Skip to main content

nr1 • 2007 • Raadzaam advies

oktober 2007 (22e jaargang nr. 1)

   

Raadzaam advies
Bijbelstudie over 2 Timoteüs 4:5

Drs. E.K. Foppen

‘Ik weet soms niet meer wat ik geloven moet, wie ik geloven moet.’ Een verzuchting van een serieuze catechisant. Het is geen wonder. Binnen en buiten de kerken dient zich van alles aan wat geloofd wil worden. De meest fabelachtige dingen worden met grote stelligheid verkondigd of als inwisselbare mogelijkheden tegelijkertijd aangeboden. Je hoeft trouwens niet per se te kiezen. Het een kan best samen gaan met het ander. Fusion (grensvervaging) wordt dat door trendwatchers genoemd.

Of dat nu echt iets specifieks van deze tijd is? Misschien wel. Maar het is in ieder geval niet de eerste keer dat zoiets merkbaar is. Het was in de havenstad Efeze, de gemeente waar Timoteüs zijn werk deed, in ieder geval niet zo veel anders als vandaag.

Religieuze kost

Wanneer we de tweede brief die Paulus - waarschijnlijk vanuit de gevangenis te Rome - aan Timoteüs schrijft, lezen, lijkt het of we in onze eigen tijd kijken. Er was namelijk ook in Efeze wel veel behoefte aan ‘bomen en schaduw’, maar weinig aan ‘kruishout en navolging’. Men ‘vergaderde zichzelf leraars naar hun eigen begeerlijkheden’, men scharrelde dus het religieuze plezier zelf wel bij elkaar. Iedereen richtte zijn eigen clubje op. Paulus schrijft in dit verband ook over mensen die ‘kittelachtig van gehoor zijn’ (Statenvertaling) Als ik het goed begrepen heb, betekent dat ongeveer zoiets als: ‘altijd iets nieuws, iets oorstrelends willen horen.’
De mensen keren zich tot goedklinkende mythen en fabels. Intussen kunnen ze natuurlijk blijven wie ze zijn en wordt het ‘eigen gelijk’ bevestigd. Religie zonder bekering. Genade zonder navolging. Zien we in onze tijd niet hetzelfde gebeuren? Via televisie en internet zappen de mensen hun ‘gelovigheid’ bij elkaar. Men hoeft niet eens meer op te staan, laat staan zich te bekeren! ‘Er zal een tijd zijn…’  schreef Paulus. En Timoteüs heeft misschien iets van die tijd meegemaakt, maar ik geloof dat wij er midden in zitten. Het kairos waar Paulus over schrijft is nu!

Apologetische spits

Het valt Timoteüs waarschijnlijk niet mee om in deze omgeving te werken en het Evangelie te verkondigen. Bij alle openheid voor religie wordt de ‘gezonde leer’ niet meer verdragen. Bij alle tolerantie wordt men intolerant voor het evangelie. Zo gaat dat in zulke situaties. Wat is het advies dat Paulus aan Timoteüs geeft? Heel eenvoudig gezegd: in liefde volhouden om het evangelie van Jezus Christus te verkondigen. Allereerst positief. Verkondigen hoe goed God is, wie Jezus Christus is. Die positieve verkondiging heeft dan ook een apologetische spits. Het ‘weerleggen’ (vers 2) heeft alles te maken met het wegnemen van vooroordelen en tegenargumenten, maar ook met het ontmaskeren van allerlei fabels, het lekprikken van kleurrijke ballonnen die gevuld zijn met allerlei wind van leer.

Adviezen

In vers 5 van hoofdstuk 4 vat Paulus het allemaal nog eens samen. Een dringend advies, een liefdevol appèl aan Timotheus, aan ons die leven in het kairos van fusion.

1. Maar u, weest nuchter in alles
Een hartelijke oproep om je niet gek te laten maken door alles wat om je heen gonst en suist. Niet meedoen met de gevoelige en overdreven waan van de dag. Dat betekent niet dat we ons moeten terugtrekken in een rationeel bastion, waar het geloof een kille rekensom is, maar betrokken blijven op Jezus Christus en het kruis. Dat geeft vreugde en warmte!

2. Lijd verdrukkingen
Waar denkt de apostel aan bij verdrukkingen? Dat zou wel eens heel letterlijk en lijfelijk bedoeld kunnen zijn. Paulus zit immers ook gevangen vanwege het Evangelie. Zo lijfelijk maken wij het (nog) niet mee. Maar ook nu geldt dat wie het Evangelie verspreidt, kan rekenen op tegenstand. Een meewarige glimlach tijdens de vrijdagmiddagborrel, scherp als een mes. Of een opmerking die je krijgt in een vergadering van een algemene kerkenraad. Zoiets kerft in je ziel. Een vlezen hart is immers niet van steen. Verdrukkingen hoef je niet op te zoeken, ze komen vanzelf op je af. Ga ze niet uit de weg, maar draag ze in de Weg. De Lijdende zelf is het die de draagkracht geeft!

3. Doe het werk van een evangelist
Dat is, zo schrijft iemand bij dit vers, een indrukwekkende opdracht. Het werk van een evangelist doen moet de kern zijn. Mensen, binnen en buiten de gemeente, in aanraking brengen met het evangelie van Jezus Christus. Christenen zijn vaak helaas drukker met allerlei onzichtbare ‘nevenfuncties’ dan met het werk waartoe ze geroepen zijn: evangeliseren. Intussen lopen duizenden oren en harten voorbij die van het Evangelie nog niet gehoord hebben. Moeten we dan weer op het sinaasappelkistje gaan staan? Soms misschien wel, we hebben het debat ook niet te schuwen. Maar evangeliseren is natuurlijk meer dan flyers uitdelen (al kan dat soms goed zijn). Het is een levenshouding die gericht is op de ander. En dan niet alleen op de ziel van de ander, maar op heel zijn leven!
Van de evangelist vinden we trouwens in het Nieuwe Testament geen prachtige taakomschrijving. Dat is vast niet zomaar. Een vaste taakomschrijving is ook moeilijk te geven voor dit werk. Het is in ieder geval wel zo dat er naast apostelen evangelisten werden aangesteld. In Efeziërs 4 lezen we over de verhoogde Christus die vanuit de hemel ‘sommigen tot apostelen en sommigen tot profeten, en sommigen tot evangelisten, en sommige tot herders en leraars heeft gegeven.’ Opmerkelijk is wat Calvijn bij dit vers aantekent: ‘Uitgenomen waar de religie vervallen is, daar verwekt God evangelisten buiten orde, om de zuivere leer wederom te voorschijn te brengen.’ Zou onze tijd niet een tijd zijn waar de religie ‘vervallen’ is? Evangelisten gevraagd! Als de nood van de wereld de nood van de kerk wordt (en dat moet zij zijn!) dan zijn evangelisten belangrijker dan managers!

4. Vervul uw dienstwerk ten volle
Geen half werk leveren, maar helemaal dienstbaar zijn! Een spreekwoord zegt dat half leeg, ook half vol is. Dat geldt in ieder geval niet voor het dienstwerk. Het vraagt ons hele hart. Dienstwerk, diakenwerk is niet iets van een paar uurtjes, ook niet iets wat je er eventueel wel bij kunt doen. Het vraagt je leven. Tegelijk moet je dan ook niet denken dat het in die paar uurtjes zit of niet zit! Dienen.

We laten de woorden van Paulus nog eens op ons in werken. Zijn advies is nuchter en uiterst actueel. Het zet ons met beide benen op de grond. Bedankt!

Drs. Bert Karel Foppen is predikant (PKN) in Bleiswijk en sinds kort lid van de redactie