Skip to main content

nr4 • 2022 • Door de kieren van een goed verhaal

36e jaargang nr. 4 (maart 2022)
thema: De bedoeling van de verbeelding

Arie Kok
Door de kieren van een goed verhaal
Over verbeelding in de preek

‘Wat vond je van de preek?’ Die vraag werd me vaak gesteld, als een aanzet tot een goed zondagsgesprek. Ik moest het antwoord nogal eens schuldig blijven. Mijn omtrekkende beweging voelde ongemakkelijk, gaf me op dat moment het gevoel een buitenstaander te zijn. Waar kwam die haat-liefdeverhouding met de preek vandaan? Dat ontdekte ik toen ik mijn eerste boeken schreef en de geheimen van een goed verhaal leerde kennen.  

Het moet een jaar of vijftien geleden geweest zijn dat ik voor mijn werk bij de omroep een conferentie bezocht. Het evenement was georganiseerd door een of ander gereformeerd deputaatschap, maar het precieze ervan weet ik niet meer. De boodschap van die middag is me wel bijgebleven, kort samengevat: gebruik PowerPoint en de kerken zullen volstromen. Dit zal te kort door de bocht zijn, het menselijk geheugen is grillig en selectief. Er was in ieder geval een hoogleraar in de bedrijfskunde die probeerde de aanwezige predikanten vol vuur te overtuigen van nut en noodzaak van het gebruik van de beamer ter ondersteuning van de preek. Er werd aandachtig geluisterd. Zou het waar zijn? Was dit het antwoord op het sluimerende twijfelspook dat week na week weer opdook in de studeerkamer? Zo’n meneer uit de bedrijfskunde moest wel bij de tijd zijn, dus je kon nooit weten.

Heiligschennis
Ik was van een ander kerkelijk filiaal, waar gepreekt werd tussen witte pilaren en onder een hoog gewelf. Ik zag mijn toenmalige predikant nog niet met een kek apparaatje de volgende bulletpoint tevoorschijn klikken op een scherm dat heiligschennis zou zijn in de monumentale omgeving. Mijn geloof in het gebruik van PowerPoint voor een goed verhaal moet sowieso al tanende geweest zijn, maar die middag werd er definitief een wissel omgezet. In mijn jaren in het bedrijfsleven had ik veel presentaties zien stranden in een teveel aan technisch kunnen achter de laptop. Sprekers gingen met hun rug naar het publiek staan, om te zien of alles op het scherm wel goed ging. Het zag er mooi uit, daar op het scherm, maar de bezieling was eruit verdwenen. Het publiek noteerde verveeld de gepresenteerde bulletpoints, en dat was het dan. Weer wat kennis rijker, maar waar het voor dient… PowerPoint was de schaamlap geworden voor wie spreektalent ontbeert, en toch graag voor de groep staat. Gingen we dat nu ook in de kerk ontdekken? En moeten predikanten dan zelf de goede beelden selecteren? Alsof ze dat net zo goed zouden kunnen als professionele beeldredacteuren of tv-regisseurs, die de standaard toen al hadden gezet voor de gemiddelde nieuwsconsument.

De Vlaamse cabaretier Arnout Van den Bossche vraagt zich in zijn show Burn-out voor beginners af hoe Martin Luther King zijn beroemde toespraak gehouden zou hebben als hij PowerPoint had gehad. ‘Lieve help, ik moet morgen 250.000 mensen toespreken, ik ga rap een Powerpoint maken.’ In een hilarische act laat Van den Bossche het contrast zien tussen spreken anno nu, en de bezielde toespraken in de jaren zestig. Het maakt pijnlijk duidelijk wat er in onze technocratische opleidingen ontbroken heeft. We hebben geleerd informatie te ordenen, te structureren en helder te verwoorden, maar er zit geen ziel in opsommingen, statistieken en bulletpoints. De spontane naïeve verhalen die je als kind vertelde aan wie het horen wilde, hebben plaats gemaakt voor professionele gestructureerde en efficiënte informatieoverdracht. Daarmee zijn we iets wezenlijks kwijtgeraakt, de oeroude methode van het vertellen van verhalen, verhalen die bezielen.

Inmiddels heeft het bedrijfsleven een nieuwe heilige graal gevonden: storytelling. Een beetje marketingcursus of managementopleiding besteedt er aandacht aan. In workshops die zomaar een half maandsalaris kosten wordt uitgelegd wat Mozes al beter kon. Mensen bezielen doe je met een goed verhaal. Dat werkt ook als je een nieuw merk pindakaas in de markt moet zetten, of een nieuwe versie van een softwarepakket. Zie de reclamespots op televisie, die grotendeels verhalend zijn opgebouwd. Zo moet het nu ook bij de presentatie van het nieuwe jaarplan. Maar werkt het ook in de kerk? Het verhaal in plaats van de PowerPoint? Het woord ‘storytelling’ probeer ik zo veel mogelijk te vermijden, maar een kern van waarheid zit er wel in. Is het evangelie niet zelf tot ons gekomen door de verhalen die voorgelezen werden uit de kinderbijbel en verteld op de zondagsschool? Hoe je ook over de historische betrouwbaarheid van de Bijbel denkt, het boek staat vol met verhalen. Zelfs het, misschien wel meest bediscussieerde, openingshoofdstuk heeft de vorm van een verhaal.

Wie is je vader, wie is je moeder?
De Britse rabbi Jonathan Sacks schrijft in de inleiding op zijn boek Genesis, boek van het begin: ‘De waarheden van het mens-zijn zijn eenvoudigweg te diepzinnig om onmiddellijk en op het eerste gezicht begrepen te worden. Alleen verhalen bezitten dit soort diepzinnigheid en dubbelzinnigheid, deze principiële veelheid aan betekenissen.’ En even verderop: ‘Alleen verhalen geven goed weer wat het is om mens te zijn. Iedereen, van jong tot oud, spitst de oren als er een verhaal wordt verteld. Iedereen wil weten hoe het verder gaat. Logische systemen bevatten geen verrassingen over de afloop, de conclusie is al aanwezig in de uitgangspunten. (…) Het spanningselement is meer dan een literair middel, het weerspiegelt een centraal thema van Genesis: Gods geschenk van vrijheid aan de mensheid. Wij zijn geschapen om zelf te scheppen. Ons lot ligt niet besloten in de sterren, noch in het menselijk genoom of enig andere vorm van determinisme. Wij worden wat we kiezen te zijn. De afloop is nog niet bekend. De beste manier om over het leven te spreken is in de verhaalvorm, juist omdat we de afloop nog niet kennen.’

Verhalen raken mensen op een dieper niveau. Een verklaring daarvoor is dat mensen zichzelf verstaan in verhaalvorm. Vraag iemand wie hij is, de kans dat hij of zij begint te vertellen is vrij groot. Spontaan. In veel hulpverlening, zoals contextuele therapie en in geval van dementie, staat het levensverhaal centraal. In Suriname leren mensen elkaar kennen door te vragen: wie is je vader, wie is je moeder? De vraag is een uitnodiging jouw verhaal te vertellen, waar je vandaan komt en hoe je je ontwikkeld hebt tot wie je nu bent?

Sprekende details
Verhalen activeren het brein sterker dan andere genres, weten psychologen uit onderzoek. Een goed verhaal presenteert dan ook geen kant en klare beelden, draagt ook niet in de eerste plaats informatie over. Daar wordt ons brein maar lui en passief van. Een goed verhaal roept vooral beelden op, en zet de verbeelding van de hoorder aan het werk. Dit is het zogenaamde show, don’t tell-principe. Vooral voor beginnende romanschrijvers die gewend zijn veel informatie over te dragen, kan dit een flinke worsteling zijn. In mijn eerste boek zijn de sporen daarvan nog goed zichtbaar. Juist de sprekende details, die betekenislagen aan het verhaal geven, houden de lezer bij de les, maken dat erover wordt doorgedacht en nagepraat. Gelaagdheid is ook het kenmerk van literatuur. De betekenissen die achter de woorden en tussen de regels schuilgaan maken dat op een leesclub het ene lid soms een ander boek gelezen lijkt te hebben dan een ander, wat leidt tot een goed gesprek. Een boek zonder betekenislagen is nauwelijks interessant voor een bespreking.

Indrukwekkend decor
Martin Luther King begreep als geen ander dat je de zintuigen moet aanspreken om mensen bij je verhaal te betrekken. Door details te gebruiken die herkenning oproepen. Die 250.000 mensen die op die zomerse dag in 1963 naar King zitten te luisteren, zijn uit alle hoeken van de Verenigde Staten naar Washington afgereisd. Ze komen om te demonstreren, voor hun rechten als zwarte bevolking. Het moet ze dagen gekost hebben om erbij te zijn. En dan zit je daar op die weidse Mall, aan de ene zijde rijst Capitool op, het symbool van de macht. Aan het andere eind de naald van het Lincoln Memorial, het monument voor de president die de slavernij afschafte. En dan begint King te spreken, hun eigen man, een zwarte uit het Zuiden. Is hij nog wel een van hen, of is hij inmiddels te veel vriend aan huis geworden bij de gestaalde kaders in de statige panden langs de Mall? Het zal snel duidelijk worden, als King zijn droom voor het land ontvouwt. ‘I have a dream that one day the nation will rise up and live out the true meaning of our creed. I have a dream…’ En dan volgen de rode heuvels van Georgia, de woestijnstaat Mississippi, Alabama. Laat vrijheid klinken vanaf de enorme heuveltoppen van New Hampshire, de hoogten van Allegheny Mountains in Pennsylvania, de weelderige pieken van Californië en de molshopen van Mississippi. Ik heb zelf geen idee hoe de molshopen van Mississippi eruitzien, maar de zwarten die hun laatste dollar hebben uitgegeven om van daaruit naar Washington te reizen om hun stem te laten horen, zien dat direct voor zich. Terwijl ze daar zitten, in die immense massa, tegen dat indrukwekkende decor, komen de beelden van thuis, van die verachtelijke streek, waar het onrecht heerst op straat op hun netvlies. De droom dat ze eindelijk vrij zullen zijn, wordt midden in hun eigen leven geplaatst. Vanaf dat moment is het hún droom.

Te vaag
Als ik predikanten tijdens een cursus of workshop uitdaag om meer werk te maken van verhalend preken, en meer open te laten, kijken sommigen me pijnlijk aan. De mensen maken het niet mee, zeggen ze, de gemeente is gewend om puntsgewijs iets uitgelegd te krijgen, wil heldere conclusies of praktische adviezen meekrijgen. Anders hebben ze wat gemist, vinden ze de preek te vaag, kunnen ze er te weinig mee. De ene hoorder is de andere niet. De technicus zal anders luisteren dan de kunstenaar of de verpleegkundige. Maar heeft het ook niet te maken met wat ze gewend zijn, en is het hen niet te gemakkelijk gemaakt? De driepuntenpreek heeft zijn werk gedaan.

Hoewel ik tegenwoordig vooral vieringen bijwoon die wat meer liturgisch van karakter zijn – ook een goed opgebouwde liturgie vertelt een verhaal, maar dat terzijde – gebeurt het nog best vaak dat ik het einde van een preek niet haal. Niet omdat ik in slaap gevallen ben, maar omdat er halverwege iets gezegd wordt waar mijn brein op reageert. Dat een beeld wordt opgeroepen dat iets in mij wakker maakt, emoties loswoelt of dierbare herinneringen ophaalt. Dan schrik ik op bij het ‘amen’, en bij de koffie nadien weet ik niet meer precies wat er is gezegd. Heb ik veel gemist? Misschien heeft de preek voor mij juist de kern wel geraakt, en wat er dan gebeurt is niet altijd in woorden te vangen. In een goed verhaal zit ruimte voor betekenis, voor het onzegbare. In een beeldende preek zitten kieren, waardoor de Geest kan waaien.

Arie Kok is schrijver, journalist literair recensent en actief lid van protestantse gemeente De Inham in Amersfoort/Hoogland. Meest recente boek: Biografie van de Zuiderzee, 850 jaar geschiedenis in 25 verhalen.
Mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.


 

  • Raadplegingen: 845