nr2 • 2010 • Redaktief
november 2010 (25e jaargang nr. 2)
Redactief
Marja Brak
Het was onze snel ingeburgerde prinses Máxima, die velen de gordijnen in joeg met haar conclusie dat de Nederlandse identiteit niet bestaat. Opeens kwam de Nederlander uit de kast: wat denkt zij wel?! Ze leek een beetje dom en dat nog wel met een echtgenoot die geschiedenis heeft gestudeerd. Nu behoor ik tot degenen die hun vraagtekens zetten bij het historisch besef van onze toekomstige koning, dus of hij de gewraakte uitspraak voorkomen zou hebben als zijn echtgenote hem haar tekst had voorgelegd, waag ik te betwijfelen. Dan is daar ook nog de PVV-voorman, die regelmatig refereert aan de joods-christelijke wortels van onze maatschappij, waaraan naar believen soms het humanisme nog wordt toegevoegd. We zitten met dit nummer over de identiteit van ons land en zijn bewoners dus midden in de actualiteit.
‘Mensen die geen goed geschiedenisonderwijs hebben gehad, zijn gevoelig en vatbaar voor onzin. Die beweren bijvoorbeeld dat er geen nationale identiteit is.’ Zo begint historicus Ton van der Schans zijn artikel. Daarmee is de toon van dit nummer gezet: veel oog voor het historisch perspectief. Maar niet minder voor de identiteit van de christen: burger van het Koninkrijk der Nederlanden én – of allereerst – van het Koninkrijk van God. En kan religie, ook in een multiculturele context, een verbindende rol spelen? Wat te denken van een soort ‘civil religion’, zoals in Amerika? We hopen dat de deskundigen die aan dit nummer meewerken u verder helpen in uw meningsvorming over een onderwerp dat buitengewoon actueel is.
Het is stevige kost, maar ter afwisseling kunt u de Kroniek lezen. Luchtig van toon, maar met een diepe ondertoon. Er was een kerkscheuring, waarbij het woord ‘lijden aan’ veelvuldig werd gebruikt. Maar hoe diep zit dat lijden? En waar het er werkelijk is, moet daar niet geheeld worden?
Kan wie geen Veluwenaar is de boeken van dr. Henk Vreekamp echt vatten? Is het een kwestie van geboortestreek of van karakter als je je vragen hebt bij het mythische en mystieke van waaruit hij schrijft? Ons redactielid Wim Dekker – zelf geboren en getogen op de Veluwe - probeert in ‘Laatst geboekt’ de ziel van Vreekamp bloot te leggen. Nuttig voor geboren westerlingen die behoefte hebben aan helderheid, maar die óók getroffen worden door Vreekamp. Tot die categorie reken ik mezelf. En het mooiste van dit hele nummer? Volgens mij het Veluwse gedicht waarmee Dekker besluit: ‘De hemel jonge da’s alle daag’n schaap’nmark’.