nr6 • 2022 • Als de hemel genoeg ruimte heeft
36e jaargang nr. 6 (juli 2022)
thema: Zomernummer
Nathan Noorland
Als de hemel genoeg ruimte heeft
Johannes 14:1-3
Het kraakt, knelt en piept op de Nederlandse woningmarkt. Er is woningnood. Voor starters is het bijna onmogelijk om aan een betaalbare koop- of huurwoning te komen, vluchtelingen moesten in de afgelopen maanden geregeld buiten slapen vanwege te weinig plek, ouderen staan soms op een ellenlange wachtlijst voor een seniorenwoning en Oekraïense vluchtelingen zijn op zoek naar een tijdelijk huis. Er is zelfs een minister voor Volkshuisvesting aangesteld.
Met deze thematiek in ons achterhoofd komen de woorden van Jezus nu extra binnen. Hij zegt: ‘Laat uw hart niet in beroering raken (…) in het huis van Mijn Vader zijn veel woningen (…) Ik ga heen om plaats voor u gereed te maken.’ Jezus’ woorden over beroering en veel woningen zijn een directe reactie op wat er een hoofdstuk eerder heeft plaatsgevonden. Jezus wast daar de voeten van zijn leerlingen en gaat met hen aan tafel. De tafelonderwerpen liegen er niet om. Jezus ontmaskert Judas als verrader, Hij vertelt over zijn verheerlijking en de verloochening door Petrus. Het gebeurt allemaal in één gesprek en het nieuws moet haast wel zijn ingeslagen als een bom.
Het woord dat trouwens in vers 1 voor beroering wordt gebruikt, komt ook terug in de geschiedenis over de verlamde man bij het badwater Bethesda (Joh. 5:4). Een engel beroert daar van tijd tot tijd het water. Het hart kan blijkbaar op dezelfde manier in beroering raken: het kan kolken, bruisen en overstromen. Van sommige gebeurtenissen kun je goed beroerd zijn.
Het hart van de kerk
Als antwoord op de beroering van hoofdstuk 13 geeft Jezus de leerlingen een pastorale opdracht. Hij zegt: ‘Laat uw hart niet in beroering raken.’ (vers 1a). Opvallend is dat Jezus hier niet spreekt over harten in meervoud, maar over ‘hart’ in enkelvoud. Jezus geeft dus het gemeenschappelijke hart van de kerk de opdracht om vrij te blijven van de beroering. En, hoe blijft het gemeenschappelijke hart van de kerk vrij van beroering? Jezus zegt: ‘U gelooft in God, geloof ook in Mij’ (vers 1b). Volgens Jezus vertrouwen de leerlingen al op God. In de komende tijd mogen de leerlingen echter ook oefenend gaan ontdekken wat geloven in Jezus inhoudt. Ze mogen gaan zien en doorleven dat Jezus aan het kruis alle beroering in zich opneemt en omruilt voor vrede, dat hun Heer met Pasen de allesomvattende beroering te boven komt, dat Jezus na Hemelvaart bidt voor zijn kerk en met Pinksteren de Geest zendt te midden van een wereld in beroering. Het hart van de kerk kan alleen thuiskomen en tot rust komen in de ruimte die door Jezus’ werk is ontstaan.
Ook vandaag is er veel beroering in de kerk en in de samenleving. We zien beroering rondom thema’s als gender, racisme, klimaat, armoede en oorlog. Relaties staan op springen en de spirituele leegheid in de samenleving is voelbaar. Daarnaast zijn er zorgen in de kerk, omdat er een flink tekort aan pastores dreigt. Het is goed om in deze beroering telkens weer – individueel en gemeenschappelijk – thuis te komen in de ruimte die Jezus heeft geopend. Alleen bij hem komt een hart in beroering tot rust. Jezus zegt: ‘U gelooft in God, geloof ook in Mij!’
Hart, onrustig, vol van zorgen,
vleugellam geslagen ziel,
hoop op God en wees geborgen.
Werk in uitvoering
De pastorale aansporing van Jezus krijgt nog een vervolg. Jezus heeft het namelijk ook over ‘veel woningen’: ‘In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen (…) Ik ga heen om een plaats voor u gereed te maken’ (vers 2). De meeste uitleggers gaan ervan uit dat Jezus met het huis van de Vader de hemel bedoelt. Na zijn hemelvaart zal Jezus naar de hemel gaan om daar woningen klaar te maken. In Nederland hebben de meeste mensen, ook christenen, weinig gevoel meer bij een transcendente, hemelse werkelijkheid. Sinds de Verlichting denken wij dat de dingen die wij niet kunnen waarnemen met onze zintuigen er (waarschijnlijk) niet zijn. De hemel is daardoor zo goed als verdwenen.
Wat moeten wij ons er in hemelsnaam bij voorstellen als Jezus woningen aan het bereiden is in een hemelse werkelijkheid achter de onze? Ik moest denken aan de verbouwingen van station Utrecht Centraal en winkelcentrum Hoog Catharijne een aantal jaren geleden. Tijdens de verbouwing hebben er vele jaren hoge houten muren gestaan met deuren erin. Daarachter werd gewerkt. Op de houten platen stond ‘hier wordt gebouwd’ of ‘werk in uitvoering’. Je zag er niets van, maar er gebeurde wel degelijk iets. Toen de houten muren werden weggehaald werd het nieuwe zichtbaar. Zoiets is Jezus ook aan het doen. Achter de hekken van ons zichtbare bestaan is hij bezig om een nieuwe hemel en aarde te bouwen. Straks zal deze nieuwe werkelijkheid zichtbaar worden. In de beroeringen die er vandaag kunnen zijn, mogen wij ons met de leerlingen troosten aan deze woorden.
Als de hemel genoeg ruimte heeft
Pasgeleden kwam het boek ‘Als de hemel genoeg ruimte heeft’ uit, van Splinter Chabot. Het boek gaat over de twee hartsvrienden Magnus en Elias. Magnus galoppeert vrolijk door het leven, ook al heeft hij geregeld te maken met demonen die hem plagen. Elias is stabiel en probeert er voor hem te zijn. Op een dag komen zij in een vervallen klooster, dat model lijkt te staan voor de vervallen staat van religie. In een met planten overgroeide ruimte ziet Elias op het plafond een oude schildering van de hemel. Engelen en naakte heiligen buitelen over elkaar. Na aandachtig gekeken te hebben concludeert Elias dat het in deze hemel jammer genoeg te vol is. Elias weet namelijk dat zijn vriend Magnus ook ruimte nodig heeft om zichzelf terug te trekken. Dat kan niet in deze hemel. De vraag of er ruimte is in de hemel blijft hangen in het boek. Het legt een diepe ‘geestelijke woningnood’ bloot, dat in ieder mens schuilt: het verlangen om ergens thuis te kunnen komen en volledig omarmd te worden. Maar waar vinden wij zo’n plek? De vraag ‘is er in de hemel ruimte voor mij?’ kun je vanuit een gelovig-bevindelijk hart stellen, maar dus ook vanuit een seculier hart. Het is een vraag die ons allemaal raakt.
Jezus houdt zijn leerlingen voor dat er geen woningnood is in de hemel. Bij Hem is er ruimte genoeg. Ergens is Jezus natuurlijk de minister (dienaar) voor Volkshuisvesting bij uitstek. Hij is vandaag dienend bezig om woonruimte te creëren voor zijn volk. Hij is bezig om achter de muren van onze zichtbare werkelijkheid te bouwen aan een nieuwe hemel en aarde, waar ook ruimte is voor mensen als Magnus. Later zal de leerling-apostel Johannes in Openbaring 7 vers 9 over de hemel schrijven: ‘Hierna zag ik en zie, een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle naties, stammen, volken en talen, stond vóór de troon en vóór het Lam(…).’ Er is daar ruimte genoeg voor alle verschillende soorten mensen die willen leven van de royale genade van het Lam.
N. Noorland is predikant van de Protestantse Gemeente Nieuwerbrug (Brugkerk). Tot voor kort was hij vanuit de IZB ook als pionier verbonden aan Noorderlicht Rotterdam. Mailadres:
- Raadplegingen: 675