Skip to main content

nr1 • 2018 • Kroniek

33e jaargang nr. 1 (sept. 2018)
thema: Nazomerdialogen

J. Wienen
Kroniek
De waarheid zeggen

Onlangs vroeg de gemeente Deventer aan de inwoners om mee te denken over een nieuwe burgemeester. Wat voor soort burgemeester wilden ze graag hebben? Dat is tegenwoordig een gebruikelijke procedure. Opmerkelijk was een bijdrage met het verzoek dat de nieuwe burgemeester bij voorkeur ongodsdienstig zou moeten zijn. Eerst denk je even: ach, dat is een variant op de wens dat het een christen moet zijn, of zelfs een protestantse christen. Die wens kom je ook wel tegen. Al is het tegenwoordig heel voorzichtig. De gemeente Katwijk zocht twee jaar geleden naar een burgemeester die zich betrokken voelt bij de christelijke levensopvatting. En in de meest kerkelijke gemeente van Nederland, Urk, werd dertien jaar geleden gevraagd om een burgemeester van protestants-christelijke huize.

Die affiniteit met een bepaalde levensovertuiging was zeker in het verleden in bepaalde gemeenten een issue. Als je het verzoek in Deventer als een variant daarvan opvat, is het niet zo bijzonder. Meer een beetje ouderwets, omdat dit gebruik duidelijk op z’n retour is. Toch denk ik dat er wat meer aan de hand is. Het pleidooi was afkomstig van het Humanistisch Verbond. De landelijke website maakt duidelijk dat het Humanistisch Verbond zich inzet voor vrije meningsuiting, zelfbeschikking, vrijheid en gelijke behandeling en een humane, tolerante samenleving. In Deventer is er een actieve afdeling die dus heeft meegedacht over de profielschets voor een nieuwe burgemeester. Je zou denken dat ze in de eerste plaats pleiten voor een open en verdraagzame burgemeester. Maar nee, de afdeling heeft als eerste wens: de kandidaat is bij voorkeur ongodsdienstig. “We vinden het heel belangrijk dat een burgemeester de bevolking weerspiegelt waar hij burgemeester van is. In Deventer is zestig procent van de bevolking niet gelovig,“ betoogt voorzitter Metselaar. Hij meent ook dat de scheiding tussen kerk en staat niet altijd even duidelijk gehanteerd wordt door gelovige burgemeesters. “Wij weten uit ervaring dat humanisten niet betrokken worden bij de vraag over hoe de nazorg bij grote calamiteiten geregeld moet worden, en de kerk wel.”

Het gaat er niet om dat de nieuwe burgemeester affiniteit heeft met de overtuiging van de meeste inwoners, maar dat hij of zij die niet heeft met de overtuiging van een minderheid. Een overtuiging die de meeste inwoners niet hebben, zou de burgemeester ook niet mogen hebben. Dat is een merkwaardige wens van het Humanistisch Verbond in Deventer. Er wordt niet iets positiefs gevraagd, maar iets negatiefs. Hij mag niet godsdienstig zijn. Bij voorkeur geen christen en geen moslim of hindoe of andersgelovige. Meestal wordt dat discriminatie genoemd. Hoe zou het voelen als er gevraagd werd om een burgemeester die niet zwart is, want de meerderheid van de bevolking is blank, of om een burgemeester die geen lid is van het Humanistisch Verbond, want de meerderheid van de bevolking is daar niet bij aangesloten? Het is een beetje treurig dat een organisatie die zichzelf afficheert als opkomend voor vrije meningsuiting en gelijke behandeling, een humane en tolerante samenleving, zich zo laat kennen. Vragen om een burgemeester die affiniteit heeft met opvattingen is één ding, maar vragen om een burgemeester die in ieder geval niet godsdienstig is, is iets heel anders.

Tegelijk vraagt de afdeling om een kandidaat “die geheel onafhankelijk, dan wel zich boven de partijen stelt wanneer het gaat over de veelkleurige levensbeschouwelijke staalkaart van onze gemeente.” Kennelijk heeft de afdeling van het Humanistisch Verbond er weinig fiducie in dat een godsdienstig mens zo onafhankelijk kan zijn en zich zo boven de partijen kan opstellen. De afdeling maakt ook duidelijk wat die onafhankelijkheid inhoudt: “De overheid en dienaren van die overheid dienen het seculiere karakter van dezelfde overheid te bewaken.”

Deze benadering kom ik wel vaker tegen. Ik kreeg een tijdje geleden een vraag van een rechtenstudente die zich afvroeg hoe je als christen nu burgemeester kon zijn, want een burgemeester moest toch boven de partijen staan en dat kon een christen nooit. Bovendien zou hij mensen nooit gelijk kunnen behandelen. Hij moet toch volgens zijn geloofsovertuiging handelen? Ik vraag me af waarom dit alleen bij gelovige mensen een probleem zou zijn. Ook niet gelovige mensen hebben een overtuiging.

In de praktijk wordt bij zo redenerende mensen het gelovig zijn meestal pas als een probleem ervaren wanneer het samenhangt met de politieke kleur van de betrokkene. De benadering van het Humanistisch Verbond in Deventer zal te maken hebben met het feit dat de vorige burgemeester, Andries Heidema, lid was van de ChristenUnie. Dat hij van alle kanten zeer werd geprezen en Commissaris van de Koning in Overijssel werd, maakt niet uit. Een godsdienstige burgemeester met een andere politieke kleur zou vermoedelijk minder als een probleem worden ervaren.
Tegelijk laat het ook wel de spiegel zien. Want de vraag naar een kerkelijke burgemeester in een overwegend christelijke gemeente komt net zo over: Niet-kerkelijke kandidaten worden kennelijk niet gewenst. En ook al vind ik dat er wel een verschil zit tussen vragen om een bepaalde affiniteit en vragen om mensen met een bepaalde achtergrond uit te sluiten, je kunt je afvragen of het een het ander toch niet oproept.

Deze zomer maakte de New York Times een overzicht bekend van de leugens van president Trump sinds de dag van zijn aantreden. Het is een onvoorstelbare lijst, om stil van te worden. Kleine dingen, grote dingen. Grappig en gênant tegelijk, is het schema met het overzicht van de dagen met leugens en de dagen zonder publieke leugen, onwaarheden of onjuistheden. Pas na veertig dagen presidentschap was er een dag zonder dat Trump publiekelijk iets onwaars zei. Deze zeldzame dagen zonder onwaarheden was hij meestal geheel afwezig van Twitter in verband met vakantie of golfactiviteiten, of druk bezig met zaken die geen andere activiteiten toelieten. Het zou bijna grappig zijn, als het niet zo treurig was. Het gaat ver boven de discussies over verschil van inzicht uit. Trump presenteert zijn mening als een feit en vaak is dat onterecht. Je zou bijna zeggen dat in Amerika de leugen regeert. En volgens Trump heeft het ook nog een ‘leugenpers’. Waar je de onjuiste uitspraken van Trump dan weer opgesomd kunt vinden. Het is wat.

Toch zit er ook een andere kant aan. Want met al zijn onwaarheden heb je ergens toch het idee dat de man een open boek is. Hij doet nauwelijks zijn best om zijn wensen en motieven te verbergen. Hij verandert soms impulsief van mening en kan de ene dag tekeer gaan tegen de Noord Koreaanse leider en hem even later prijzen. Soms is hij ook uitermate standvastig in zijn redeneringen. Bijvoorbeeld als hij stelt alleen voor het Amerikaanse belang te gaan. Talloze politici hebben zo ook een eigen agenda, maar hun publieke uitlatingen lijken heel anders dan wat ze eigenlijk vinden.

Een interessant voorbeeld waren de uitlatingen van minister Blok voor een besloten gezelschap van Nederlanders die voor internationale organisaties werken. Hij zei daar redelijk ongezouten hoe hij over migratie en multiculturele samenlevingen dacht. Hij kende geen voorbeeld van een multi-etnische of multiculturele samenleving waar een vreedzaam samenlevingsverband is. Verschillende huidskleuren of culturen samen in één land kunnen nooit vreedzaam samenleven. Het zit in onze genen om een gelijke groep te willen hebben en we zijn niet goed in staat om een binding aan te gaan met ons onbekende mensen. Ons DNA verzet zich ertegen. En de minister was ook zo onhandig om te melden dat in zijn ogen Suriname een failed state is en dat dat te maken heeft met de etnische opdeling.

Toen de uitspraken opgenomen bleken en op straat lagen, brak er een stortvloed van kritiek los. Het minste wat je van de uitspraken kunt zeggen, is dat ze niet erg politiek correct zijn. Op de basisstelling is nogal wat af te dingen. Er zijn tal van landen met een redelijk cultureel diverse bevolking waar mensen vreedzaam samenleven. De Nederlandse samenleving is er een voorbeeld van. Dat mensen in de eerste plaats vooral vertrouwen hebben in de eigen groep lijkt me een veel beter te onderbouwen stelling. Een grotere verscheidenheid naar herkomst maakt het samenleven ingewikkelder. Het zou interessant zijn als de minister vanuit die constatering had gereflecteerd op wat je kunt doen om toch te bouwen aan acceptatie en vertrouwen tussen verschillende groepen. Maar dat deed hij niet. Daarmee blijft er een onaangenaam gevoel hangen.

De beleden afkeer van het samenleven van verschillende groepen is in de huidige samenleving met omvangrijke migrantengroepen bijzonder beladen. Wat wil je er mee? In Zuid-Afrika bedacht de regering vroeger op basis van vergelijkbare ideeën het apartheidsstelsel. Ieder volk moest een eigen staatje hebben en apart leven. Een dergelijke benadering is zowel principieel als praktisch onmogelijk. Maar wat wil de minister dan met zijn ongemakkelijke waarheid? Het is interessant dat de minister zich direct en veelvuldig excuseerde voor zijn woorden. Maar wat hij niet deed was terugkomen op de inhoud ervan. Ik neem aan omdat de ideeën wel degelijk zijn opvattingen weergeven. Het zou ook weinig geloofwaardig overkomen als de minister nu plotseling zou verklaren dat hij wat uit zijn nek had zitten kletsen en dat hij juist stellig gelooft in de zegeningen van een multiculturele samenleving. De excuses gaan over het feit dat hij het achteraf dom vindt gezegd te hebben hoe hij over dit thema denkt.

Onwillekeurig vraag ik me af of Trump ooit zo excuses zou maken voor iets wat hij gezegd had. Bij al zijn onwaarheden is hij iemand die juist precies zegt wat hij vindt en denkt. Bij hem denk je regelmatig: denk er nog eens over na en had liever je mond gehouden.

Het is lastig om uit te maken wat kwalijker is. Een politicus die, liegend en al, precies duidelijk maakt wat hij denkt en wat hij wil, ook al is dat soms heel onverstandig, of een politicus die omzichtig politiek correcte dingen zegt, terwijl hij in werkelijkheid heel anders denkt. Rekening houden met anderen, je realiseren dat sommige dingen niet opportuun zijn om te zeggen omdat ze schade aanbrengen of pijn doen, is heel verstandig. Maar ik verlang ook naar politici die eerlijk problemen benoemen zonder te beledigen, schofferen en liegen en met verstandige voorstellen komen om goed met die problemen om te gaan…

Over de waarheid gesproken. Er zijn instituties die daar een bijzondere relatie mee hebben. Ik denk bijvoorbeeld aan de pers. Journalisten proberen de waarheid boven tafel te halen en aan de lezers te presenteren, althans, dat is het romantische beeld dat ik koester. Onderzoeksjournalisten laten zich niet zo maar voor de gek houden, maar door gedegen journalistiek speurwerk brengen ze de waarheid aan het licht voor lezers, luisteraars of kijkers. Kort geleden bleek uit een onderzoek dat de pers weinig vertrouwen geniet bij de Nederlandse bevolking. Waar instituties als de politie en rechters hoog scoren (meer dan 70% heeft er vertrouwen in), ligt dat bij de pers droevig laag met 31,9%. Daarmee scoort de pers lager dan de Tweede Kamer of de banken, die rond de 40% vertrouwen genieten. Dat is zorgelijk. Als de pers politici en bedrijven volgt om beweringen te toetsen en de waarheid aan het licht te brengen, maar het grootste deel van de bevolking vertrouwt de pers niet, waar blijft de waarheid dan? Politici roepen wat, kranten schrijven wat, het journaal meldt wat en de mensen denken: gooi het maar in m’n pet. Mensen als Trump spelen daar ook handig op in. Hij versterkt het wantrouwen in de pers door stelselmatig van de leugenpers te spreken. Op z’n best kun je dan zeggen dat de pot de ketel verwijt… Maar de pers mag ook wel bij zichzelf te rade gaan. Ik maak regelmatig mee dat journalisten de plank volledig misslaan of zelfs willens en wetens een verkeerde indruk geven.

Ook de collectieve waan die de pers vaak volgt, helpt niet om tot een betrouwbaar beeld te komen. In de huidige tijd komt veel nieuws naar mensen toe via internet. De sites die nieuws presenteren zijn voortdurend op zoek naar berichten die gelezen worden. Ze volgen van moment op moment hoeveel mensen op een bepaald moment een bericht lezen en of het aantal lezers toe of afneemt. De beste plek op de site is niet voor het belangrijkste nieuws, maar voor het bericht dat het langst de meeste lezers trekt. Want deze hits bepalen de waarde van de advertenties die geplaatst worden. De reclame volgt de waan van de dag en geld voor goede stevige onderzoeksjournalistiek wordt schaarser. Kranten worden minder gelezen en hebben minder advertentie-inkomsten.

Zijn er instituties die nog lager scoren dan de pers als het om vertrouwen gaat? Ja, het kan nog slechter. Op de allerlaagste plaats in het onderzoek staan de kerken. Slechts 31,2% van de bevolking heeft daar vertrouwen in. Kerken worden minder vertrouwd dan grote bedrijven. Dat is pijnlijk. Je zou zeggen dat kerken juist de Waarheid willen verkondigen en het goede proberen te doen. Er blijken forse regionale verschillen te zijn. Met name in het zuiden is het vertrouwen in de kerken ongekend laag. Onderzoekers gaan er van uit dat dat te maken heeft met de misbruikschandalen in met name de Rooms-Katholieke Kerk. Dat zal zeker waar zijn. De aandacht in de pers is weer ongekend groot met nieuwe verhalen uit de Verenigde Staten en Latijns-Amerika. Zelfs de ster van paus Franciscus verbleekt erdoor. Het is ook een ongekend drama. Zoveel misbruikzaken in zoveel verschillende delen van de wereld. En daar komt nog bij dat de kerk nog steeds worstelt met een geloofwaardige aanpak, waarbij het recht zijn loop heeft en verder misbruik zoveel mogelijk wordt voorkomen.

Tegelijk maak ik me zorgen om een klimaat waarin iedere nuance in beoordeling verloren gaat. Het komt regelmatig voor dat mensen waar het gerucht over rondgaat dat ze pedofiele neigingen hebben, het leven onmogelijk wordt gemaakt. Bedreigingen, stenen door de ruit, besmeuren van de woning met kreten. Het komt allemaal voor, en het lijkt er regelmatig op dat het grote publiek mensen geen nieuwe kans wil geven, ook niet na straf en zelfs niet na berouw.

Ondertussen vrees ik dat het probleem van het vertrouwen dieper gaat dan deze pijnlijke affaires. Er is een klimaat waarin de kerken vaak negatief beoordeeld worden. Het humanistisch verbond in Deventer staat niet alleen. Het positieve nieuws is dat het vertrouwen in kerken wel weer wat toeneemt. Nu is een hoog publiek vertrouwen niet het hoogste doel voor de kerk, maar trouw zijn aan de Heer van de kerk. Maar de boodschap van het evangelie zou niet geschaad moeten worden door de ongeloofwaardigheid van de boodschappers.

Drs. Jos Wienen is burgemeester van Haarlem, theoloog en redacteur van Kontekstueel. Mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

 

 


  • Raadplegingen: 2214