nr5 • 2021 • Heilige vrouwen, geen zoetige levens
35e jaargang nr. 5 (mei 2021)
thema: Waarom zou ik naar de kerk gaan?
E.A. Gruteke
Laatst geboekt
Heilige vrouwen, geen zoetige levens
Lang heb ik als protestant een beetje clichématig gedacht dat heiligenlevens vooral bestaan uit zoetsappige verhalen over oer brave mannen en vrouwen die, na het doen van een paar wonderen, op een gegeven moment door de rooms-katholieke kerk heilig zijn verklaard. Dat beeld heeft alles te maken met wat ik, vooral in Italië, zie van de verering van heiligen in de kerk en op bidprentjes. Zoete plaatjes, barokke beelden en oude vrouwtjes in het zwart die een kaarsje aansteken bij zo’n weelderig beeld. Na het lezen van drie boeken over vrouwen die heilig en zalig zijn verklaard, heb ik dat beeld flink bij moeten stellen. Drie boeken over vrouwen: Thérèse van Lisieux, Bakhita en Dorothy Day. Juist in een oer-protestants blad als Kontekstueel is het goed om ons licht eens op te steken bij deze drie. Dan nemen we mogelijk ook een beetje begrip mee voor de rol van heiligen in het geloofsleven van onze roomse zusters en broeders.
Thérèse van Lisieux (1873-1897)
De bekendste van de drie is Thérèse van Lisieux, ook wel de kleine Thérèse genoemd om haar geringe lengte, om haar te onderscheiden van haar collega-heilige Thérèse van Avila en omdat zij in haar werk spreekt van de kleine weg. In het boek met haar geschriften, onder redactie van Koen Wouters, worden de verschillende geschriften en brieven die Thérèse heeft nagelaten op een goede manier ingeleid en becommentarieerd. Daardoor krijg je een goed beeld van Thérèse, van haar spiritualiteit en van de tijd waarin zij leeft. Degene die mij het boek aanraadde gaf als advies mee om door de bloemrijke taal van deze heilige heen te lezen en zo op zoek te gaan naar de inhoud van haar geloof en spiritualiteit. Een zinnig advies want de taal is inderdaad bloemrijk en soms wat vervreemdend voor een lezer uit de eenentwintigste eeuw. Lees je door die taal heen dan kom je uit bij een boeiend levensverhaal en vooral bij geloofsinzichten die nog altijd fris en actueel aandoen.
We kennen Thérèse, die op vijftienjarige leeftijd intreedt in het klooster van de Karmel in Lisieux en die op drieëntwintigjarige leeftijd in datzelfde klooster aan TBC sterft vooral van de zogenaamde kleine weg. Thérèse beseft dat ze door klein te zijn het mogelijk maakt voor God om Zijn werk door haar heen te doen. De kleine weg is verbonden met nederigheid, met het dienen van de naaste, met gebed voor de naasten en de hele wereld. Dat de kleine weg niet zomaar tot stand komt beseft Thérèse heel goed, regelmatig schrijft zij ook over haar falen, over haar afhankelijkheid van Jezus om deze weg af te kunnen leggen. Naast de worteling komt uit de brieven en geschriften, de laatsten schrijft Thérèse op verzoek van haar abdis, haar grote liefde voor Jezus naar voren. In bloemrijke taal schrijft zij daarover, opvallend helder zijn haar inzichten in de weg die iedere christen aflegt. Vragen als wat is gebed, hoe kan ik Jezus eren en niet mijzelf, wat is je leven verliezen komen aan bod op een manier die een gelovige uit de 21ste eeuw veel kan leren. Bij het lezen van dit boek heb ik veel onderstreept om later nog eens naar terug te gaan en in kleine porties te overwegen.
Dororthy Day (1897-1980)
Het dienen van de naaste, en dan in het bijzonder de mens die wordt verdrukt, die aan de onderkant van de samenleving leeft, dat staat centraal bij Dorothy Day. In de biografie van Jim Forest lezen we Dorothy’s levensverhaal. Zij wordt in 1897 geboren in Brooklyn, New-York, het gezin is nauwelijks kerkelijk betrokken. Als kind verhuist ze vanwege het werk van haar vader naar San Francisco, daar maakt ze de aardbeving van 1906 mee, dat maakt grote indruk. Dorothy heeft vanaf haar kinderjaren al een groot religieus gevoel, al weet ze daar niet goed raad mee. Het gezin verhuist vervolgens naar Chicago, Dorothy gaat journalistiek studeren. Die studie breekt ze na twee jaar af, ze verhuist terug naar New-York en gaat in de journalistiek werken, ze verkeert in linkse, anarchistische kringen. Tegelijkertijd is er haar verlangen naar God, vaak zit ze achter in de kerk, bij een mis, zonder mee te doen. Na een aantal jaren werken in de journalistiek, en een paar ongelukkige relaties, ze krijgt een dochter Tamar, treedt Dorothy toe tot de rooms-katholieke kerk, ze wordt samen met haar dochter gedoopt. Dorothy heeft al die tijd al een scherp oog voor het lot van de sociale onderklasse in New-York. Arbeiders die slecht betaald krijgen, werken onder slechte omstandigheden, slechte woonomstandigheden, huurbazen die mensen op straat zetten, kinderen die geen eten krijgen. New-York is voor die onderklasse bepaald geen paradijs. Het leidt ertoe dat Dorothy zich betrokken gaat voelen en iets wil gaan doen omdat ze gelooft dat God elk mens van waarde vindt. Sterker nog: in elk mens is Jezus te zien.
Op aanraden van een vriend gaat Dorothy vanuit de katholiek-sociale gedachte een eigen krant uitgeven. Op 1 mei 1933 komt de eerste editie van The Catholic Worker uit. Er wordt geschreven over sociaaleconomische problematiek en over politiek en katholiek nieuws. Ook neemt Dorothy de aansporing van haar vriend Peter Maurin ter harte om je huis op te stellen voor mensen zonder thuis. Omdat niet iedereen thuis, of in de redactieruimte van de Catholic Worker op te vangen is, worden er opvanghuizen geopend. In 1936 zijn er al drieëndertig in de VS, huizen waar mensen tijdelijk kunnen wonen, waar eten en kleding wordt uitgedeeld. Later gebeurt dat ook in Europa. De huizen en het tijdschrift bestaan nog steeds. In Amsterdam is er het Jeanette Noëlhuis.
Wat Dorothy Day haar hele leven blijft drijven, ze overlijdt in 1980 op drieëntachtigjarige leeftijd, is haar overtuiging dat in elk mens Christus aanwezig is, hoe arm ook, hoezeer iemand ook aan de onderkant van de samenleving staat.
Jozephina Bakhita (1870-1947)
Dat niet alle heiligen westers en lelieblank zijn bewijst het aangrijpende boek over de Soedanese Bakhita van de hand van Veronique Olmi. In het boek tekent Olmi het levensverhaal op van een kind dat op zevenjarige leeftijd uit haar dorp in Darfur wordt ontvoerd door slavenhandelaren. Darfur klinkt ons bekend in de oren als de plaats waar het Soedanese regime de bevolking keihard onderdrukt om ze in het gareel te houden. Dit boek speelt zich veel eerder af, de hoofdpersoon wordt rond 1870 geboren, in Olgossa in Darfur. Na een paar zorgeloze jaar breekt het moment aan waarop Bakhita, net als veel kinderen voor en na haar wordt ontvoerd en in de handen van slavenhandelaren valt. Ze wordt verhandeld, blijft meestal een paar jaar bij een meester of meesteres en wordt dan weer doorverkocht. Haar levensverhaal is schokkend om te lezen. We weten dat slavernij mensonwaardig is maar de onmenselijkheid ervan krijgt een gezicht in dit verhaal. Wat er gebeurt als een mens gezien wordt als een ding waar je niet voorzichtig mee om hoeft te gaan, wat je mag misbruiken en gebruiken en wat je doorverkoopt als je er genoeg van hebt, dat wordt voelbaar in dit verhaal. Soms zijn de mishandelingen zo gruwelijk dat het teveel is om te lezen.
Halverwege het boek belandt Bakhita als ze een jaar of zestien is in Italië, meegenomen door haar meesteres. Haar leven wordt iets beter, zeker als ze kennis maakt met de vrome beheerder van het landgoed van haar meesteres. Deze man, Stefano, ontfermt zich over Bhakita en over haar zielenheil. Na veel gedoe weet hij haar op school te krijgen bij de zusters van liefde van Canossa in Venetië. Bakhita krijgt onderricht, wordt gedoopt en besluit uiteindelijk in te treden in de orde. In de jaren daarna werkt ze in Venetië en wordt haar levensverhaal opgetekend. De grote gebeurtenissen, de Eerste Wereldoorlog, de opkomst van het fascisme, de Tweede Wereldoorlog gaan over Italië en Bakhita heen. Haar levensverhaal dat in een feuilleton en in boekvorm verschijnt maakt veel los in Italië. Veel mensen herkennen zich in het verhaal van de ex-slavin. Een stoet van bewonderaars, van mensen die op zoek zijn naar heling trekt aan het klooster waar Bakhita verblijft voorbij. Later gaat zij ook op tournee door Italië en op audiëntie bij de paus en bij Mussolini. De verering van Bakhita wordt, buiten haar schuld om, ook door de fascisten aangegrepen om te laten zien hoe de Italiaanse beschaving een barbaarse vrouw als Bakhita kan redden, een onderbouwing van het verlangen naar expansie in Afrika. Daar heeft Bhaktia allemaal geen weet van. Tot aan haar sterven blijft zij dienen en zich verwonderen over de wereld waarin zij terecht is gekomen. Een wereld die enerzijds heel anders is dan Soedan waar zij vandaan komt maar die anderzijds precies hetzelfde is. Ook in Italië hebben mensen honger, zijn er oorlogshitsers en zijn er kinderen die aan hun lot worden overgelaten. Zo groot is het verschil niet.
De ellende, het onrecht en het verdriet in dit boek is groot, soms te groot. Toch spreekt er door al die ellende heen ook de liefde. De liefde van God die Bakhita als klein kind al ervaart, die met haar meegaat en die zij uiteindelijk leert kennen in de gekruisigde slaaf Jezus, zo noemt Bakhita Hem, en ze herkent zijn lijden. Bakhita beschikt over een oergeloof in een God die die bij mensen is dwars door alle ellende heen zonder iets af te doen aan die ellende, zonder het weg te poetsen. Dat is indrukwekkend en bemoedigend om te lezen.
Mijn beeld van de zoete heiligen met hun brave levens is door het lezen van deze drie levensgeschiedenissen flink bijgesteld. Dit zijn vrouwen die midden in het leven staan, die geen afgezonderd zoetig leven hebben geleid, die oog in oog hebben gestaan, of zelf hebben ervaren, hoe zwaar het leven kan zijn. Dwars door dat lijden heen hebben zij een God van liefde ervaren, wisten zij zich geïnspireerd door Jezus, God met ons, om een mens met de anderen mensen te zijn. Dat is inspirerend om te lezen en dat helpt bij het kijken naar heiligenlevens. De heiligen, en zaligen, zijn mensen net als wij die in de omstandigheden waarin zij leven God ontdekken en Christus navolgen, mensen die ons kunnen inspireren om datzelfde te doen.
Naar aanleiding van:
Veronique Olmi, Bakhita. Van slavernij naar vrijheid, Amsterdam 2019
Koen de Meester (red.), Thérèse van Lisieux. Mijn levensverhaal, Gent 2016
Jim Forest, Alles is genade. Een biografie van Dorothy Day, Eindhoven 2020
Ds. Elsbeth Gruteke is radiopresentator en predikant van de Protestantse Gemeente Zeewolde.
Mailadres:
- Raadplegingen: 1378