nr4 • 2009 • Reactie Van Meijeren
april 2009 (23e jaargang nr. 4)
Met nieuwe onbevangenheid kijken
Reactie op lezingen Lezersdag
drs. G. van Meijeren
Het artikel van de sociaal psycholoog Welzer* geciteerd door Plaisier was ook bij mij blijven haken. Plaisier gebruikt het om aan te geven dat het heel moeilijk blijft – ook voor godsdienstsociologen - om omslagpunten te voorzien. Ik heb het artikel van Welzer echter anders gelezen. Welzer laat zien dat gebeurtenissen die latere generaties als historisch beschouwen, op het moment dat ze plaatsvinden, zelden als historisch worden gezien. Franz Kafka schrijft in zijn dagboek op de dag na de oorlogsverklaring aan Duitsland: Duitsland heeft Rusland de oorlog verklaard – ’s middags zwemles.
Met andere woorden: de dagelijkse gang der dingen schept de illusie van rust. Is het echt zo erg, de kredietcrisis, de milieucrisis, de secularisatie? De bank staat er nog. Dit jaar lag er weer ijs. Hoezo opwarming van de aarde? De kerk is nog steeds open. We kunnen doorgaan zoals altijd. En sociologen maken heus ook fouten.
Seismografen
Is dat onwil? Zo werkt het gewoon. In hoeverre dringt tot mij door dat ik als christen of als christelijke gemeente tot een minderheid behoor? Ook op plaatsen waar het aantal kerkgangers gedecimeerd is, wordt dat lang niet altijd onderkend. Sociologen zijn als seismografen. Ze registreren de trillingen en de bevingen in de aardkorst. Misschien kunnen ze ook voorspellen waar een breuk optreedt, hoe de trends zijn, maar ze treden vooral registrerend op. En dat is waardevol. Achteraf kregen zij vaak gelijk.In 1988 was er in de Hervormde synode een spraakmakende discussie over Godsverduistering. God zelf is uit het zicht geraakt en de secularisatie werd gezien als de grote aanvechting en uitdaging van onze tijd. Twintig jaar later is die aanvechting m.i. niet veranderd. Mensen – buiten en binnen de kerk - kunnen zich heel goed overeind houden zonder God. De opleving van religie ten spijt. (Als die opleving daar juist geen uiting van is.) Over Godsverduistering hoor je nu niet meer. Er is een omslag gekomen in de visie op de kerk. De crisis werd niet langer als een bedreiging gezien maar als een kans, een uitdaging. Met veel nieuwe initiatieven en positieve energie. De tobberigheid voorbij!
Dat spreekt aan, maar kan ook een vlucht naar voren zijn om te ontkennen dat de bakens verzet worden. Maar wat als je – zoals Ds. Anne Marijke Spijkerboer zegt in de NCRV gids (nov. 2008) – in een oude hervormde kerk staat te preken voor zestien mensen? Dat is ontmoedigend. Dat doet pijn.
En dan zijn er ook nog de onderzoekers die berichten dat de secularisatie niet gestopt wordt door kerkplanting. Er is veel eer sprake van het rondpompen van christenen…
Bescheiden en zelfbewust
Het gaat mij er niet om somber te doen. Meer om realiteitszin. God is voor zeer velen niet meer relevant. Het christendom is/gaat weg. Stoffels onderstreept dat in een m.i. plausibel verhaal. En zeker, dat ligt per plaats verschillend. In een dorp met elementen van de volkskerk zijn er vaak nog allerlei ingangen die benut kunnen worden om mensen te bereiken. Toetreders! Liefhebbers! Herintreders! Maar velen vertrekken zonder te groeten. Hoe zal het verder gaan? Een paar punten:
Stoffels zegt – de kerk moet zich beraden op zijn minderheidspositie met goede theologie. Dat deel ik. Plaisier noemt het woord missionair. De vraag is wat je daarmee bedoelt. Missionair zal allereerst moeten betekenen het toerusten van de eigen gemeenteleden. De eredienst als een plek die je hard nodig hebt om je hoofd boven water te houden. Training om als gelovig mens je weg te zoeken in de samenleving. Het spellen van het bijbels ABC om te zien waar het op aankomt. 'Wat geloven wij werkelijk?'(Bonhoeffer) Oefening in de navolging van Christus.
Het is het perspectief van de kleine gemeente – nee niet de romantiek van small is beautiful –die als werkplaats van de Geest hoop biedt en licht verspreidt. Zoals Stoffels het noemt: bescheiden en zelfbewust. Bewust van Gods beloften. Barnard zegt: De prille kerk leefde eigenlijk, zo men wil, erg introvert. Zij lééfde alleen maar. En dat is uitdaging genoeg gebleken (in: Stille omgang)
Plaisier wil terecht geen dichtgetimmerde strategie voor de kerk. Ik ben benieuwd wat dat oplevert bijv. rondom de herziening van de kerkorde dit jaar.
Volharding en vrijmoedigheid
Plaisier en Stoffels brengen de traditie in. Kerken hebben een voorsprong van eeuwen waar het gaat om kennis van God, religieuze cultuur, moraal, rituelen, omzien naar anderen etc. (Stoffels). Zo is dat. Die traditie kan worden ingebracht, maar zonder – zegt Plaisier – in traditionalisme te vervallen. Voor dat laatste ben ik steeds minder benauwd. Het gaat erom dat de kerk haar traditie vruchtbaar maakt voor vandaag. En dat lukt alleen als je er met nieuwe onbevangenheid naar kijkt. Anne Marijke Spijkerboer noemt als voorbeeld, dat zij het graag weer over zonde zou willen hebben. En schuld en opoffering. Dat laatste was voor haar een waardeloos woord. ‘totdat ik me realiseerde hoe wij in onze cultuur voortdurend bezig zijn met onze eigen ontplooiing.’
Met het oog op de toekomst noem ik twee woorden - volharding en vrijmoedigheid. Volharding is: gerichtheid op God én ook het verdragen van moeiten. Dat lukt alleen als je hoop hebt. Vrijmoedigheid betekent dat je alles zegt wat je te zeggen hebt. Vrijuit sprekend. Wij zijn vaak zo benauwd. In het NT (zo John van Eck) is dat trouwens ook een politiek begrip. Het is iets als vrijheid van meningsuiting. De Atheners waren er trots op en wij zouden dat ook moeten zijn.
Deze week las ik (Joh. 4) hoe Jezus van Jeruzalem naar Samaria reist om dan in Galilea aan te komen. In Jeruzalem weet men Hem niet te waarderen; in Samaria ligt dat al weer anders. Maar in het donkere Galilea der heidenen waar alle aanknopingspunten ontbreken daar bloeit het geloof op. Ik zie dat als een belofte voor de toekomst.
drs. G. van Meijeren is predikant (PKN) te Dirksland
Noot: NRC Handelsblad 12-01-09 nog te lezen op website Der Spiegel - Blindflug durch die Welt (29.12.08)