nr5 • 2007 • gedicht A.F. Troost
juni 2007 (21e jaargang nr.5)
Dank, goede God van al wat leeft
Dank, goede God van al wat leeft,
voor brood dat voedt en vreugde geeft;
want wie het proeft die proeft het land
waar schoven dansen, hand in hand.
Daar zal de reis door de woestijn
eens en voorgoed ten einde zijn -
door Hem die reeds verrezen is,
wiens dood het brood des levens is.
Het meel dat gistte is gekneed,
geslagen, hard en lang en breed,
het is de oven ingegaan,
het heeft het heetste vuur doorstaan.
Het is gebakken van het zaad
dat in de aarde snel vergaat,
maar kiemt en korenhoog verrijst
en naar de grote oogst verwijst.
Dank, goede God van al wat leeft –
wat Gij royaal te delen geeft:
het brood, de drank in kruik en kan,
het smaakt naar méér – naar Kanaän!
Tekst: André F. Troost
Melodie: Gezang 378