Skip to main content

nr5 • 2023 • Uitnodigend gereformeerd

37e jaargang nr.  5 (mei 2023)
thema: Gereformeerd belijden nú

Wim Dekker
Uitnodigend gereformeerd

Als een van degenen die aan de wieg stonden van Kontekstueel verwonder ik me erover dat het blad het nu al zoveel jaren volgehouden heeft en dat een nieuwe generatie er nog altijd in gelooft. Waar in gelooft? Waar geloofden wij als initiatiefnemers toentertijd in en wat drijft een nieuwe generatie vandaag het werk aan dit blad voort te zetten? Daarop bedoelt dit nummer van Kontekstueel antwoord te geven en in mijn bijdrage wil ik vooral ingaan op de vraag of de veranderde context ook zou moeten leiden tot andere accenten dan in 1986, toen het eerste nummer verscheen.

De lezers van het eerste uur herinneren zich wellicht dat het eerste nummer opende met een uitgebreid artikel van prof. dr. C. Graafland ( 1928-2004), getiteld: ‘Op zoek naar een gereformeerde hermeneutiek’. Voor anderen is dit geschiedenis. Toch is het goed de naam van Graafland uitdrukkelijk voor het voetlicht te halen wanneer het gaat om het ontstaan en de doelstellingen van ons blad. Jarenlang gaf hij op het Theologisch Seminarium Hydepark nascholingscursussen over thema’s die centraal stonden in de gereformeerde theologie. Daarbij gaf hij niet alleen aandacht aan de dogmahistorische vragen, maar was hij ook steeds bezig met de vraag hoe deze thema’s vandaag opnieuw aan de orde konden komen.

Verlegenheid en verlangen
Twee problemen dienden zich daarbij voor hem aan. In de eerste plaats de verenging en de verstarring die in de loop van de eeuwen waren opgetreden en in de tweede plaats de vraag naar de verstaanbaarheid in het heden. Om één voorbeeld te noemen: het thema van de rechtvaardiging door het geloof alleen. De Reformatie wilde met dit woord bij uitstek het bevrijdende karakter van het evangelie tot uitdrukking brengen tegenover een benauwende leer van de goede werken, waarbij de mens op zichzelf werd teruggeworpen en in voortdurende onzekerheid bleef hangen. Maar in de latere ontwikkeling van het gereformeerde piëtisme, toen de nadruk kwam te liggen op de persoonlijke doorleving van de rechtvaardiging, werd de mens opnieuw op zichzelf terug geworpen. Hoe kunnen we in deze weer terugkeren tot de heldere bron van het gereformeerde belijden, zodat ook mensen vandaag weer het bevrijdende karakter hiervan gaan ervaren? Maar met deze vraag zijn we er nog niet. Wat te doen wanneer we constateren dat mensen vandaag veel minder met de schuldvraag bezig lijken te zijn dan in de tijd van de Reformatie? Zijn we niet van een schuldcultuur in een schaamtecultuur terecht gekomen? In plaats van met schuld lijken mensen vandaag veel meer bezig te zijn met identiteitsvragen: wie ben ik en mag ik er zijn zoals ik ben? Kan het evangelie van de rechtvaardiging van de goddeloze dan omgezet worden in de blijde boodschap voor losers: je mag er zijn, je bent aanvaard!? (Paul Tillich) Of winnen we dan wel aan kracht in de communicatie, maar verliezen we tegelijk de kern van het evangelie, dat veronderstelt dat we tegenover God in de schuld staan?

Dit is slechts één thema van de vele, maar exemplarisch voor de beweging die Graafland steeds maakte en wij, de trouwe cursisten, met hem. Terug naar de bronnen en vervolgens in gesprek met mensen van deze tijd. Omdat Graafland er diep in zijn hart van overtuigd was dat de gereformeerde belijdenis de beste vertolking van de Bijbelse geschriften bevatte, leed hij in toenemende mate aan het functieverlies van de gereformeerde prediking. Dat uitte zich in een groeiende verlegenheid ten aanzien van de gereformeerde traditie. Wat is er onderweg toch misgegaan? Of zag Calvijn het ook al niet helemaal goed en moeten we terug naar de Bijbel zelf? Met de verlegenheid ging tegelijk een diep verlangen gepaard: hoe kunnen we als gereformeerde christenen weer zó vanuit Schrift en belijdenis preken en spreken dat mensen er ook vandaag van ophoren? Behalve een hartstochtelijk prediker was Graafland ook jarenlang actief voor de IZB, de missionaire organisatie van de Gereformeerde Bond. Dat maakte zijn zoektocht des te meer urgent.

Beknopte geschiedenis
Het plan om een blad als Kontekstueel te gaan uitgeven ging niet van Graafland uit. Het kwam bij ons, zijn leerlingen, vandaan. Toen hij stopte met zijn jaarlijkse cursussen, hadden we het gevoel dat de zaken waar het daar steeds om ging een vervolg zouden moeten krijgen. Het uitgeven van een blad leek daarvoor het geijkte middel, vooral omdat op die manier het vervolg een kwestie van learning by doing zou zijn. Hoe de actualiteit van het gereformeerde belijden er in de praktijk uitziet kan alleen maar ontdekt worden wanneer dit al studerend en schrijvend wordt beproefd. Toen we met het plan bij Graafland kwamen, was hij direct bereid om mee te doen.

Er speelden echter nog een paar ontwikkelingen een rol. Enige jaren voordat het eerste nummer van Kontekstueel verscheen, om precies te zijn in 1981, was het Landelijk Overlegorgaan Ph. J. Hoedemaker opgericht. Deze beweging was ontstaan vanuit verontrusting over de koers van het theologisch onderwijs aan de kerkelijke opleidingen van de Nederlandse Hervormde Kerk. Aanvankelijk was er veel belangstelling voor deze vereniging zowel van de kant van predikanten als van kerkenraden en gemeenteleden. Er werden studiedagen belegd die bezocht werden door mensen die zich rekenden tot de Gereformeerde Bond en de Confessionele vereniging, of tot evangelische bewegingen binnen de kerk, die later zich zouden verenigen in het Evangelisch Werkverband. Daaruit kwam het verlangen voort meer samen te doen. Confessionelen, gereformeerde bonders en evangelischen hebben elkaar nodig, was het gevoel, kunnen aan elkaar groeien en zo samen vruchtbaar zijn voor ‘heel de kerk en heel het volk’ (het adagium van Hoedemaker). Toen de belangstelling voor de landelijke bijeenkomsten inzakte rees de gedachte dat de doelstellingen van de vereniging in de toekomst wellicht het beste gewaarborgd zouden zijn door middel van een blad. Een blad dat de genoemde bloedgroepen zou verbinden en waarin bezinning geboden zou worden op de vragen van geloven en kerk zijn nú; en dat in het licht van de traditie der eeuwen, en de gereformeerde traditie in het bijzonder.

Een derde ontwikkeling was de verstarring in de kringen van de Gereformeerde Bond. Zo werd dat in ieder geval gevoeld door een aantal leerlingen van Graafland en vaak ook door Graafland zelf. Het beleid van de Gereformeerde Bond naar het geheel van de kerk toe was defensief, vooral toen steeds meer duidelijk werd dat de Nederlandse Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken in Nederland binnen afzienbare tijd een fusie door wilden zetten, waar de Gereformeerde Bond mordicus tegen was. Over deze en andere kwesties was geen open gesprek mogelijk binnen De Waarheidsvriend, het officiële blad van de Gereformeerde Bond. Maar waar dan wel? Werd het geen tijd voor een blad waarin mensen het open gesprek konden voeren zonder kerkpolitieke motieven, echt luisterend naar elkaar, samen zoekend hoe aan de kerk van de toekomst dienstbaar te kunnen zijn? Van meet af werd gevoeld dat het dan ook zinnig zou zijn gereformeerde belijders van buiten de Nederlandse Hervormde Kerk erbij te betrekken.
De drie gesignaleerde ontwikkelingen bleken gemakkelijk om te vormen tot convergerende lijnen, die samen kwamen in het nieuwe blad: Kontekstueel. Tijdschrift voor gereformeerd belijden nú.

Veranderde context
De naam die voor het blad gekozen werd gaf duidelijk aan dat de oprichters ervan overtuigd waren dat het gereformeerde belijden steeds weer gestalte moest krijgen in een veranderde context. Ze hadden het blad dan ook kunnen tooien met de naam Contextueel. De alternatieve spelling van die tijd, die verder nooit gemeengoed geworden is, was echter: ‘kontekstueel’ en bewust werd daarvoor gekozen. Het leek revolutionairder dan het was, maar het onderstreepte in ieder geval ook dat woordje ‘nú ’ in de ondertitel. Het mag best bijzonder genoemd worden dat een blad dat zo de nadruk legt op de context na veertig jaar niet alleen nog bestaat, maar steeds weer jonge lezers weet aan te trekken. Dat betekent volgens mij twee dingen. In de eerste plaats is de redactie door de jaren heen niet vast blijven zitten in de context van toen, maar is ze voortdurend blijven meebewegen met de ontwikkelingen van de tijd. Niet om die slaafs te volgen, maar om steeds weer te zoeken naar een kritisch en helpend woord om de roeping van gelovigen in het heden te dienen. In de tweede plaats zit er in dat gereformeerde belijden blijkbaar genoeg potentie om relevant te blijven te midden van ingrijpende veranderingen.

Vloeibaar en weerbaar
Toen Kontekstueel werd opgericht ging het vooral om het vloeibaar maken van de traditie. De grote gereformeerde traditie mocht niet verzanden in groepsdenken, sjibbolets, kerkelijke versnippering en conservatisme. Voor sommigen was dat toen het aantrekkelijke van het blad, voor anderen was het juist een reden om zich op een afstand te houden. Vanuit de redactie van De Waarheidsvriend werd zelfs gevreesd dat Kontekstueel zich tot een ‘vijfde colonne’ zou ontwikkelen, met andere woorden: verraad zou plegen aan de zaak waarvoor men zei op te komen. Na zoveel jaren kan vastgesteld worden dat dit niet is gebeurd. Het aantrekkelijke van het blad zal voor de meesten nu echter niet meer liggen in de behoefte aan het vloeibaar maken van de traditie. Immers is in de afgelopen jaren alles vloeibaar geworden, zoals de invloedrijke Poolse filosoof Zygmunt Bauman (1925-2017) dat trefzeker formuleerde. De Vlaamse psychiater Dirk de Wachter riep zelfs de herkenning van zeer velen op toen hij onze tijd typeerde met de term ‘borderline times’. Zekerheden die houvast gaven verdwenen een voor een. En in een nieuw soort vrijheid die tegelijk aanlokkelijk, onwennig en angstig voelt, bevindt zich de dolende kiezer en de tegen zinloosheid vechtende burger van een maatschappij waarin beurteling de uitersten worden omarmd. Deze culturele verschijnselen zijn aan de kerk niet voorbij gegaan. Het institutionele kerk zijn ligt zwaar onder vuur, het algemeen en onbetwijfeld christelijk geloof is geworden tot niet meer dan een optie (Charles Taylor). Het christelijk geloof verdampt voor onze ogen, terwijl we misschien juist in de afgelopen jaren zo ons best gedaan hebben om het in opvoeding, catechese en prediking ‘bij de tijd’ te brengen. Het aantrekkelijke van een blad als Kontekstueel kan dan niet zijn om hier nog eens een schepje bovenop te doen door te blijven pleiten voor het vloeibaar maken van de traditie. Veeleer gaat het nu om weerbaarheid en een nieuw geworteld raken in de traditie: de grote christelijke traditie, en de gereformeerde traditie in het bijzonder. Weerbaarheid is iets anders dan de hakken in het zand zetten. Dat laatste zal ook niet baten, want wanneer alles vloeibaar geworden is heb je aan hakken in het zand niet veel, dan val je vroeg of laat alsnog om. En het uithouden op enkele rotsformaties te midden van de woelige zee is ook niet de oplossing. Het brengt je in een onvruchtbaar isolement en ook de rotsformaties gaan eroderen. Weerbaarheid vanuit een nieuw en dieper geworteld raken is wat anders. Daar zie ik de taak voor Kontekstueel in de komende jaren. Met snelle en goedkope antwoorden ben je dan niet klaar. Je zult zelf je eigen traditie steeds weer moeten verkennen om te zien waar de kracht ligt voor vandaag.

Exclusief of uitnodigend
In de ondertitel van het blad gaat het over het gereformeerd belijden. Daarin lijkt iets exclusiefs te zitten. Het gereformeerde belijden is dan niet het rooms-katholieke belijden, en ook niet het anglicaanse, het lutherse, het oosters-orthodoxe. Zo’n opvatting van ‘gereformeerd’ kan in onze tijd nauwelijks wervend zijn. Niet alleen vrijzinnige maar ook orthodoxe christenen hebben tegenwoordig in het algemeen een sterke afkeer van alles dat riekt naar exclusief. Dan is het goed om te zeggen dat dit exclusieve nooit de strekking geweest is van wat in de kringen van Kontekstueel onder gereformeerd werd verstaan. De gereformeerde reformatie verstond zichzelf als een vernieuwing van het katholieke christelijke geloof, als een herijking van de grote traditie van de kerk. Calvijn viel vele malen terug op de kerkvaders uit de derde en vierde eeuw. Ook was hij oecumenisch ingesteld. Met lede ogen zag hij aan dat de reformatiebewegingen tegenover elkaar kwamen te staan. Opkomen voor de gereformeerde traditie vandaag en daarin een nieuwe worteling zoeken betekent daarom niet het buitensluiten van de andere christelijke tradities. Het is juist een boeiende uitdaging om te onderzoeken waarin deze tradities elkaar versterken, juist met het oog op de huidige context waarin heel het christelijk geloof zijn vanzelfsprekendheid heeft verloren, en niet een bepaalde denominatie alleen.
Om het misverstand van het exclusieve te vermijden zou wellicht de term ‘uitnodigend gereformeerd‘ gebruikt kunnen worden. Kontekstueel is het blad dat niet een exclusief gereformeerd recept aandraagt in de huidige borderlinetijden, maar wel een blad dat met overtuiging ingrediënten uit de gereformeerde keuken aandraagt. Het gereformeerde belijden overstijgt de waan van de dag, verbindt ons met het geloof van de kerk der eeuwen, en bewaart ons bij de psalmen die in elke tijd nieuw blijken te zijn. Het gereformeerde belijden doet ons Gods ongekende gang aanbidden door de tijden heen. In zijn soevereine genade deed Hij ooit hier in Europa het zaad van het evangelie ontkiemen, maar wanneer de vrucht uitblijft en de landlieden in zijn wijngaard het heft in eigen hand hebben genomen, is Hij volkomen vrij de wijngaard aan een ander of aan andere volken te geven. (Matteüs 21:41) Met andere woorden, ook het belijden van de verkiezing in de gereformeerde traditie blijft actueel en wordt wellicht weer op een nieuwe manier actueel. In het begin van dit artikel noemde ik de dubbele beweging die Graafland steeds maakte in zijn onderzoek van de gereformeerde traditie. Toegepast op het thema van de verkiezing betekent dit dan: eerlijk kijken naar de eigen traditie, waarin dit woord van een bevrijdend woord in de Bijbelse verbanden tot een benauwend woord in de latere traditie is geworden, maar je hier niet door laten verlammen. Integendeel. Uitgedaagd door de tijd, waarin alles vloeiend geworden is, ontdekken we opnieuw dat ons juist in die traditie vastheid wordt geboden. Wij hoeven het christelijk geloof niet te redden, wij hoeven ons niet in alle mogelijke bochten te wringen om het ook vandaag nog aan de man te kunnen brengen. We hoeven zelfs niet ons eigen geloof midden in de aanvechting van de postmoderne cultuur overeind te houden.

Uitnodigend gereformeerd. Misschien is dat nog wel een betere ondertitel dan ‘gereformeerd belijden nú’. We zien het gereformeerde belijden als een permanente uitnodiging om te ontdekken waar het ons kan helpen nu alles vloeiend is geworden. We laten ons steeds weer verrassen en roepen vervolgens anderen erbij om mee te kijken: moet je eens zien wat ik gevonden heb! Omgekeerd zijn we ook bereid ons te laten verrassen door anderen, die op hun beurt nieuwe rijkdommen in hun traditie hebben gevonden.

Dr. W. Dekker is emeritus predikant in de PKN, een van de initiatiefnemers van Kontekstueel en lid van de redactie. Mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

 

  • Raadplegingen: 461