nr3 • 2013 • Laatst geboekt
januari 2013 (jaargang 27 nr. 3)
T.W.D. Prins-van den Bosch
Laatst Geboekt
Hoe ga je om met de omstandigheden?
De boeken die ik bespreek komen van Chinese en Braziliaanse bodem. Ze hebben een verschillende opzet, maar delen de vraag hoe je met je omstandigheden moet omgaan. Ze gaan over individuele verhalen in het perspectief van iets wat het individu overstijgt en bedreigt. En ze bieden beide voldoende stof tot nadenken.
Het eerste boek komt uit China. Met zo’n andere cultuur, geschiedenis en taal heeft een auteur al snel mijn onverdeelde aandacht. Zo ook Mo Yan, die in 2012 de Nobelprijs voor de literatuur kreeg, met ‘Kikkers’. Het boek neemt mij mee in een wereld waarin kinderen vernoemd worden naar lichaamsdelen (Hand, Kaak, Galblaas), waar ieder mens te maken heeft met de Partij en familie alle loyaliteit krijgt.
Eenkindpolitiek
Zeg je ‘China’, dan zeg je ‘eenkindpolitiek’; de rode draad van dit boek. Een spannende combinatie met het feit dat de auteur lid is van de Communistische Partij. De verteller, Voet Wan, is één van de vele mensen die een hoge prijs moet betalen aan het systeem, of de Partij. Voet Wan heeft een dochtertje YanYan en werkt in het leger, als hij een telegram krijgt waarin staat dat zijn vrouw voor de tweede keer in verwachting is. Voor een partijlid staat dit erg slecht nu de eenkindpolitiek steeds meer wordt ingevoerd, dus haast hij zich naar huis. Het blijkt dat een man illegaal bij drie vrouwen uit het dorp de verplichte spiraaltjes heeft verwijderd. Ze zijn zwanger geworden, onder wie dus de vrouw van deze Voet, Renmei. Nog een kind zou hem zijn baan en zijn toekomst kosten. Hij stelt Renmei voor een abortus te ondergaan. Zijn vrouw ontvlucht het huis. En de mogelijkheid dat er een zoon groeit in de buik van zijn vrouw begint te knagen aan Voet Wans loyaliteit aan Partij en tante.
Tante is de ijzersterke hoofdpersoon van het boek. Een fanatieke en bezielde vroedvrouw die na een harde en bloederige aanvaring met de Partij eieren voor haar geld kiest. Ze wordt neergezet als een sympathieke vrouw, die strijdt tegen het bijgeloof dat met zwangerschappen en bevallingen gepaard ging. Met evenveel fanatisme zet ze zich na die botsing met de Partij in voor het uitvoeren van de eenkindpolitiek. Ze wordt een toegewijd lid van de Communistische Partij, gevreesd en gehaat door haar dorpsgenoten. Het begint halverwege de 20e eeuw met de verplichte sterilisatie van mannen die twee of meer kinderen hebben. Ze jaagt ze op, trekt ze uit hun verstopplekken, praat op ze in en bedreigt ze om deze kleine ingreep te ondergaan. Maar ze aarzelt later ook niet om hoogzwangere vrouwen een abortus te laten ondergaan. En dat allemaal met het achterliggende idee dat de welvaart in de toekomst over minder mensen verdeeld hoeft te worden en heel China dus zal profiteren van deze maatregelen.
Achteraf blijkt dat het zijn tante zelf was die Renmei heeft aangegeven. Nogal zelfgenoegzaam vraagt tante aan kameraad Wan, ook met het oog op haar eigen belangen, zijn vrouw te dwingen tot een abortus. Het feit dat Renmei met zelfmoord dreigt maakt geen indruk, degenen die dat van de daken schreeuwen willen absoluut niet dood, weet ze uit ervaring. Uiteindelijk komt het erop neer dat tante als een ware commandant, met bijbehorend legertje, van de zwangere vrouwen eist dat ze tevoorschijn komen. Een familieboom van de buren moet er eerst aan geloven en wordt gesloopt. Dan zijn de huizen van de buren aan de beurt: de gezinsplanning vraagt soms kleine offers, voor het welzijn van de hele mensheid. Maar voordat het zover komt verschijnt de vrouw van Voet Wan. De ‘kleine ingreep’ die ze uiteindelijk ondergaat, wordt haar fataal. Zelfs het bloed dat tante haar van zichzelf toedient, kan haar niet meer redden.
Religieloos
De rustige toon waarop het verhaal verteld wordt, maakt dat het leest als een plattelandsgeschiedenis van de 20e eeuw in China. De vele anekdotes herinneren aan een rijke traditie van verhalen vertellen in China en in het bredere Oosten. Het gaat erin als koek, totdat je bedenkt wat er eigenlijk geschreven wordt. Zelfs de manier waarop de sterilisatie bij mannen wordt doorgedrukt, relatief onschuldig bij wat er nog zal volgen, kan met niets in ons westerse denken vergeleken worden. Er klinkt wel protest van individuele mannen, maar toch lijken de Chinezen zich moeiteloos te onderwerpen aan het beleid dat van bovenaf wordt opgelegd. Er is een diep geworteld gevoel van hiërarchie, het belang van het collectief boven je eigen belang stellen, het idee dat ‘zij’ wel zullen weten wat goed voor een ieder is. Ik sta versteld. En toch weet de schrijver me zo in te palmen, dat ook ik me kan voorstellen hoe je je gedachteloos onderwerpt aan iets dat groter is dan jezelf. Mo Yan weet op een intrigerende manier te laveren tussen enerzijds zijn loyaliteit aan China en de politiek en anderzijds de behoefte ook een kritisch geluid te laten horen. Hier in het westen is menigmaal het geluid te horen dat hij tekort doet aan dat laatste. Ik kan me voorstellen dat in zijn thuisland (waar zijn werk ook de nodige waardering en prijzen ontving) de hoge piefen de nodige aarzelingen zullen hebben bij alle openheid die Voet Wan zich permitteert.
Voor mijzelf speelt er nog het gemis van welk idee van religie dan ook. Met het bijgeloof of de oude goden lijkt de verteller weinig te hebben, maar ook anderszins blijft het boek religieloos. Ethiek, die bij het onderwerp abortus als vanzelf om de hoek kijkt, blijft erg vlak. Het idee dat een kind op zichzelf van waarde is, los van het feit dat het gewild is door zijn moeder, is totaal afwezig. In het boek blijkt een foetus een ding te zijn, waarmee je kunt doen wat je wilt zolang het nog in de buik zit. Je kunt het manipuleren met bijgelovige rituelen, of het staat symbool voor grotere familiebelangen. Maar een ongeboren kind is geen levend wezen dat in zichzelf al waardevol is. Ook Mo Yan zelf lijkt daarin mee te gaan. Het gaat hem meer om de dramatiek in het leven van mensen die geconfronteerd worden met dit meedogenloze beleid, dan dat hij stil staat bij wat er daardoor aan menselijk, en wat mij betreft Godgegeven, leven teniet gedaan wordt. Misschien is dat nog wel het meest huiveringwekkende van dit boek. Toch jammer dat Mo Yan kennelijk moedig genoeg is om in alle openheid de 20e eeuwse geschiedenis uit de doeken te doen, maar er zelf niet wat meer ethische diepgang in aanbrengt.
Richting het einde van het lijvige boek vond ik het wat langdradig en saai worden. De beeldende taal en de kikkers, die als rode draad in het boek terugkomen, maken dat echter goed. Kikkervisjes blijken iets te maken hebben met sperma, kikkers kan ook een ander woord zijn voor baby’s of foetussen. Tegelijkertijd heeft de verteller als bijnaam ‘Kikkervisje’, heeft tante een fobie voor kikkers en zijn de dorpen en steden overladen met vrij rondlopende kikkers – wat het hele boek een haast humoristische ondertoon geeft.
Harmonie en wijsheid
Het nieuwste boek van Paulo Coelho is van een heel andere orde, maar ook dit is enigszins exotisch. ‘Manuscript uit Accra’ is een boek over zingeving, zoals wel meer boeken van deze auteur. Het gaat over een manuscript uit Accra (Akko) dat in 1974 in de buurt van Nag Hammadi is gevonden (ook de vindplaats van bijvoorbeeld het Evangelie van Thomas) en de bron vormt voor dit weinig omvangrijke werk. Ik heb geprobeerd om iets over het oorspronkelijke manuscript te vinden, maar de relatie tussen dit boek van Coelho en het gevonden manuscript bleef voor mij in nevelen gehuld. Het lijkt mij dat Coelho er zijn eigen verhaal van heeft gemaakt.
Het is 14 juli 1099 en er liggen Franse troepen voor de poorten van Jeruzalem. Een Kopt besluit op de vooravond van de inval zijn wijsheid te delen met de inwoners, bijgestaan door drie religieuze leiders van het jodendom, de islam en het christendom. Telkens begint een hoofdstuk met een grijze pagina, met in grote letters de aanleiding, bijvoorbeeld een vraag of opmerking van iemand. Daarna volgen een paar pagina’s, waarin de Kopt zijn wijsheid uit de doeken doet. Hij gebruikt daarbij korte, spreukachtige zinnen. Een eenvoudige en doeltreffende opzet van dit boek, dat maakt dat het makkelijk en vlot leest. Het begint al goed met de vraag ‘Vertel ons wat het is om verslagen te worden.’ Het leven draait om beweging, waarbij we zonder spijt de moeilijke momenten aanvaarden en ons niet laten misleiden door momenten van glorie. Van alles komt er langs in dit boek: eenzaamheid, angst voor verandering, seksualiteit, wonderen, de liefde etc.
Uiteindelijk gaat het in ‘Manuscript’ om een Goddelijke Energie, die Haar Licht verspreidt. Wij mensen moeten proberen harmonie en wijsheid te bereiken. Daarin blijkt duidelijk de invloed van de Gnostiek, die wel meer in Coelho’s boeken te vinden is. We moeten proberen innerlijke wijsheid te bewaren, nuchter te zijn en kennis van je ware zelf op te doen. Het feit dat de stad elk moment veroverd kan worden, wordt weggeschoven. Het gaat er veel meer om de kennis die er in de stad is te bewaren voor het nageslacht. Ik weet niet wat de auteur voor ogen had, maar ik kan me voorstellen dat dit boek voor zinzoekers gaat functioneren als een soort bijbel. Als een richtingwijzer voor het leven, zonder eenduidige blauwdruk of makkelijke richtingwijzers. Bijbelteksten of verhalen, versmelten met algemene levenswijsheden en oosterse ideeën. Daarmee is dit boek een kind van zijn tijd, lijkt mij.
Met alle wijsheid vond ik het wel lastig om het boek in één keer te lezen. Daarvoor is het mij te compact en te vol met spreuken. En op den duur lijkt het steeds neer te komen op een soort Stoïcijns levensgevoel: Je moet je niet uit het veld laten slaan, maar als een soort kneedbal het leven over je heen laten komen. Niet de omstandigheden vormen je geluk, maar hoe je ermee om gaat. Toch is het knap hoe Coelho zijn woorden kiest en soms net een andere weg inslaat dan je zou verwachten. Hij blijkt een onuitputtelijke bron van verstand en levenservaring, van woorden en creatieve gedachten, waar ik als lezer wel warm voor loop.
Naar aanleiding van:
Mo Yan, Kikkers, De Geus 2012, 416 blz.
Paulo Coelho, Manuscript uit Accra, De Arbeiderspers 2012, 167 blz.
Desiree Prins-van den Bosch MA is redacteur van Kontekstueel