nr3 • 2018 • Vreugde en pijn van oecumene
32e jaargang nr. 3 (jan. 2018)
thema: Kennismaking met Oriëntaals-orthodox christendom
W. Dekker
Vreugde en pijn van oecumene
Met vreugde heb ik in de afgelopen tijd gewerkt aan het samenstellen van het nummer van Kontekstueel, dat u thans in handen hebt. Het begon er voor mij mee, dat ik het boek van Jaap van Slageren over Oriëntaals-Orthodoxe kerken in Nederland op mijn verjaardag kreeg. Dat is een zeer mooi uitgegeven en informatief boek.
Eigenlijk begon het voor mij nog eerder, want de reden dat ik het boek op mijn verlanglijstje had staan, was het lezen van de preek van de Syrisch-Orthodoxe George Acis, waarmee dit nummer opent. Die preek staat in een bundel Paaspreken, uitgegeven door de Raad van Kerken in Nederland. Zelf ben ik al jaren lid van de Beraadgroep Geloven en Kerkelijke Gemeenschap van deze Raad en als zodanig was mij gevraagd een nabeschouwing voor deze bundel te schrijven. Ik werd getroffen door een sterke verwantschap die ik met deze Syrisch-Orthodoxe voorganger voelde in de kern van het christelijke getuigenis: Wat betekent het geloof in de opgestane Heer vandaag voor ons? Het boek geeft een heel mooie dwarsdoorsnede van wat in de breedte van de kerken in Nederland wordt geloofd en beleden. Ik ontdekte echter opnieuw wat ik al wel wist, dat die breedte wel heel erg breed is. Een aantal keren vroeg ik me sterk af of er nog een inhoudelijke verbinding was met het geloof van de kerk der eeuwen. Met name gold dat een aantal bijdragen uit het protestantse spectrum van kerken. In ieder geval werkte de ontdekking ontregelend dat ik meer verwantschap proefde met de Syrisch-Orthodoxe insteek, dan met die van sommige protestantse collega’s, maar ook nieuwsgierig makend.
Intussen was ik ook aanwezig bij een door de Raad van Kerken georganiseerde ontmoeting met Oosters-Orthodoxe en Oriëntaals-Orthodoxe Kerken waar Theodoor van der Voort aan refereert in zijn artikel. Van der Voort noemt het opmerkelijk dat de Raad van Kerken in Nederland met de Orthodoxe Kerk is begonnen, in zijn onderzoek naar aspecten van het kerkelijk leven binnen de verschillende kerkfamilies die een stimulans zouden kunnen bieden voor de Nederlandse kerken in het algemeen. Zo langzamerhand begin ik daar echter wel meer van te begrijpen. De Nederlandse kerken lijden aan een sterke spirituele bloedarmoede, ze staan dermate open naar de cultuur, dat ze eerst door het rationalisme van de moderne tijd zijn verknoeid en nu nog weer door het subjectivisme van de postmoderne tijd verder aan betekenis dreigen in te boeten. Kennismaking met de eeuwenoude Orthodoxe tradities doet de vraag stellen wat het geheim is van hun regeneratieve kracht te midden van alle stormen, die cultureel en politiek over hen heen zijn gegaan.
Over het spanningsveld dat hier ligt schrijft Willem Jan de Wit in dit nummer heel eerlijk, verre van idealistisch, maar tegelijk stimulerend om werk te maken van de ontmoeting. Hij spreekt van een bloeiende Koptische Kerk, waarmee je diepe geloofsverbondenheid kunt proeven. Tegelijk ben je soms verbijsterd over het bijgeloof en lijd je er pijn aan, dat er niet alleen geen eucharistische gastvrijheid is, maar zelfs geen wederzijdse dooperkenning. Hij eindigt met de wens uit te spreken, dat de orthodoxe migrantengemeenschappen in ons land open zullen staan voor een gemeenschappelijk leerproces tussen Protestanten en Orthodoxen. Bij die wens sluit ik me van harte aan. De oecumene kan niet zonder de Orthodoxie. Deze heeft de oudste papieren van de christenheid. Daarmee is niet alles gezegd, maar wel zoveel dat we in ieder geval met Willem Jan ‘de Oriëntaals-orthodoxe kerkfamilie als medelidmaat van het verscheurde lichaam van Christus zien’.
Dr. Wim Dekker is emeritus predikant (PKN) te Oosterwolde (Gld.) en redacteur van Kontekstueel. Mailadres:
- Raadplegingen: 3009