Skip to main content

nr1 • 2012 • Kroniek

september 2012 (27e jaargang nr. 1)

Kroniek

Verlangen en angst van dominee 2.0

Ds. P.L. de Jong

Begin juli verscheen het Manifest dominee 2.0. Een hartenkreet van een aantal jonge theologen, bijna-dominees en dominees die bezig zijn met hun eerste rondjes om de kerk. Onder hen veel vrouwen. De toon is dan ook heftig en zelfbewust. Ze lopen over van roepingsbesef, vrijmoedigheid, overtuiging en enthousiasme. De kerk mag aan het wegzakken zijn in de marge van de samenleving, dat deert hen totaal niet.

Zij komen eraan, zij gaan pers se het licht niet uitdoen, ze hebben er heel veel ‘zin an’, ze gaan hun generatiegenoten – twintigers en dertigers bij wie het licht in veel gevallen nog nooit aan ging – overtuigen van de relevantie van kerk, geloof en God voor hun leven. Want zo is hun eigen positieve geloofservaring en dus zijn zij de meest aangewezen predikanten om die verloren generatie met hun kroost bij kerk en geloof te gaan betrekken.

Angst

Behalve een roerend roepingsbesef leeft er in hen een diepe angst dat in no time al die spetterende vrijmoedigheid gesmoord zal worden op de afgetrapte paden van de Protestantse Kerk in Nederland en door tradities en vormen, die als dichte dorens en distels alle ruimte in beslag nemen op elk erf van Christus en nieuwe ontwikkelingen onmogelijk maken. Alleen al omdat je energie toch een keer op is, en zeker als je een parttime aanstelling hebt. Volgens hen heerst die angst breed onder hun medestudenten en jonge theologen. Van Gererformeerde Bond tot Vrijzinnig. Bij de Bond zijn het de oudere mannenbroeders in zwarte pakken, in het midden van de kerk de grote ego’s in kerkenraden en liturgiecommissies, denk ik zomaar. Zelf hebben ze weinig met het bekende kerkgetob. Met de schroom en verlegenheid om concreet over God te spreken, zoals overal in de PKN strijk en zet is, ook niet. Volgens hen kan het anders en moet het anders. Want als daar geen ruimte voor komt, dan wordt hun roeping een grote frustratie en mislukking. Dat is hun grote angst. Om hen heen zien ze studiegenoten lang aarzelen. Anderen kozen al een andere studie. Zij niet. Zij gaan er nog steeds voor. Maar dan moet de huidige kerkcultuur veranderen, zeggen ze.

In diverse blogdiscussies naar aanleiding van het Manifest ging het over bloemkoolkapsels die je vanaf de kansel ziet en die de dynamiek en vernieuwingsdrang ophouden. Door anderen ook wel ‘grijze mutsenmensen’ genoemd, dominerend onderdeel van een verlammende kerkcultuur. Over de theologische opleiding zijn ze ook niet tevreden. De PThU moet beter gaan aansluiten. Met de opleiding die je nu krijgt was je hooguit 20 jaar terug een goeie dominee, zeggen ze. Het is maar een kort manifest, nog geen twee kantjes.

Verlangen

Het roepingsbesef, de zin en de gretigheid om God, zijn kerk en zijn mensen binnen en buiten te gaan dienen in het manifest heeft iets roerends. De angst niet minder. Mijn eerste gedachte was: word vooral geen dominee! Dat is echt niet het ‘mooiste beroep van de wereld’. Het is hard werken, altijd beschikbaar zijn, ook als je parttime betaald wordt, terwijl je niets in de hand hebt, al helemaal niet je geloof of roepingsmotivatie. Dus denk nog even goed na. Ook als psycholoog kun je een heel nuttig leven leiden. Maar ook dacht ik meteen: Dat komt er nu van als je als kerk jezelf overal in de uitverkoop doet en alle dagen je eigen somberheid en ongeloof via de media loopt uit te venten. Of je neerleggend bij de realiteit van de seculier geworden doorsnee Nederlander – wie kan hier tegen op? – en je aanpassend door de ‘specialité de la maison’ – Jezus en zijn kruis – weg te stoppen in de onderste schappen van de winkel. Je moet er hier en daar heel diep voor buigen om er nog bij te kunnen. In plaats van een stevige bijbelstudie alleen nog wat mediteren over liefde, licht en liturgische kleuren. Òf – aan de meer orthodoxe kant - je ook nog getroffen voelen door een goddelijk oordeel van ontgeloving dat uitgerekend jouw generatie treft en waartegen je natuurlijk al helemaal niets kunt beginnen.

Jonge mensen pikken dat allemaal niet. Ze vinden dat 1.0, de XP van jaren terug. En terecht. Ze gáán voor hun roeping, ze hebben een drive om God en zijn kerk te gaan dienen. Goed dat ze zich laten horen! Wie een oor heeft, hore!

Opleiding

Ze maken rake opmerkingen. Om bij de opleiding te beginnen: in de synode is er de laatste tien jaar vrijwel constant gepraat over de predikant van morgen, dus zeg de dominee 2.0. Nog hoor ik van het synodepodium de mantra: ‘Er zullen minder dominees komen, maar wel betere’. Er waren discussies over roeping en bekwaamheid van de predikant. Begeleiding en toelating. De HBO-lobby zat niet stil. In de praktijk goedkopere arbeidskrachten dan de academisch gevormde predikant. Het vrije studieverlof ging eraf. In al deze gesprekken en besluiten was nauwelijks of geen inbreng van de aanstormende nieuwe dominees en theologen. Terwijl het wel over hen ging en de eerste twintig jaar van hun werken in de kerk.

Schroom voorbij

Wij willen de schroom voorbij, zeggen ze ook. Wij willen concreter spreken over God. Daarmee bedoelen ze: niet zo abstract en via een eindeloze reeks verhullende metaforen. ‘De boodschap is verwaterd. God als licht. Dat is veel te abstract,’ zegt een van hen in een uitvoerig gesprek in Volzin. En in Trouw een van de initiatiefnemers, Bettelies Westerbeek: ‘Er is niks mis met het gebruik van metaforen. Maar de kerk moet zich er niet achter verschuilen.’ Naar mijn idee de spijker op z’n kop. Metaforen worden in preken en verhalen heel vaak niet gebruikt om het mysterie van het geloof nog meer mysterie te laten zijn, maar zorgen voor spirituele mist waarachter een voorganger zich verschuilt met zijn twijfels en eigen seculier geloof. Moeite als men heeft met de core business van het evangelie: het kruis van Jezus, zijn opstanding, zijn hele persoon en vul maar aan. Eigenlijk zelf rijp voor een Alpha-cursus. Dat het Woord ons gegeven moet worden, ons als verkondigers altijd verlegen maakt om de Stem te vertolken en dat niemand dat in zijn zak heeft - dat is hierbij niet aan de orde. Het is een bewuste vorm van diffuus communiceren. Onder dit kopje valt wat mij betreft ook het overal in zwang geraakte gebruik om God als de Eeuwige aan te roepen en op te voeren. Alsof dat in de bijbel ook maar ergens een Naam voor God is. De Eeuwige voelt misschien kerkelijk correct en gender correct: niet Heer (man), niet Vader (ook man en ook nog autoritair), niet Moeder (te veel vrouw). Dus: de Eeuwige? Maar wie of wat moet ik me daar bij voorstellen? Wat voor gezicht wendt die mij dan toe? Vriendelijk, genadig? De Eeuwige komt over als de eeuwige vage. Ook andere spiritueel voelende woorden als ‘grond van ons bestaan’, `bron van licht en leven’, ‘eeuwige zin van alles’ en nog heel veel van dit soort termen. Zeg toch gewoon God! ‘O God! O God, ik snap het niet meer! O God, wat ben ik een loser’ of zo iets.

Het wordt er met al die quasi-religie ook bepaald niet spannender op. Al eerder (november 2011 Woord en Dienst) hekelde student Jan Bart Alblas de kerk als een club van suffe mensen met uitgeblust libido. Over gefeminiseerd. Alles allemaal even zacht en fijn, met als afsluiting na de dienst ‘een kopje thee, liefst zonder suiker.’ Zo belandt de kerk vanzelf in de zachte sector van de samenleving. Heel goed dat jonge theologen zich laten horen en duidelijk maken dat zij concreter over God willen spreken. Ook al weten ze zelf nog niet helemaal hoe dat dan zou moeten. Niet, stellen ze, ‘in 17e eeuwse kaders en vormen’. Een zin die nieuwsgierig maakt. Wat bedoelen ze? Niet de taal van de catechismus, de belijdenisgeschriften, het dienstboek en het liedboek? Gaat het hen alleen om taal? Welke taal spreken ze zelf? Wat zijn de kaders waarin zij denken, leven en geloven? Moeten we denken aan die van Evangelische Liedbundel, Opwekking, Churchplantbeweging, Taizé, nieuwe expressies van kerk zijn, missionair leiderschap, een update van Op Goed Gerucht? In heel veel nieuwe preektaal en toepassing hoor je de seculiere invoelende therapeut. Als ze dat bedoelen, zal het er niet concreter op worden. Eerder nog vager. De Jip en Janneketaal van veel evangelisch Angehauchten zal men ook niet bedoelen. Ik denk vaak aan ds. F. Breukelman. Van alle tien woorden waren er minstens zes Hebreeuws, Latijn of Grieks. Maar hij communiceerde als geen ander. Zijn ziel zat in die woorden en onze ziel voelde hij als die van hem.

Heilige ADHD

In elk geval communiceren de jonge theologen een sterk verlangen naar vernieuwing van de kerk en de gemeente, te beginnen op zondag. En een grote angst dat ze het niet gaan halen. En dat wij, oudere dominees en gemeenteleden hen dat onmogelijk zullen maken door het vasthouden aan stevige, traditionele, gedateerde kerkstructuren, regels en vormen. Hun angst is dat hun jeu de vivre snel gesmoord zal zijn als ze eenmaal aan het werk zijn in de kerk. De totale burgerlijkheid in. Snel ingekapseld in een leven van vergaderingen, onwillige catechisanten, mutsenverjaardagen en het opsieren van rommelmarkten met je aanwezigheid. Is hun angst terecht? Ja en nee.

Ja. De kerk is nu eenmaal een eeuwenoud instituut. Veranderingen gaan langzaam. Dat kan naar mijn idee niet anders, wil je het samen doen, goede afwegingen maken, je niet laten leiden door een paar verlichte charismatische leiders of andere visionairen voor wie alles even eenvoudig is. Heb je angst voor deze soms verlammende traagheid? Houd die angst er vooral heel je leven in, noem het liever onrust, heilige ADHD. En waar je zelf kunt: wees alert dat wilde tuintjes blijven, niet dichtgetimmerd worden via regels. Wees alert dat je als predikant een goddelijk ambt draagt dat veel ruimte nodig heeft. Wees er voor beducht dat volgens nieuwe regels en moderne competentie eisen elke predikant een zelfde soort kwattasoldaatje zou moeten zijn en je functie van predikant wordt ingeperkt tot betaalde kracht van de kerkenraad. Dat heb je allemaal zelf en samen als predikanten in de hand. Laat je niet overal en door iedereen Jannie noemen! Wie in het ambt mag staan, is geen Jannie, maar een dienaar van God.

Mutsen

Maar ook nee: heb geen angst voor mutsen. Als leidinggevend predikant gedurende ruim 20 jaar van een gemeente met bijna driekwart jonge mensen (zie het onderzoek van ds. Niels de Jong Yup. Een onderzoek naar jonge protestanten en hun kerk in de stad) heb ik ontdekt dat je niet bang hoeft te zijn voor de remmende kerkcultuur van de zogenoemde mutsen. Juist de 55+ gemeenteleden beschikken over een verrassende flexibiliteit. Veel meer dan de doorsnee dertigers. Dertigers kunnen nu eenmaal geen kant op. Ineens zitten ze muurvast in de burgerlijkheid van hun relatie, jong gezin, allebei een baan, een hypotheek en een leaseauto. En richting de kinderopvang een fiets met zo’n onhandige houten voorbak. Je trapt je ongelukkig, maar iedereen doet het. Aan de zondagmorgen komen ze niet toe. Niet uit onverschilligheid voor God, maar door vele soci-verplichtingen. Van het weekend worden ze vermoeider dan van een hele week werken. Wat ze weten, weten ze. Zij kunnen zich echt niet aanpassen aan de 50+ mensen. Omgekeerd is dat wel mogelijk. De plussers oefenen zich alle dagen in aanpassen via hun kinderen en kleinkinderen. Hun flexibiliteit heeft iets van de heilige Geest zelf. Heb voor hen dus geen angst. Maar wees vooral die je bent, blijf dicht bij jezelf en bij de bijbel. Ga vooraan staan, 50 en 60 plus mensen kunnen heel veel aan. Echte vernieuwingen worden vaak tegengehouden door dertigers in hun onzekerheid.

Generatiegenoten

De opstellers van het Manifest betreuren het dat overal waar ze op een kansel staan er hoegenaamd geen generatiegenoten (20-35) in een kerkdienst aanwezig zijn. Dat is deprimerend. Zeker als je - zoals zij stellen in het Manifest - ervan uitgaat dat zij als generatiegenoten de meest aangewezen predikanten zijn om twingers en dertigers richting geloof en kerk te lokken. Ze kennen immers het zelfde levensgevoel. Maar of ze daarom de meest aangewezen predikanten voor hen zijn, daar is nog wel wat op af te dingen. Zijn jullie zelf wel kerkganger, ben ik even geneigd te vragen. Ook in de avonddienst? Ook als je een zondag vrij bent? En je gezin? Het begint wel bij jezelf! Maar het gaat mij vooral om herkenbare focus en sfeer. Om aangesproken worden op dingen die voor hen belangrijk zijn. Het moet gaan over God / geloof, over relatie /seks / gezin en over werk / loopbaan / geld. In Delfshaven ontwikkelde de gemeente met driekwart 55+ leden in circa 20 jaar zich naar een gemeente met driekwart twintigers en dertigers. Dit jaar werden er al dertig kinderen gedoopt. Ouderen van allerlei soort gingen moeiteloos in de ontwikkeling mee. Het heeft ook met het ambt te maken, heb ik gemerkt. En over je worsteling de kern van het evangelie te vertolken voor jonge gezinnen.

Impact

De cri de coeur lijkt breed gehoord. Op Hydepark vond er onverwacht een gesprek plaats tussen studenten en leden van het moderamen. Of het echt iets oplevert? Synodepreses ds. Peter Verhoef – in 1999 nog initiatiefnemer van een soortgelijke rebellenclub Op Goed Gerucht gedoopt - liet in elk geval weten, dat hij heel blij was met het Manifest. Hij had ook veel ‘bewondering’, vooral omdat, zei hij, het helemaal aansloot bij de laatste visienota van de PKN. Als ik het goed heb gevolgd, werden er geen beloftes gedaan. Bijvoorbeeld over meedenken, bijscholing, profilering en coaching. Van de kant van de PThU kwam er een reactie van de rector prof.dr. F.G. Immink. Hij benadrukte dat theologische visie en betrokken zijn op het gewone leven elkaar aanvullen en inspireren. Oftewel: ga eerst maar aan de slag! Een opleiding kan je nooit op alles voorbereiden en toerusten. Ook hoeft niet alles missionair te zijn, stelde hij. Van de kant van andere studenten en jonge theologen kwam er uiteraard ook een en ander los. Bijval maar ook kritiek. Sommigen kwalificeerden de ondertekenaars van het Manifest als ‘gefrustreerde dominees in spe’. Op het moment hoor of lees ik niets meer.

Gelukkig hoeft een vlam niet altijd lang te branden om opgemerkt te worden.

Ds. Piet de Jong is predikant (PKN) te Rotterdam-Delfshaven en redacteur van Kontekstueel;

mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.