet gedwongen en niet met iedereen. En waarom niet eerst spreken over een stevig theologisch fundament, en op basis daarvan zien we wel verder. Maar worden we het daar dan ooit over eens? Ziehier de spannende balans van de vernieuwing in Amsterdam, leerzaam en hoopgevend tegelijk. Hoop putte ik dan weer uit de preek die ik onlangs hoorde over de werkers in de wijngaard, met zeven maal het woord ‘blijven’ daarin, de oproep om door te gaan tot het einde, omdat het stugge volhouden op veel manieren loont.

Maar het moet lukken
Concreet leer ik in Amsterdam dat de noodzaak te vernieuwen alleen tot resultaat kan komen als de pioniers buiten, en de werkers binnen elkaar ontmoeten, samen gaan, vanuit een ‘ongemakkelijk’ gevoel dat het anders moet, zonder precies te weten wat en hoe. Dat is de enige manier om dat pad met elkaar te bewandelen.
U vindt na het artikel van ds. Bas van der Graaf nog een lijstje dat is gebruikt tijdens die conferentie in mei vorig jaar, om te bepalen welke factoren een project tot een succes maken. De eerste helft scoorde in Amsterdam hoger dan de tweede helft. Maar ook hier geldt, om nog éénmaal een bijbels citaat te gebruiken over de werkers in de Wijngaard: de laatsten zullen de eersten zijn.

Drs. Rijk van Ark is voorzitter van de algemene kerkenraad Protestantse Kerk Amsterdam. Mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.