Skip to main content

nr3 • 2004 • Passie voor Preken

januari 2004 (18e jaargang nr. 3)

Passie voor Preken
Een verhaal over de verkondiging

Dr. J.R. Douma

Waar staat Passie voor Preken voor? Die vraag wordt dikwijls gesteld over deze nieuwe preekbeweging. De beweging is nog in ontwikkeling (en dat zal ook wel zo blijven, daar is het een beweging voor) en datzelfde geldt voor de beeldvorming rond de beweging. De een meldt zich enthousiast aan als deelnemer: ‘Hier vind ik de inspiratie en de praktische hulp die ik zo nodig heb voor de wekelijkse uitdaging om het evangelie van Christus dicht bij de mensen te brengen.’ De ander is gereserveerd, want sluit de beweging en waar zij voor staat niet te goed in het plaatje van de postmoderne, consumentistische cultuur waarin het vaak niet meer gaat om de boodschap maar om de boodschapper? Om de verdere beeldvorming rond Passie voor Preken enigszins in goede banen te leiden, schrijf ik – als mede oprichter van de beweging – dit artikel.

Preken is prachtig

Als Passie voor Preken één ding niet wil, dan is dat: meedoen in het jammeren over de prediking. Er wordt door velen alleen maar geklaagd over de prediking. Kerkgangers raken keer op keer teleurgesteld. Voorgangers roepen dat het allemaal zo moeilijk is en dat de hoorders zijn verwend. Nog weer anderen zeggen dat de preek haar langste tijd heeft gehad omdat ze niet meer zou passen in onze beeld- en emotiecultuur. Het zal allemaal wel waar zijn.
Wij geloven dat God mensen roept om zijn geweldig goede evangelie door te geven aan anderen. Wij geloven dat het een voorrecht is om waar en wanneer dan ook een preekstoel (of een podium) te beklimmen en in de Naam van Jezus Christus het heil uit te roepen. Wij geloven dat de Geest van Christus werkt wanneer de Schriften open gaan om met hart en ziel gehoord te worden. Kortom: preken is prachtig!
Wat de kerken nodig hebben zijn predikers die dit weer echt geloven. Zijn onze vaak massieve theologische betogen – die zeker aanspraak kunnen maken op waarheid, daarover geen misverstand – niet te vaak als een soort harnas dat we aantrekken om onze verlegenheid te verbergen? Passie voor Preken wil die verlegenheid omzetten in verlangen. Het is waarlijk een geweldig voorrecht om te mogen preken! Dat zeggen de Schriften toch ook? ‘Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten van de vreugdebode, die vrede aankondigt, die goede boodschap brengt, die heil verkondigt’ (Jesaja 52:7).

Dichtbij in drieën

Een dergelijke vreugdekreet vraagt uiteraard ook om een vervolg. Passie voor Preken houdt van slogans, maar wil tegelijk wel degelijk inhoudelijk bezig zijn met de prediking. De kern van onze visie hebben we als volgt in drieën verwoord:

1. Dichtbij het Woord
2. Dichtbij de hoorders
3. Dichtbij jezelf

Het gaat mis met onze preken als we ons niet vol verwachting overgeven aan het Woord van God. Want: ‘Dat Woord is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard’ (Heb. 4:12). Het is het Woord van een veelszins vreemde God die toch in Jezus Christus, zijn diepste Woord, heel nabij is gekomen (Joh. 1:14). Het is het Woord dat ons nabij is: ‘in uw mond en in uw hart, namelijk het woord des geloofs, dat wij prediken’ (Rom. 10:8).
Het gaat mis met onze preken als we niet ons uiterste best doen om dicht bij de hoorders van nu te komen. Preken in het eerste decennium van de 21e eeuw is niet hetzelfde als preken in de zeventiger jaren van de vorige eeuw of als preken in de 16e eeuw. We hebben te maken met (kerk)mensen die leven in onze huidige cultuur. Daaraan kunnen we niet achteloos voorbijgaan. Natuurlijk is ook cultuurkritiek op haar plaats, maar dan wel nadat we geconstateerd hebben dat we hoe dan ook deel uitmaken van onze postmoderne cultuur. Het is een cultuur waarin ervaring en emotie zeer belangrijk zijn: ‘Sentio ergo sum’ (Ik voel dus ik ben). Maar als we daarin niet allereerst ook een heilzame correctie horen op een cultuur die beheerst werd door het rationele ‘Cogito ergo sum’ (Ik denk dus ik ben), dan hebben we nog niet werkelijk geluisterd.
Het gaat mis met onze preken als we zelf niet zijn gegrepen door dat Woord. Het evangelie van Jezus Christus moet volkomen beslag leggen op ons denken en voelen en zo ook op ons spreken. Want hoe zullen de mensen horen zonder prediker (Rom. 10:14)? God heeft ons niet alleen gelaten met een boek, maar Hij heeft ons medemensen gegeven, broeders en zusters, die, geraakt en van hun stuk gebracht door het vreemde-nabije Woord, uit de rijen naar voren stappen, zich bewust van hun roeping, om de gemeente van Christus aan te kijken en haar te dienen met het Woord dat in hun mond en in hun hart is (opnieuw: Rom. 10:8).

Geest en kracht

Aan de drieslag ‘dichtbij het Woord – dichtbij de hoorders – dichtbij jezelf’ voegen we graag nog een vierde element toe. Dat element ontlenen we aan de bekende woorden die Paulus wijdt aan zijn prediking, veel en graag geciteerd door predikanten die wel eens moe worden van de hoge eisen die aan hen worden gesteld. ‘Ook kwam ik in zwakheid, met veel vrezen en beven tot u; mijn spreken en mijn prediking kwam ook niet met meeslepende woorden van wijsheid’ (1 Kor. 2:3v). Daarover heb ik al heel wat verhalen gehoord (vaak ter verdediging van de eigen preekstijl). Maar zelden of nooit werd er doorgelezen. Want inderdaad: Paulus plaatst zichzelf niet op de voorgrond en hij geeft aan geen behoefte te hebben zijn spreken aan te passen aan de heersende verwachtingspatronen. Maar Paulus zegt nog meer, positief: ‘mijn spreken en mijn prediking (…) kwam met betoon van geest en kracht’. Hier wordt iets verwoord wat verder gaat dan ‘alleen maar’ ‘bescheiden’ het Woord bedienen, alsof de bedienaar er volstrekt niet toe doet. ‘Met betoon van geest en kracht’!  Hoe de prediking van Paulus verder ook gekwalificeerd moet worden (in retorische termen), er gebéurde in elk geval wat als hij sprak. Er was geest! Er was kracht! Al te gemakkelijk wordt Paulus voorgesteld als een saaie en zwakke spreker. Inderdaad, het waren niet zijn woorden die het verschil uitmaakten, maar de Geest en de kracht van God.
En die komen niet automatisch, als vanzelfsprekend mee als mensen op kansels het Woord nemen. Op meerdere plaatsen in het Nieuwe Testament wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds de Woorden en anderzijds de Geestkracht. Zo in 1 Korintiërs 4:20: ‘Want het Koninkrijk Gods bestaat niet in woorden, maar in kracht.’ En ook in 1 Tessalonisenzen 1:5: ‘Onze evangelieprediking is niet slechts in woorden tot u gekomen, maar ook in kracht en in de heilige Geest en in grote volheid.’
Op grond hiervan willen we binnen Passie voor Preken ook veel aandacht besteden aan de vraag wat dat nu is: preken met betoon van Geest en kracht. Want de veelgebruikte uitdrukking ‘Het Wóórd moet het doen’ kan gemakkelijk een theologische formule worden waaruit de kracht van de Geest is weggelopen. Preken is: preken in het krachtenveld van de Geest. En die Geest laat zich niet vastleggen in de uitgebalanceerde, exegetisch-verantwoorde en theologisch-correcte zinnen die wij aan elkaar smeden tot een preek.

Van God gezonden

Voordat ik nu nog wat nader inga op een paar speerpunten van Passie voor Preken (want die zijn er natuurlijk wel), nog iets over ambt en roeping. Buiten elke discussie staat dat de prediker een gezondene is. Een predikant gaat nooit de kansel op om als performer een gemeente te entertainen. Hij is ambtsdrager en hij wil dat weten ook. En zijn enige gezag is het gezag van het Woord van Christus. Niet voor niets stelt Paulus zich aan het begin van zijn brieven altijd voor als een dienstknecht of een geroepen apostel van Christus Jezus. Hij komt niet in zijn eigen naam, maar in de Naam van zijn Heer, de Gekruisigde, die leeft!

Speerpunten

Na dit alles gezegd te hebben, is het tijd om wat verder in te gaan op een aantal specifieke thema’s waar Passie voor Preken aandacht voor vraagt. Want deze preekbeweging heeft niet als hoofddoel: nog eens het theologische verhaal vertellen dat verteld kan en moet worden over het gebeuren dat wij prediking noemen. Want met alleen het vertellen van dat verhaal zijn we er niet. Het kan niemand ontgaan dat kerken leeglopen, dat velen zondag aan zondag teleurgesteld zijn in de preken die ze horen en dat vele predikanten aan het vastlopen zijn in hun preekwerk. Temidden van dat alles roept Passie voor Preken: ‘Preken is prachtig!’ In betrekkelijk willekeurige volgorde licht ik een paar speerpunten toe.

1. De preek als communicatie
In de klassieke opleidingen tot predikant is de preekvoorbereiding eigenlijk altijd opgevat als een proces waarin het komt tot een uitgeschreven preek, die meestal ook zo mee ging op de kansel. Wat we van de moderne communicatiewetenschappen in elk geval kunnen leren, is dat preken ook een vorm van communicatie is: er staat iemand (zender) voor een publiek (ontvangers) met het verlangen om een boodschap over te brengen. In de huidige cultuur is het in dergelijke communicatie heel belangrijk dat er ook daadwerkelijk contact is tussen spreker en hoorders. De uitgeschreven preek vormt in dat contact een barrière, omdat werkelijk oog-contact (uiting van contact van-hart-tot-hart) moeilijk blijkt te zijn en omdat het bijna onmogelijk is om te reageren op communicatieve signalen van de luisteraars (de volgende zin van de preek ligt immers al vast).
In de cursus Preken met Passie wordt daarom veel nadruk gelegd op de preek als communicatie. Het is sterk de vraag of het klassieke betoog zoals dat lange tijd gehouden is in de kerken communicatief gezien nog wel aansluit bij de luisteraars in de kerk. Daarom wordt in de cursus geoefend met de zogenaamde mind-mapping-techniek. Dat komt er op neer (te kort samengevat) dat een grondig voorbereide preek, die eventueel zelfs een keer helemaal is uitgeschreven, op een overzichtelijke wijze op een A4tje in trefwoorden wordt genoteerd. Door de grondige voorbereiding weet je als predikant wat je bij elk trefwoord wilt zeggen, en heb je bij het houden van de preek dus alle ruimte om ook werkelijk contact te hebben met de luisterende gemeente.
Zelf werk ik sinds 1 juni 2003 (Pinksterzondag…) op deze wijze. Tot die tijd heb ik al mijn preken uitgeschreven en zo meegenomen de preekstoel op. Toch bevredigde dat hoe langer hoe minder. Want hoe je het ook keert of wendt: een geschreven preek leidt tot schrijftaal op de kansel, en dat is duidelijk wat anders dan spreektaal. Ook merkte ik dat ik me niet vrij voelde: ik verschanste me als het ware achter een uitgeschreven preek waarbij ik me veilig en zeker voelde. Maar dit ging dus – in elk geval bij mij – ten koste van de vrijmoedigheid die er in het preken mag zijn, juist omdat de prediking plaats vindt in het krachtenveld van de Geest. Het afstappen van een uitgeschreven preek op de kansel is voor mij ten diepste een geestelijke beslissing geweest: als ik geloof dat de Geest van Christus zondagmorgen het Woord wil nemen, waarom heb ik er dan zoveel behoefte aan om tot op de centimeter nauwkeurig van te voren vast te leggen wat er gezegd moet worden?
Uiteraard betekent dit niet dat ik onvoorbereid de kansel op ga. Mijn voorbereidingen zijn eerder intensiever geworden: ik lees meer, ik overweeg meer, ik bid meer, en de voorbereiding komt tot een eerste afronding in het maken van een mind-map. Voor mijzelf is de belangrijkste vrucht dat ik met veel meer vrijmoedigheid en ook met veel meer Geestelijk plezier preek. Ik mag op de kansel staan in de vrijheid van de Geest van Christus! En waar ik in eerdere jaren vaak te horen kreeg: ‘je preekt helder en duidelijk’ hoor ik nu steeds vaker: ‘je preekt bevlogen en bewogen, je meent wat je zegt, het maakt indruk, ik word erdoor geraakt.’ En dat ervaar ik allemaal als niets anders dan genade! Het gaat er niet om dat ik zo nodig ‘uit het hoofd moet preken’ (dat is ook niet de essentie, eerder is dat: ‘uit het hart preken’), het gaat erom dat Gods Woord, dat niet gebonden is, in alle vrijheid en vrijmoedigheid naar Christus’ gemeente komt.

2. Christus preken
Op de website van Passie voor Preken staat het bijbelse motto van deze beweging: ‘Wij prediken Christus, de kracht Gods en de wijsheid Gods’ (1 Kor. 1:24). Het is onze diepe overtuiging dat de prediking hét middel is om Christus voor te stellen aan de gemeente, of zoals Paulus het uitdrukt, om Christus als gekruisigde voor de ogen te schilderen (Gal. 3:1). De gemeente van de opgestane Heer, verlangt er ook naar om Hem te ontmoeten in de prediking. Onze preken moeten daarom ook voor alles Persoon-lijk zijn. De gemeente mag worden geholpen om telkens weer en telkens meer de ogen te openen voor Jezus in al zijn heerlijkheid! Zijn veel van onze preken toch niet te zeer vrij saaie uiteenzettingen over een bijbeltekst? Zoeken we de kracht van onze preken toch niet nog teveel in degelijke exegese en keurige dogmatiek terwijl we vergeten dat prediking alleen krachtig is als Jezus Christus daarin naar ons toekomt? Zijn onze preken ook vaak niet erg moralistisch omdat we vergeten dat ook al onze ethische wijsheid alleen in Christus te vinden is (vergelijk: Kol. 2:3).
Uiteraard moeten de preken gebaseerd zijn op de bijbel. En het is ook telkens de specifieke tekst in haar context die kleur geeft aan de wijze waarop Jezus Christus deze keer wordt voorgesteld aan de gemeente. Maar zijn onze preken toch ook niet te vaak alleen maar inwijding in de Schriften zonder daarin ontmoeting met Jezus te zijn? Zelf preek ik vanuit deze stelregel: ‘Aan het begin van de preek staat niet een tekst, maar een Persoon: Jezus!’ Onze preken moeten behalve door onze missie (we zijn gezondenen) ook worden gedragen door onze passie: passie voor Christus. Ook daarin mogen we navolgers van Paulus zijn: ‘Ik acht zelfs alles schade, omdat de kennis van Christus Jezus, mijn Here, dat alles te boven gaat’ (Filp. 3:8). Is dat ook de waarheid van ons leven als predikers? En merkt de gemeente dat ook aan ons?

3. Preek en gebed
Een tijd geleden vond ik op het internet een mooi artikel met de al even prachtige titel: ‘The Priority of Prayer in Preaching’ (nu te vinden via www.passievoorpreken.nl). Het bevat een uiteenzetting over de rol van het gebed bij de verkondiging van het Woord. Het is één lang pleidooi om te ontdekken hoezeer prediking krachtig wordt naarmate het gepaard gaat met gebed. In Handelingen 6:4 staat dan ook dat de twaalven (de apostelen) zeggen: ‘Wij zullen ons houden aan het gebed en de bediening van het Woord’. Wellicht dat zelfs de volgorde veelzeggend is, maar in elk geval wordt duidelijk dat gebed en prediking onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Onze preken moeten gedrenkt zijn in onze gebeden (en in de gebeden van de gemeente!).
Dat is ook de essentie van de meditatieve omgang met het Woord van God in de preekvoorbereiding. Vaak wordt dat nog opgevat als: associatief je gedachten wat laten gaan over de preektekst. Nu is dat ook een heel nuttige bezigheid, maar mediteren is vooral: de bijbel bidden, in biddende ontvankelijkheid wachten op wat God zegt door zijn Woord. Hoeven we dan niet meer te exegetiseren? Ja, natuurlijk wel (als dat dan maar niet bestaat in het raadplegen van zoveel mogelijk commentaren, maar in zelfstandige exegetische analyse van de tekst). Maar primair is het de Geest Zelf die ons in de waarheid leidt, als we Hem daarom bidden. Daarbij mogen ook de exegetische hulpmiddelen worden gebruikt, als dat maar voortdurend gepaard gaat met gevouwen handen.

4. Preken die veranderen
Wat willen we eigenlijk bereiken met onze preken? Het is uitermate belangrijk om ook over die vraag concreet na te denken. Wat wil ik eigenlijk met mijn preek van aanstaande zondagmorgen? Als ik daar als predikant geen kort en helder antwoord op kan geven, moet ik niet verbaasd zijn als ook de gemeente dat niet kan. Sommige preken zijn als een schot hagel: het gaat alle kanten op en het landt nergens. Maar een goede preek is als een pijl van God, die het hart raakt en tot overgave brengt! (A.J. Krol) Is dat wat we willen met onze preken? Dat mensen zich overgeven aan de God van Jezus Christus?
Naast overgave (of wellicht vooral als gevolg ervan) is verandering cruciaal. Preken willen verandering teweeg brengen. Die verandering kan vele gestalten aannemen: verdiept inzicht, ervaring van troost, bekering van een zonde, hernieuwde liefde, dieper besef van zonde, zich bemoedigd weten enzovoort. Mikken veel van onze preken niet teveel op informatie in plaats van transformatie?
Passie voor Preken wil ook deze vragen praktisch thematiseren door bewust aandacht te vragen voor de doelstelling van de preek. Natuurlijk kan de Geest met onze preken heel andere doelen bereiken dan wij ons hebben voorgenomen. Maar dat neemt onze verantwoordelijkheid niet weg.

Inspiratie

Waar staat Passie voor Preken voor? Het bovenstaande geeft de richting aan. Passie voor Preken wil een interkerkelijke beweging zijn die predikers inspireert en toerust om hun taak als verkondigers van het evangelie van Christus Jezus vol overtuiging uit te voeren. Dat betekent ook dat onze preekbeweging een keuze maakt als het gaat om thema’s die aan de orde komen. Dat zullen altijd thema’s zijn die heel dicht tegen de wekelijkse praktijk van de prediking aanliggen. Wij ontkennen niet het belang van een (kritische) doordenking van allerlei hermeneutische vragen, van onze postmoderne cultuur en de invloeden daarvan op de hoorders in de kerk, of van de prediking in de tijd van de Reformatie (om een paar willekeurige voorbeelden te noemen). Al deze thema’s zijn van wezenlijk belang en komen uitgebreid aan de orde in bijvoorbeeld de context van de universitaire opleiding. Wij willen ons daar dus niet allereerst op richten. Want wij geloven dat er nu vooral ook heel dringend behoefte is aan bemoediging en inspiratie om aanstaande zondag weer zo te kunnen preken dat gelovigen (en niet-gelovigen) zeggen: ‘Hier gebeurt iets! De Geest spreekt ons aan in onze taal!’

Dr. J.R. Douma is predikant van de gereformeerd-vrijgemaakte Fonteinkerk in Haarlem, mede-oprichter van Passie voor Preken en leider van de Visiegroep (in wording) van deze preekbeweging.