nr5 • 2022 • Boze dromen
36e jaargang nr. 5 (mei 2022)
thema: Een vloeibare generatie
Rens de Ronde
Boze dromen
Joël 3:1-5
Het is nogal een visioen dat Joël schetst. Apocalyptische beelden: bloed en vuur en zuilen van rook, de zon zal veranderen in duisternis, de maan wordt bloed. Het is de dag van de HEER die komt – en dat gaat hier niet gepaard met het suizen van een zachte stilte. De HEER komt om te oordelen, om recht te zetten. Hij zal de volken en hun misdadige gedrag veroordelen en redden wie Hem aanroept.
Laatst keek ik de film Don’t look up waarin twee wetenschappers ontdekken dat een komeet binnen afzienbare tijd de aarde zal vernietigen. Het is een typische Hollywoodfilm, met clichés als corrupte politici, kernwapens, interplanetaire reizen en de nodige romantiek. De teneur is echter somber en volgens veel recensies tekent juist die somberheid het leven van veel millennials. Een generatie die de wind mee had, maar langzaamaan ontdekt dat tal van problemen een stuk taaier zijn dan gehoopt. Klimaatverandering, om maar wat te noemen. Versplintering van de samenleving. Politiek opportunisme, oppervlakkigheid. Millennials schijnen bovengemiddeld somber te zijn over de samenleving en de toekomst. Boze dromen, volop.
Somberheid is ook Joël niet vreemd. Althans, ook voor zijn tijd gaat het adagium ‘vroeger was alles beter’ niet op. Het land staat er slecht voor. Of het nu door sprinkhanen of door vijandelijke soldaten komt, het effect is hetzelfde: chaos. Het graan is vernield, de fruitbomen zijn verdroogd en zelfs de wijn is op – Joël wijdt nog een pastoraal woord aan de dronkenlappen (1:5). En die sombere situatie in het land laat de godsdienst niet ongemoeid: de vreugde onder de mensen is verdord en dus klinkt ook de vreugdezang in de tempel niet meer. Hier geen Habakuk die dapper tegen alles in Gods lof zingt: als het tegenzit, zit het tegen. En God mag het weten ook.
Maar voor de profeet is het zonneklaar dat God wel met deze crisis te maken heeft: de Ontzagwekkende zelf zorgt voor de ondergang (1:15). Dat is wat profeten doen: God in de crisis ter sprake brengen als de Almachtige. Dat is trouwens ook wat Don’t look up doet, inclusief gebed om genade en vergeving. Het past ook goed bij de eerste betekenis van het Griekse woord ‘crisis’: ‘onderscheid’, ‘oordeel’. Maar ik denk dat we er in de kerk nog wat huiverig voor zijn. Was de coronacrisis een oordeel van God? Wat misschien ontspant, is: Joël brengt God in zónder het volk aan te klagen. De verwoesting is wel een vonnis, en het volk wordt opgeroepen tot vasten en tot bekering, maar nergens lees je over wat het volk fout heeft gedaan. Blijkbaar kan een oproep tot bekering ook zonder aanklacht: de crisis is urgent genoeg.
Over al wat leeft
En dan, te midden van die boze dromen, klinkt dat visioen van Joël 3 (in sommige uitgaven Joël 2:28-32). Opnieuw wordt ‘de dag van de HEER’ aangekondigd. Het oordeel van God beperkt zich niet tot dit ene moment in de tijd, het omvat de hele wereld, de hele geschiedenis. Het tafereel wordt dan ook dramatischer, apocalyptischer. De hele kosmos gaat ten onder. De komeet slaat in. Maar daarvoor gebeurt nog iets anders: de Geest wordt uitgegoten. En zo overweldigend als de verwoesting is ook de Geest. Want de Geest komt op al wat leeft: zonen en dochters, ouderen en jongeren, slaven en slavinnen. Zevenvinkers en mindervinkers. ‘Boomers’ en ‘zoomers’.
In de crises – of het nu corona is, of de kerk die verdampt, of de poolkappen die smelten, of een nieuwe geopolitieke dreiging – zijn het dus niet de millennials die de toekomst in handen hebben. Het is ook niet per se de oudere generatie die weet hoe het moet. Nee – als het oordeel van God zich voltrekt staan ze allebei met lege handen. Jongeren gaan de kerk niet redden. Beide generaties zijn afhankelijk van de Geest die van boven wordt uitgestort: top-down theology. En daarom kunnen ze niet zonder elkaar. Want het is één en dezelfde Geest die aan allen verschillende gaven geeft.
Die uitgestorte Geest lijkt me trouwens nog wel wat anders dan de eensgezindheid die in Don’t look up gezocht wordt. Daar is de geest vooral een collectieve lotsverbondenheid. Het idee dat we met zijn allen in hetzelfde schuitje zitten en samen de schouders eronder moeten zetten, want anders gaan we met z’n allen ten onder. Het begint bij de boze dromen. De Geest bij Joël doet echter iets anders: de ruach van de HEER is geen Geest van slavernij en angst. Die Geest geeft hoop, verwachting, geeft visioenen en goede dromen. Die Geest doet anders kijken: geen gesomber over jongeren die niet meer naar de kerk komen, maar horen welke visioenen degenen die er wél zijn ontvangen hebben. Geen ergernis aan ouderen die alles bij het oude willen laten, maar luisteren welke profetieën daarin doorklinken.
Visioenen zien
Nog even over dat visioen. Millennials schijnen de geleefde werkelijkheid te benadrukken. Iets wat ik herken, in mijn eigen leven en om me heen. Voor vrome woorden koop je niets. Geloven gaat niet alleen over in een traditie staan, het gaat ook over in een samenleving staan. En wat betekent die oeroude belijdenis ‘Jezus is Heer’ als we alleen senioren nog ‘heer’ noemen? Laten theologen, predikanten, ambtsdragers, jongerenwerkers, ouderenpastors en wie zich ook maar van Godswege geroepen weet dat vooral ook doen: zoeken aan te sluiten bij waar mensen zitten. Bij hun zorgen, bij hun woorden, bij hun boze dromen. Niet om altijd verrassend en actueel te zijn (hoe verrassend is die dagelijkse werkelijkheid eigenlijk?), maar omdat het de geleefde werkelijkheid is waar het geloof gestalte moet krijgen.
Maar tegelijk: die werkelijkheid mag niet het laatste woord hebben. Nee, sterker nog: die hééft niet het laatste woord. Want er is ook nog zoiets als het visioen. De dag van de HEER komt, met alle scherpe randjes van dien. En dat is geen wensdroom, geen ideaal of programma van een beweging. Het is eigenlijk iets heel geks: het is een oude tekst, een Woord, waarin God een nieuw begin belooft. Waarin wordt gesproken van verzoening, vrede en gerechtigheid. Waarin het gaat over een Rechtvaardige, over de Zoon van God, die opstaat uit zijn graf. En je kunt dat negeren, historisch plaatsen, wegverklaren, afdoen als onzin of als slavenmoraal, maar je kunt het ook laten staan. En onderzoeken of er mee te leven valt.
En zo houdt Joël mij een spiegel voor. Een spiegel waarin alle boze dromen van onze tijd te zien zijn, ter sprake komen en bij God worden gebracht. Maar ook een spiegel die die boze dromen aan God verbindt en waarin een oproep tot bekering doorklinkt. En een spiegel waarin iets oplicht: van een visioen, van een Geest die generaties overstijgt, van Gods rijk dat komt.
R. de Ronde is predikant in opleiding aan de PThU in Amsterdam. Mailadres:
- Raadplegingen: 952